Meervoud Flashcards
1
Q
Wat schrijf je bij de ikvorm?
A
+ten of +den
2
Q
Wat is de regel van het kofschip
A
- Neem de stam van het werkwoord (schroeven > schroev)
- Bepaal de laatste letter van de stam (v)
- Komt die letter voor als medeklinker in ‘t kofschip > +ten
Komt die letter niet voor als medeklinker in ‘t kofschip > +den
3
Q
Wat geldt er bij de letter x
A
Die telt ook mee als s in het kofschip