vijf tradities in de psychologie Flashcards

1
Q
  • Wie ontwikkelde de psychoanalyse?
A

Freud en jung

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  • Wat stelt de psychoanalyse voor psychologische functioneren?
A

Psychologische functioneren wordt bepaald door instinctieve drijfveren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  • waar ligt in de psychoanalyse de naduk op?
A

Onbewuste psychologische conflicten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  • waar komen de conflicten vandaan volgens de psychoanalyse?
A

Uit de kindertijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  • wat is het kritiek tegen de psychoanalyse?
A

Dat veel theorieën niet kunnen worden weerlegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  • waar richt de persoonlijkheids leer zich op?
A

Het meten van persoonlijkheidskenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  • wat is de oude benadering van persoonlijkheids leer?
A

Vaste profielen maken van mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  • wat is de huidige manier van meten van de persoonlijkheidsleer?
A

Het meten op een schaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  • welke onderzoekers hebben belangrijk werk gedaan voor persoonlijkheidskenmerken?
A

Eysenck en cattell

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  • wat stelt de persoonlijkheidsleer over erfelijke factoren?
A

Dat een deel van de kenmerken genetische bepaald is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  • waarom is de persoonlijkheids leer vatbaar voor circle redenatie?
A

Men weet niet of iemand kenmerken kloppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  • welke invloed heeft de persoonlijkheids leer op A&O?
A

voor het verband met werkprestaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  • wat is de fenomenologie?
A

Hoe mensen de wereld om hen heen ervaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  • wat is zelfrealisatie?
A

Het vervullen van zijn potentieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  • wat is de humanistische benadering?
A

Het streven naar persoonlijke groei, zelfrealisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  • welke invloed heeft de fenomenologie op A&O?
A

op motivatie en loopbaan ontwikkeling

17
Q
  • wat is behaviorisme?
A

Studeren van observeerbaar gedrag

18
Q
  • hoe kijkt behaviorisme aan tegen persoonlijkheidskenmerken?
A

Dit is niet nodig te gebruiken

19
Q
  • wie wordt gezien als grondlegger van het operante conditionering?
A

Skinner

20
Q
  • waar verwijst bekrachtiging naar?
A

Als het gedrag een gunstige uitkomt heeft

21
Q
  • waar verwijst bestaffing naar?
A

Als gedrag een ongunstige uitkomst heeft

22
Q
  • wat is de kern van de sociaal cognitieve traditie?
A

Sociaal leren

23
Q
  • wat is sociaal leren?
A

We leren door bestraffing en bekrachtiging die anderen krijgen

24
Q
  • wat is mentoring?
A

niet ervaren mensen gedrag overnemen van de ervaren mensen

25
Q
  • wat is de sociaal cognitieve theorie?
A

Gedachte processen worden gebruikt om de sociale interactie te interpreteren.

26
Q
  • Wat is sociale cognitie?
A

Iemand is gemotiveerd zijn omgeving te begrijpen en voorspelbaarheid te creëren

27
Q
  • Wat is wederkering determinisme?
A

De mens is het product van zijn omgeving, maar kan de omgeving ook beinvloeden

28
Q
  • Wat is zelfwerkzaamheid of zelf-efficacy?
A

De mate dat iemand denkt gedrag te kunnen vertonen in een situatie dat nodig is.

29
Q
  • Welke invloed heeft ons zelfbeeld bij de informatie verwerking?
A

We zijn geneigd om informatie die overeen komt met het zelfbeeld beter te onthouden

30
Q
  • Wat zijn schema’s?
A

Kennisstructuur om situaties te begrijpen

31
Q
  • Wat zijn scripts?
A

Schemas die een opeenvolging van handelingen hebben

32
Q
  • Wat doen we met informatie die niet in schema’s of scripts past?
A

Dit zorgt voor een aanpassing van de schema’s of scripts

33
Q
  • Wat wordt er gedaan met vragenlijsten om de interpretate van mensen te toesten in A&O?
A

Om een objectieve realiteit mee te maken