Verkleinwoorden Flashcards

1
Q

Wanneer schrijf je NKJE OF ETJE

A

bij woorden die eindigen op NG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat doe je bij woorden die eindigen op een i

A

Daar voeg je een e toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat doe je bij woorden die eindigen op Y of U

A

Schrijf je een apostrof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer gebruik je nog meer een apostrof

A

Bij cijfer en letterwoorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly