VO.1 - Leefstijladvisering: motiverende gespreksvoering Flashcards

1
Q

wat kan men gebruiken om gezond gedrag na te streven?

A
  • goede communicatie en voorlichting: publiekscampagnes (STIVORO = stichting volksgezondheid en roken), zelfhulpgidsen, advies op maat programma’s en groepscounseling, arts naar patient (belangrijk en betrouwbaar)
  • faciliteren van gezond gedrag door bvb wetten en regels bvb rookverbod in openbare gebouwen en horeca
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarop is MGV gericht? Wat is hierbij belangrijk?

A
  • vergroten eigen motivatie
  • samenwerking arts en patient
    NIET:
  • overtuigen patient van de motivatie van de arts
  • persoonlijke mening van de arts boven de patient stellen

Belangrijke warden:
- compassie
- acceptatie
- reflectie

MGV is effectief is bewezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waarom zijn artsen belangrijk primaire preventie?

A
  • meeste winst door preventie en bevordering gezonde leetfstijl
  • rol arts onderschreven door overheid, KNMG< en de artsen zelf
  • artsen worden door mensen gezien als de meest betrouwbare bron an informatie over gezondheid
  • artsen hebben zelf behoeft aan het verbeteren van de leefstijl van patienten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke fases zijn er bij MGV?

A
  1. Engaging: zullen we samenwerken?
  2. Focusing: wat moet er veranderd worden?
  3. evoking: waarom zou ik veranderen?
  4. Planning: hoe moet ik veranderen?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke Fases zijn er in het stages of change model?

A
  1. Precontemplatie: overwegen (nog) niet om gedrag X te veranderen
  2. Contemplatie: overwegen om gedrag X te veranderen, maar nog niet op korte termijn
  3. Preparatie: van plan om binnen weken te beginnen met de verandering
  4. Actie: recent begonnen met nieuwe gedrag
  5. behoud: nieuw gedrag moet minstens 6 mnd volgehouden

LET OP: terugval kan voorkomen!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke soorten taal zijn er in een MGV gesprek?

A

Verandertaal: in proces van verandering –> bvb roken is inderdaad niet zo goed voor mijn gezondheid
–> Positief bekrachtigen

Behoudtaal: nog niet bereid te veranderen –> ik weet niet of ik het wel kan

Ambivalentie: hoort er ook bij en is een stap in de richting van verandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn belangrijke uitgangspunten bij MGV?

A
  1. Empathische houding: relatie, begrip voor emoties en gedachtes client, zonder oordeel of kritiek
  2. Naast de patient staan: ondersteunen hulpverlener en patient heeft de regie
  3. Ambivalentie exploreren: erkennen en bespreken
  4. Focus op verandering: versterken overtuiging dat ze bepaalde doelen kunnen bereiken (hebben de neiging dit te geloven)
  5. Aansluiten bij fase patient: verschillende behoeftes per fase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke gesprekstechnieken zijn van belang?

A
  • Open vragen stellen
  • Reflectief luisteren
    a) eenvoudig: u vindt het lastig of het maakt u verdrietig
    b) dubbelzijdige reflectie: aan de ene kant vindt u het lastig om te stoppen en aan de andere kant zou het wel goed zijn voor de gezondheid –> krachtig in vergroten ambivalentie en daarmee de motivatie voor verandering
    c) versterkte reflectie: hete is op dit moment totaal onmogelijk voor u om een te stoppen –> roept vaak weerstand op bij een patiënt om nee te zeggen –> is riskant maar kan ook goed uitpakken
  • non-verbale communicatie
  • actief luisteren
  • bevestigen/bekrachtigen
  • samenvatten, parafraseren
  • informeren: eerst ontlokken (vindt u het goed als ik u meer over x vertel?, daarna informeren)
  • meta-communicatie
  • ambivalentie benadrukken
  • patiënt motivatie pijlen op een schaal van 1 tot 10 terugkoppelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een belangrijke afkorting bij gesprekstechnieken?

A

ORBSI
- open vragen
- Reflectief luisteren
- bevestigen/bekrachtigen
- samenvatten
- Informeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke instrumenten kan je gebruiken?

A
  1. Agendasetting: aan het begin welke onderwerpen besproken zullen worden –> focus en verwachtingen gelijk houden
  2. Agendamapping: visuele manier om de onderwerpen van het gesprek te structuren en te prioriteren –> onderwerpen op papier en met pijlen en lijnen dingen verbinden –> welke onderwerpen belangrijker zijn en welke eerst besproken moeten worden
  3. Beslissingsbalans: verhogen motivatie door in kaart brengen voor- en nadelen van het gedrag
    - voordelen huidige gedrag
    - nadelen huidige gedrag
    - nadelen nieuwe gedrag
    - voordelen nieuwe gedrag
  4. Belangenmeetlat: belangrijkste motieven en doelen bepalen –> welke behouden en welke veranderen
  5. Vertrouwensmeetlat: mate van vertrouwen tussen hulpverlener client bespreken en verbeteren –> hoeveel vertrouwen heeft op een schaal van 1 tot 10 en waarom het niet LAGER is –> behouden op intentie om te veranderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly