Voc Internet et les réseaux sociaux Flashcards
1
Q
Allumer ↔ éteindre l’ordinateur
A
De computer opstarten ↔ afsluiten
2
Q
L’écran
A
Het scherm
3
Q
Le clavier
A
Het toetsenbord
4
Q
La souris
A
De muis
5
Q
Les touches
A
De toetsen
6
Q
La police
A
Het lettertype
7
Q
Un espace entre les mots
A
Een spatie tussen de woorden
8
Q
La barre d’espace
A
De spatiebalk
9
Q
Le curseur
A
Het pijltje
10
Q
Mettre en page = la mise en page
A
Lay-outen = de lay-out
11
Q
Travailler dans un document
A
In een document werken
12
Q
Taper un texte
A
Een tekst typen
13
Q
Enregistrer un document (sur un clé usb)
A
Een document opslaan (op een usb-stick)
14
Q
Mettre un document dans le cloud
A
Een document in de cloud zetten
15
Q
Partager un document dans le drive
A
Een document delen in de drive
16
Q
Un fichier
A
Een bestand
17
Q
Imprimer un document
A
Een document afdrukken
18
Q
Une imprimante
A
Een printer
19
Q
Faire une capture d’écran
A
Een printscreen / sceenshot nemen
20
Q
Un logiciel
A
Een programma
21
Q
Une mise à jour = mettre à jour
A
Een update = bijwerken/ updaten
22
Q
Le disque dur
A
De harde schijf
23
Q
Le serveur
A
De server
24
Q
Une fenêtre
A
Een venster
25
Internet = le web = la Toile
Internet
26
Un(e) internaute
Een internetgebruiker
27
Un fournisseur d'accès
Een internetprovider
28
Surfer sur le Net
Surfen
29
Cliquer sur un lien (appuyer)
Op een link klikken (druken)
30
Se connecter = La connexion
Inloggen
31
La connexion est mauvaise
De verbinding is slecht
32
Se déconnecter
Uitloggen
33
L'accès fil
Draadloze toegang
34
Un site Internet
Een internetwebsite
35
Une site Web, un page Web
Een website, een webpagina
36
Le moteur de recherche
De zoekrobot
37
La page d'accueil
De homepagina
38
Un onglet
Een tabblad
39
Un lien (s'affiche)
Een link (wordt weergegeven)
40
Un article attrape-clics
Een artikel dat aandacht trekt
41
Télécharger
Downloaden
42
Le téléchargement (illégal)
Het (illegaal) downloaden
43
FAQ = foire aux questions
FAQ = frequently asked questions
44
Le forum de discussion
Het discussieforum
45
L'optimisation du contenu
Het optimaliseren van de inhoud
46
Le blog, le blogueur/la blogueuse
De blog, de blogger/blogster
47
Le piratage électronique
Het hacken
48
Le pirate
De hacker
49
Le mail = le message électronique = le courriel
De email
50
Une adresse électronique/ mail
Een e-mailadres
51
Le destinataire
De ontvanger
52
L'objet
Het onderwerp
53
La boîte mail = La boîte de réception
De mailbox
54
Une arobase @
Een apastaart @
55
En pièce jointe = en annexe
In bijlage
56
Envoyer un mail = un courriel électronique
Een mail verzenden, sturen
57
Le GSM = Le mobile = Le smartphone
De GSM = de smartphone
58
Téléphoner à qqn = appeler qqn
Iemand bellen
59
Joindre qqn
Iemand bereiken
60
Passer un coup de fil à qqn
Een telefoontje doen naar iemand
61
Un correspondant = un interlocteur
Een gesprekspartner
62
Avoir du réseau = de la 4G
Bereik = 4G hebben
63
Avoir le mot de passe pour le wifi
Het paswoord voor de wifi hebben
64
Les paramètres
De instellingen
65
Modifier les paramètres
De instellingen wijzigen
66
Enregistrer un nouveau contacter
Een nieuw contact opslaan
67
Recharger son gsm
Zijn gsm opladen
68
Le chargeur
De lader
69
Une vitre de protection
Een bescherming
70
Une coque de protection
Een beschermhoesje
71
La géolocalisation
De geolocatie
72
Une application = une appli
Een app
73
Un émoticône = un smiley
Een smiley
74
Les réseaux sociaux = Les médias
De sociale media
75
La communauté virtuelle
De online community
76
Créer un compte = Créer un évènement = Créer une page
Een account/ een evenement/ een pagina aanmaken
77
La création
Het aanmaken
78
S'inscrire sur un site
Zich inschrijven op een site
79
L'insciption
De inschrijving
80
Supprimer = fermer un compte
Een account sluiten
81
La suppression = la fermeture d'un compte
Het afsluiten
82
Désactiver un compte
Een account uitschakelen
83
La désactivation
Het uitschakelen
84
Être en ligne
Online zijn
85
Un compte privé ↔ un compte public
Een privé account ↔ een openbaar account
86
Un nom d'utilisateur
Een gebruikersnaam
87
Entrer/ saisir le mot de passe
Het paswoord invoeren
88
inscrire son mot de passe
Het paswoord invoeren
89
Le profil d'utilisateur
Het gebruikersprofiel
90
Actualiser son statut (en couple, marié, célibataire)
Zijn profiel bijwerken (samen, getrouwd, vrijgezel)
91
Un abonné = un follower
Een volger
92
S'abonner à un compte ↔ se désabonner
Een account volgen ↔ niet meer volgen
93
Un like
Een like
94
Des notifications
Notificaties
95
Des messages d'alerte
Pushberichten
96
Une demande d'amitié
Een vriendschapsverzoek
97
Ajouter qqn à sa liste d'amis
Iemand toevoegen als vriend
98
Poster une photo sur les réseaux sociaux
Een foto posten op sociale media
99
Partager un message sur Facebook
Een bericht delen op Facebook
100
Un message privé = Un MP
Een persoonlijk bericht = een PB of DM
101
Contacter qqn en MP
Iemand met een PB contacteren
102
Un post = publier un post
Een post een post publiceren
103
Poster un commentaire
Een commentaar posten
104
Faire le buzz avec un post
Viraal gaan met een post
105
Une notification s'affiche
Een notificatie verschijnt
106
Un tag / une étiquette = taguer, identifier (post), mentionner (story)
Een tag, taggen
107
Le fil d'actualité
De newsfeed
108
Un filtre Instagram/ Snapchat
Een instagram/snapchat filter
109
Un snap
Een snap
110
Faire un facetime
Facetimen
111
Poster une story
Een story posten
112
Un hashtag #
Een hashtag
113
Un influenceur/ une influenceuse
Een influencer
114
Une (re)publication = republier
Een (re)post= reposten
115
Un tableau
Een bord
116
Une épingle, épingler (Pinterest)
Een pin, pinnen
117
Une chaîne Youtube
Een youtubekanaal
118
Un chat, chatter
Een chat, chatten
119
Stalker qqn
Iemand stalken
120
Harceler qqn
pesten
