VO.1: Van compensatie naar decompensatie

Question 1

Is de patiënt cardio-circulatoir maximaal belast geweest

Answer 1

Maximale hartfrequentie (220-leeftijd) bereikt: HRR < 15)
Zijn er aanwijzingen voor anaerobe arbeid
- Lactaat minstend met 8 mmol/L gestegen of BE met 8 mmol/L gedaald
- RQ of RER duidelijk >1 (zeker boven 1,2)

Question 2

Prestatievermogen

Answer 2

Indien iemand maximaal belast is geweest:
Hoe groot is de maximaal bereikte zuurstofopname in relatie tot de voorspelde waarde. Dit is de maat voor prestatievermogen: >85% normaal, 80-85% laagnormaal, 70-80% licht verlaagde, <70% duidelijk verlaagd

Question 3

Beperkende factoren

Answer 3

Ventilatie
Gaswisselingsstoornis
Circulatie

Question 4

Ventilatoir gelimiteerd

Answer 4

Een gezond persoon is cardiocirculatoir beperkt en heeft een ventilatoire reserver van 30-40%. Is de ademreserve <25% dan wordt de ademreserve aangesproken

Question 5

Ademreserve berekenen

Answer 5

De geschatte maximale ventilatie V’E max of maximale ademminuutvolume MAMV wordt berekend uit 40 x FEV1. De ademreserve wordt berekend uit de actuele ventilatie (V’Emax) en
de voorspelde V’Emax.
Ademreseve of BR = (V’Emax voorspeld – V’E max actueel ) / V’E max voorspeld) x 100%

Question 6

Ventilatoir falen

Answer 6

Zodra de BR richting 0% gaat (Dyspneu Index ~ 1) is er sprake van een ventilatoire limitatie.
Check dan PaCO2!
-Als arteriële PCO2 laag is (PaCO2 < 4,7 kPa) dan is de oorzaak van de ventilatoire limitatie hyperventilatie.
-Als de arteriële PCO2 hoog is, (PaCO2 > 6,4 kPa) die verder stijgt tijdens arbeid, spreekt men van ventilatoir falen

Question 6

Response van teugvolume en ademfrequentie

Answer 6

Stabiliseren (afvlakken) van VT bij toenemend ademminuutvolume is een aanwijzing voor een restrictieve longfunctie.
Wanneer het VT zelfs gaat dalen, past dat bij dynamische hyperinflatie.
Het afvlakken of zelfs afnemen van VT bij toenemend ademminuutvolume leidt tot een sterker toenemende ademfrequentie. Het laatste is ongunstig voor de doderuimte-ventilatie

Question 7

Dynamische hyperinflatie

Answer 7

Check hiervoor de Δ EELV (Δeind expiratoir long volume). Als deze > + 400 mL, dan is er sprake van dynamische hyperinflatie.

Question 8

Ti/Tot

Answer 8

Normaal is tijdens rustig ademen de expiratietijd langer dan de inspiratietijd (Texp > Tinsp), waarbij Ti/Ttot is ca. 43%. Dit komt door de expiratoire adempauze. Bij oplopende belasting moet de expiratietijd afnemen en neemt Ti/Ttot toe tot ca. 50% (de Tin en Tex lijnen lopen naar elkaar toe). Pathologisch: bij max inspanning: Ti/Tot <45% (dit is een aanwijzing voor expiratoire flow limitatie).

Question 9

Zijn er aanwijzingen voor een diffusiestoornis

Answer 9

Een dalende arteriële PO2 (< 10,7 kPa) en O2-sat (≤ 94%) kan wijzen op een diffusiestoornis. Hyperventilatie tegelijkertijd kan dit echter maskeren. Het is daarom beter om naar de
stijging in de AaDO2 te kijken. In rust moet deze < 2 kPa zijn. Bij maximale arbeid niet meer dan 4,7 kPa

Question 10

Zijn er aanwijzingen voor ventilatie-perfusiestoornissen

Answer 10

Een te lage arteriële PO2 en O2-sat in rust, die juist verbetert bij arbeid past bij V’/Q’-mismatch. Een relatief hoge A-aDO2 (dus > 2 kPa), die bij arbeid juist lager wordt, past hierbij.

Question 11

Is er sprake van dode ruimte ventilatie

Answer 11

De VDfys/VT moet in rust ca. 33% zijn en deze moet bij arbeid dalen tot onder de 20%. Een te hoog beginnende en niet dalende of zelfs stijgende VDfys/VT is een aanwijzing voor capillaire perfusiestoornissen.

Question 12

Zijn er aanwijzingen voor cardiovasculaire pathologie

Answer 12

Hoe is de hartfrequentie (HF) in rust en hoe is het verloop tijdens progressieve inspanning? Is deze lineair of is er een afwijkend patroon
Hoe is het verloop van de O2-pulse (VO2/HF)? Wanneer de O2-pulse horizontaal gaat lopen in combinatie met een plotseling sterker stijgende hartfrequentie is dit een aanwijzing voor een beperking in het slagvolume.
Wanneer de respons van de O2-pulse laag en afgevlakt is, past dit over het algemeen bij een lage en bij arbeid verslechterende O2-sat. Dan kan er sprake zijn van cardiovasculaire pathologie.

Question 13

Mechanische efficiëntie

Answer 13

(normale relatie: V’O2 toename 10 ml/min/Watt). De relatie tussen V’O2 en uitwendige belasting moet ongeveer in het normale gebied vallen. Een lage relatie (slope < 8,3 mlmin/Watt) of een bij toenemende belasting naar beneden afbuigende relatie wijst op een abnormale cardiale beperking.

Question 14

Anaerobe drempel

Answer 14

Is er een verlaagde anaerobe drempel (Anaerobic threshold, AT, of Ventilatoire Threshold VT)?
Normaal: AT of VT > 50-60% van V’O2max voorspeld
Afwijkend: AT of VT< 40% V’O2max voorspeld