Virale infecties Flashcards

1
Q

Kliniek van Mazelen infectie?

A

 Hoge koorts (40°)
 Rhinitis
 Conjunctivitis
 Droge hoest
 Enantheem: Koplik vlekjes op wangslijmvlies (pathognomonisch
 Exantheem: confluerend roze maculopapuleus exantheem: Begint achter de oren, in het aangezicht, strekt uit naar de borst en de buik en eindigt op de extremiteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke zijn de complicaties van mazelen?

A

o Bronchopneumonie
o Bacteriële infectie: otitis media
o Encefalitis (hoofdpijn, gedaald bewustzijn, convulsies, coma)
o Subacute scleroserende panencefalitis:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kliniek van subacute scleroserende panencefalitis?

A

7 jaar na doormaken van de ziekte neurologische aftakeling; visusdaling, spraakstoornissen, coördinatiestoornissen, convulsies leidend tot dementie, stupor, decerebratie, overlijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Definitei van subacute sleroserende panencefalitis?

A

lethal, generalized, demyelinating inflammation of the brain caused by persistent measles virus infection

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer overlijden kinderen bij de diagnoe van SSPE?

A

Gemiddeld na 1-3 jaar na diagnose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe stelt men de diagnose van SSPE?

A
  • EEG

- Lumbaalpunctie: gestegen anti-mazelen IgG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Transmissie mazelen?

A

Druppelinfectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Transmissie bof?

A

Druppelinfectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verwekker van bof?

A

Paramyxoviridae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

PF Bofinfectie?

A

Na transmissie treedt er een secundaire infectie van de speekselklieren op (voornamelijk parotis speekselklier) –> kan zich verweerder uitbreiden naar traanklieren, thyroid, borsten, pancreas, testis en CZS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kliniek van hofinfectie?

A
  • Milde koorts

- Ontsteking speekselklieren –> meestal parotitis (meestal unilateraal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Complicaties van Bofinfectie?

A
  • Meningo-encefalitis:
  • Orchitis
  • Acute pancreatitis
  • Gehoorverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Behandeling van BOFinfectie?

A
  • Zelflimiterend, pijnstilling

Preventie door middel van vaccinatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verwekker rubella infectie?

A

Rubellavirus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Transmissie rubella?

A

Aerogene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kliniek van rubella?

A
  • Milde luchtweginfectie
  • Lymfadenopatheie
  • Enantheem: forchheimer spots (rode vlekken op zacht verhemelte)
  • Exantheem: maculopapuleuze rash beginnende achter de oren en geleidelijk aan uitbreidend over heel het lichaam met uitzondering van handpalmen en voetzolen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Complicaties van rubella?

A
o	Artritis 
o	Encefalitis 
o	Trombopenie (purpura)  
o	Myocarditis 
o	VOORAL: foetale beschadiging na infectie tijden eerste trimester van de  zwangerschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Behandeling rubella?

A
  • Zelflimiterend

- Vaccinatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de meest frequente vorm van HSV bij kinderen?

A

Gingivostomatitis

20
Q

Welke zijn de complicaties van een varicella?

A
  • Bacteriële sufinfectie (impetigo)

- T-cel deficiëntie –> hemorrhagische varicella (vasculitiden)

21
Q

Behandeling van varicella zoster infectie?

A
  • Preventie: vaccinatie of immunoglobulines

- Zelflimiterend: analgetica en zinkoxidepasta

22
Q

Waartoe leidt een EBV infectie?

A

Mononucleosis infectiosa (klierkoorts)

23
Q

Waarvoor staat EBV?

A

Ebstein-Barr-Virus

24
Q

Transmissie EBV?

A
  • Aerogeen

- Speeksel

25
Q

Kliniek van mononucleosis infectiosa?

A
	Koorts 
	Vermoeidheid 
	Tonsillofaryngitis: wit beslag op tonsillen 
	Lymfadenopathie 
	Hepato-splenomegalie 
	Rash 
	Icterus 
	Begint vaak met een periorbitaal oedeem
26
Q

Diagnose van mononucleosis infectiosa?

A
  • Serologie bepaling

- Bloedfilm: atypische lymfocyten

27
Q

Verwekker van mononucleosis infetiosa?

A

Ebstein-Bar Virus = HHV 4

28
Q

Welk kenmerk is typisch voor de huiduitslag bij mononucleose?

A
  • Maculopupeuze rash

- Verergering van de rash na inname van aminopenicilline (amoxicilline, ampicilline)

29
Q

Behandling van mononucleosis?

A
  • Symptomatisch: vocht , pijnstilling, …

- Geen ampicilline geven!

30
Q

Verwekker van erythema infectiosum?

A

Parvovirus B19

31
Q

Transmissie van erythema infectiosum?

A

Aerogeen

32
Q

Kliniek van erythema infectiosum?

A
  • Weinig of geen koorts,
  • Myalgie, artralgie
  • Rode wangen (slapped cheeks)
  • Symmetrische maculopapulair erytheem op romp en ledematen –> later centrale verbreking met vorming van kenmerkende reticulair uiterlijk
33
Q

Behandeling van erythema infectiosum?

A

Geen, zelflimiterend

34
Q

Synoniem van exanthema subitem?

A

Roseola infantum

35
Q

Verwekker van exanthema subitum?

A

HHV 6 (zeldzaam ook HHV7)

36
Q

Transmissie van exanthema subitem?

A

Aerogeen

37
Q

Kliniek van exanthema subitem?

A

o De ziekte begint met zeer hoge koorts 39-41°C of meer
o Koorts verdwijnt heel abrupt
o Exantheem is meestal tamelijk discreet en maculeus of maculopapuleus –> eerst op romp, van hieruit verder naar nek en bovenste ledematen
o Rash lijkt op die van mazelen en van rubella –> MAAR duurt slechts enkele uren tot 2 dagen
o Vaak is er ook een polyadenopathie

38
Q

Welke zijn de verschillende kinderziekten?

A

1e: Mazelen
2e: Scarlatina
3e: Rubella
5e: Erythema infectiosum
6e: Exanthema subitem
- -> waterpokken

39
Q

Tot welke aandoeningen kan echovirus leiden?

A

o Myocarditis
o Encefalitis/meningitis
o Verkoudheid

40
Q

Verwekker van Hand-Foot-Mouth disease?

A

Coxsackie A en B virus

41
Q

Kliniek van hand-foot-mouth disease?

A

Vesikels op handen, voeten en in de mond.

42
Q

Uit welke virusfamilie is RSV?

A

Paramyxoviridae

43
Q

Kliniek an RSV infectie?

A

Bronchiolitis:
- Tachypneu, tirage en wheezing

–> bij oudere kinderen (> 2 jaar) geeft het enkel een lichte verkoudheid

44
Q

Waarvoor staat RSV?

A

Respiratoir syncytiaal virus

45
Q

Welke afwijkingen op rx zijn te zien bij RSV infectie?

A
  • Peribronchiale verdikking
  • Hyperinflatie
  • Consolidatie door pneumonie door atelectase
46
Q

Diagnose van RSV?

A
  • Nasopharyngeaal aspiraat
  • RX thorax
  • Saturatiemeting/ bloedgas
47
Q

Behandeling RSV infectie?

A
  • Luchtbevochtiging
  • 02 monitoring
  • Behandelen van uitputting, voedingsproblemen en dehydratatie