VO.1: Microscopische anatomie en pathologie van nieren en urinewegen Flashcards

1
Q

Verschillen schors en merg

A

De merg heeft een lichtere kleur t.o.v. de schors. Daarnaast zijn in de schors duidelijk de glomeruli te zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Mergstrengen

A

Mergstrengen zijn uitstulpingen van het merg die zich in de schors bevinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verschillen proximale en distale tubulus

A

De proximale tubulus bevat microvili wat zorgt voor het zeer onregelmatige apicale celoppervlakte. Dit zorgt voor een vergroot absorptieoppervlak. De microvili bevinden zich in de proximale tubulus i.t.t. de distale tubulus, aangezien in de proximale tubulus meer reabsorptie plaatsvindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Glomerulus

A

Het nierlichaampje bestaat uit een kluwen van capillair lussen omgeven door het kapsel van Bowman. De buitenlaag van het kapsel, het parietale blad, bestaat uit platte epitheelcellen terwijl de binnenste laag, het viscerale blad, wordt gevormd door de podocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Podocyten

A

Epitheelcellen die een sterk vertakte structuur hebben met vele uitlopers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Urinepool

A

Hier gaat het eenlagig plaveiselepitheel van het pariëtale kapsel van Bowman over in het kubische epitheel van de proximale tubulus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vaatpool

A

De afferente of efferente arteriole gaan bij de vaatpool de glomerulus binnen. Indien juist getroffen, kan hier ook de macula densa worden gevonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly