Voc Flashcards
Mensa
Mensae v. De tafel
Navis
Navis v. Het schip
Cupidus
Cupida,cupidum m. Vol verlangen naar
Mirus
Mira,mirum m. Wonderlijk
Nullus
Nulla,nullum m. Geen
Pauci
Paucae,pauca v. Weinig; enkelen
Agere
Ago voortdrijven;doen
Bibere
Bibo drinken
Cognoscere
Cognosco leren kennen; vernemen
Desinere
Desino ophouden
Dicere
Dico zeggen; spreken; noemen
Emere
Emo kopen
Intellegere
Intellego begrijpen
Legere
Lego lezen; kiezen; verzamelen
Ostendere
Ostendo tonen
Quaerere
Quaero zoeken; vragen
Sumere
Sumo nemen
Vendere
Vendo verkopen
Vivere
Vivo leven
Hospes
Hospitis m. De gast; de gastheer
Pons
Pontis m. De brug
Aestas
Aestatis v. De zomer
Audere
Audo durven
Docere
Doceo onderwijzen
Tegere
Tego bedekken; beschermen
Metuere
Metuo vrezen
Considere
Consido gaan zitten
Deponere
Depono neerleggen
Discere
Disco studeren
Ducere
Duco leiden
Ludere
Ludo spelen; bespotten
Mittere
Mitto zenden; laten gaan
Ponere
Pono plaatsen; neerleggen
Relinquere
Relinquo achterlaten; verlaten
Vertere
Verto omkeren; veranderen in