Geheugen Flashcards

1
Q

Wat is het verschil tussen impliciet en expliciet leren?

A

Impliciet: Non declaratief: vaardigheden priming conditionering en habituatie.
‘niet verklaarbare herinneringen’
- Weten hoe je keukengerei moet gebruiken en jezelf elke dag moet aankleden
- Navigeren door een bekend gebied, zoals uw huis of buurt
- Herinnerend hoe je water kookt om het avondeten te bereiden, of autorijden
- Onthoud de woorden van een populair liedje na het horen van de eerste paar noten

Expliciet: Declaratief: Episodisch= gebeurtenissen, Semantisch= taalbegrip

  • Alle items op uw boodschappenlijst
  • Geboortedata van vrienden en familieleden
  • Belangrijke gebeurtenissen uit uw leven, zoals uw afstuderen op school, huwelijk of een andere opmerkelijke mijlpaal
  • Namen en locaties van verschillende landen op een kaart

Het emotionele geheugen
Dit gedeelte van het lange termijn geheugen is zowel bewust als onbewust toegankelijk.
- Het weerzien van een bepaalde plek een goed gevoel bij je oproept omdat je daar je eerste kus kreeg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is en waar zit het KTG?

A

In het korte termijn geheugen wordt informatie dat we via onze zintuigen binnen krijgen (visueel, auditief, tastzin, smaak en geur) voor korte duur opgeslagen.
- VB: Het onthouden van een telefoonnummer dat iemand je zojuist verteld heeft.

Locatie:
Motorische cortex     beweging
sensorische cortex    tast
olfactorische cortex   geur
occipitaal cortex         zicht
Gustatorische gebied smaak
auditieve gebied       gehoor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is en waar zit het LTG?

A

Locatie:
Expliciet: Temporaalkwab en hippocampus, onderste gedeelte van frontaalkwab
Impliciet: motorische schors (motor cortex) (Afb. 1B2) en kleine hersenen (cerebellum)
Emotie: Hippocampus Amygdala en rechts parietaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is associatie?

A

koppelen van twee gebeurtenissen (conditioneren=leren door associaties, stil zitten->snoepje)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is habitatie?

A

wennen en mogelijk ook wegfilteren van prikkels,

- treingeluid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn het primacy en recency effect

A

Primacy: eerst aangeboden dus goed onthouden
Recency: Laatst aangeboden dus best bijgebleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is encoderen?

A

opslaan in geheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is interferentie?

A

nieuwe herinnering vervangt andere (oudere) doordat het sterker is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly