voc mission 3 th2 nl-->fr Flashcards
een sfeer
une ambiance
bitter
l’amer
de hersenen
le cerveau
een schatje
des choux de bruxelles
een chemisch bestanddeel
un composant chimique
een context
un context
een lichaam
un corps
een criticus, critica
un, une critique
een kok
un cuisinier
een kokkin
une cuisinière
een verschil
une différence
een opvoeding
une éducation
witloof
des endives
spinazie
des épinards
een uitstap
une excursion
een tussendoortje, snack
une friandise
een smaak
un gout
een kreeft
un homard
een onbekende
l’inconnu
een insect
un insecte
de moedermelk
le lait maternel
een tong
une langue
een zoogdier
un mammifère
een gerecht
un mets
een molecule
une molécule
een geboorte
une naissance
een doel
un objectif
de geurzin
l’odorat
het gehoor
l’ouïe
een smaakpapil
une papille gustative
de huid
la peau
een volk
un peuple
pikant
la piquant
een product
un produit
een rol
un rôle
zout
le salée
een smaak
un saveur
een zintuig
un sens
een gevoel, gewaarwording
une sensation
zoet
le sucré
de tastzin
le toucher
la vue
het zicht
zoetzuur
aigre-doux, aigre-douce
eetbaar
comestible
veeleisen
exigeant, exigeante
gastronomisch
gastronomique
vrolijk
joyeux, joyeuse
wantrouwig
méfiant, méfiante
geduldig
patient, patiente
waarderen
apprécier
verbinden met, in verband brengen met
associer à
opeten
croquer
afhangen van
dépendre de
verslinden
dévorer
verkennen
explorer
werken, functioneren
fonctionner
informeren
informer
ondervragen
interroger
toestaan
permettre
iets verkiezen boven iets anders
préférer quelque chose à autre chose
herkennen
reconnaitre
zich beschermen (tegen)
se protéger (contre)
lijken op elkaar
se ressembler
lijken
sembler
zijn neus dichtknijpen
se boucher le nez
het water loopt me uit de mond
ça me donne l’eau à la bouche
samengesteld zijn uit
être composé, composée de
deel uitmaken van
faire partie de
een herinnering bewaren (aan)
garder un souvenir (de)
iets (bn)
quulque chose de (adj)
opnieuw
à nouveau
zoals
comme
trouwens
d’ailleurs
zodra
dès que
dankzij
grâce à
beetje bij beetj
petit à petit