Visuele waarneming Flashcards

1
Q

Wat doet V1?

A

V1 Er is iets visueels, globaal zw-wit, achtergrond-voorgrond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat doet V2?

A

V2 kleur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat doet V3?

A

V3 Perceptie van vorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat doet V4?

A

V4 Kleurperceptie complex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat doet V5?

A

V5 Beweging, mn snelle beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke ervaring gaat gepaard met transcraniaal magnetisch stimuleren van de primaire visuele cortex (V1)?

A

je gaat overal iets zien, zelfs als je je ogen dicht hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is Achromatopsie en waar komt het voor?

A

kleurenblindheis, V2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is Akinetopsie en waar komt het voor?

A

selectieve bewegingsblindheid, V5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is kleuragnosie en waar komt het voor?

A

Kleuren niet kunnen benoemen of herkennen, V4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is Prosopagnosie en waar komt het voor?

A

Gezichtsblindheid V

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is Hemianopsie en waar komt het voor?

A

halfzijdige blindheid kruising tussen z

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is blindsight en waar komt het voor?

A

Blindsight wordt veroorzaakt door schade aan de primaire visuele cortex (V1). Dit gebied is gelegen in de achterzijde van het brein en is relevant voor zicht. Mensen met blindsight zijn zich niet bewust van stimuli die gepresenteerd worden in bepaalde regio’s van hun visuele veld (blind). Echter, wonderbaarlijk genoeg hebben deze stimuli toch een effect op het gedrag van de patiënt (sight).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het verschil tussen sensatie en waarnemen?

A

gewaarwording dat er iets is en dat het wat kan betekenen

Waarnemen/perceptie : betekenisgeving d.m.v. associatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de ‘waar’ route?

A

V1 V2 V3 V5 naar boven naar de parietaalkwab (ruimtelijk denken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de ‘Wat’ route?

A

V1 V2 V4 naar onderen naar temporaalkwab (herkennen, geheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is closure?

A

het afmaken van iets wat er niet is. Illusies.

17
Q

Wat is Palinopsie?

A

Dat het beeld blijft hangen, nabeelden?