VO 2 - Cognitieve gedragstherapie Flashcards

1
Q

Wat wordt er in het G-schema genoteerd?

A

Verband tussen gebeurtenis, gedachten, gevoelens en gedrag van een patiënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uitdaagtechnieken

A
  • Informatie verzamelen
  • Kansberekening
  • Taartdiagram
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Aan welke 2 voorwaarden moet een gedragsexperiment zich doen

A
  1. Het experiment moet haalbaar zijn voor de patiënt
  2. Voor elke mogelijke uitkomst moet duidelijk zijn wat die uitkomst betekent voor de geloofwaardigheid van de gedachte die wordt getoetst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly