Vetgedrukte zaken Deel II Flashcards

1
Q

arteriosclerose

A

degeneratie tunica media
endotheelschade (tunica intima)
= slagaderverharding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

atherosclerose

A

degeneratie tunica intima
neg. effect op tunica media
=slagadervervetting
Waar het endotheel aangetast is kan een arteriele thrombose vormen -> sclerosering vd wand = atheromateuze plaque -> OCCLUSIE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Anigna pectoris

A

= HYPOXIE v myocard met kritische STENOSE

3 criteria zie andere kaartjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

AMI

A

= NECROSE v myocard door OCCLUSIE (= artertiele thrombus)
Klein/gemiddeld/groot
HEART

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Troponinen

A

Komen vrij bij genecroseerd myocardspierweefsel (=AMI)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hartfalen

A

meest frequente oorzaak: coronairlijden / art. hypertensie
probleem (medicatie)
- hartfrequentie/snelheid (B-blokkers)
- contractiliteit/kracht (Digitalis)
- preaload/volume (diuretica)
- afterload/druk (perifere vasodilatantia)
- instroombelemmering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

NYHA class

A

Dyspnee bij:

i: felle inspanning
ii: matige inspanning
iii: geringe inspanning
iv: rust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

VKF

A
Meest frequente stoornis vh geleidingsweefsel
CAVE CVA (1/6)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Elk antiraritmicum is

A

potentieel aritmogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Arteriële hypertensie

A

> 140/90 (risicopersonen: 130/80)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Antihypertensiva

A
A: ACE / ARB
B: B-blokker
C: Calcium antagonisten
D: Diureticum
beste combi: AD of BC
Bij jongere starten met A
Oudere starten met C of D
Negroïde: altijd starten met C of D
Na AMI altijd B
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Anemie

A

Te weinig RBC:

  • Bloeding
  • Gestoorde aanmaak: meest voorkomende: Ferriprieve anemie
  • Toegenomen afbraak: hemolytische anemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Polycytemie

A

Te veel RBC

  • Primair: Beenmergwoekering
  • Secundair: Meer RBC aanmaak door ander probleem (niertumor)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Leucopenie

A

Agranulocytose = granulocytopenie (medicatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Leucocytose

A

Benigne toenamen WBC

  • Linksverschuiving = granulocytose (bact inf + CML)
  • Rechtsverschuiving = lymfocytose (vir inf + CLL)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Thrombocytopenie

A

Te weinig bloedplaatjes

  • Gedaalde aanmaak
  • Verhoogde afbraak
17
Q

Thrombocytose

A

Te veel bloedplaatjes

  • primaire vorm = beenmergprobleem
  • secundaire vorm = reactief