verdoven onder- en bovenkaak Flashcards
Wat is aspireren?
Om te voorkomen dat je in een bloedvat zit moet je voor dat je gaat spuiten eerst een beetje opzuigen; komt er bloed in de carpule dan zit je verkeerd.
Hoe wordt de lengte en dikte van een naald aangegeven?
lengte in mm en dikte in gauge; hoe hoger dit getal hoe dunner de doorsnede
Wat geeft de zwarte stip op het dopje aan
de open kant van de bevel van de naald
noem 3 systemen om niet te hoeven recappen
1 ultra safe plus
2 safe point
3 insafe
Hoeveel verbruik je van de carpule bij infiltratie?
1/3 voor een eenvoudige ingreep
Hoe diep steek je bij infiltratie?
ongeveer 1/2 cm
Wat is een goede werkhouding en afsteuning?
werkhouding 12 uur en 9 uur positie, afsteunen met ringvinger en pink aan de buitenkant van de wang/kin
wat zijn voorbehouden behandelingen?
Handelingen die risico’s met zich mee brengen als ze uitgevoerd worden door behandelaars met onvoldoende scholing.
Noem 7 voorbehouden handelingen in de thk
1 röntgenfoto's 2 anesthesie 3 prepareren 4 hechten 5 parodontale chirurgie 6 extracties 7 voorschrijven medicatie
Wat is het verschil tussen bevoegd en bekwaam?
Bij bevoegd heb je voldoende kennis om voorbehouden beh. te doen en je staat inschreven bij het big-register. Bekwaam wil zeggen dat je genoeg ervaring hebt om de beh. op een goede manier te doen.
Wat betekend de wet-BIG in de praktijk voor ons als assistentes?
Pt. Moet toestemming geven, weten wie hem behandelt en wat voor iemand dat is.
Bij anesthesie kun je een verkorte anamnese doen. Welke vragen stel je? (4)
1 is er iets veranderd aan uw gezondheid?
2 is er iets veranderd aan de medicatie? (indien van toepassing)
3 bent u onlangs door een arts of specialist behandeld?
4 bent u ergens allergisch voor?
Noem de eerste 3 ASA scores
1 gezond
2 lichte systemische afwijkingen die de dagelijkse activiteit niet belemmeren
3 activiteitsbelemmerende systemische afwijkingen
ASA gaat door tot 6 maar die zien we niet.
Noem de twee werkzame stoffen die in lokale anesthesie zitten
1 lokaal anestheticum, blokkeert de natriummembranen
2 vasocontrictor, stof die de bloedvaten vernauwen
Noem 2 anestheticums en hun werking
1 Articaïne, bindt zich gedeeltelijk aan de eiwitten, het niet-gebonden deel dringt goed door het bot en de zenuwen. Hierdoor verspreiding in het lichaam waardoor het hart ook minder kan gaan pompen. Het wordt afgevoerd door de lever en nieren.
2 Prilocaïne, ook gebonden aan eiwitten maar valt langzamer uit elkaar en geeft hierdoor minder systemische effecten.
Noem 2 vasocontrictors en hun werking
1 adrenaline (Epinefrine), wordt aangemaakt in stress situaties zoals pijn maar veroorzaakt ook hartkloppingen, stijging bloeddruk en versnelde ademhaling. 2 Felypressine, deze vernauwt vnl de venen, de afvoerende vaten eb heeft veel minder systemisch effect.
Noem 4 systemische afwijkingen waarbij je anestheticum moet verminderen
1 slechte hartfunctie
2 slechte leverfunctie
3 slechte nierfunctie
4 glaucoom
Noem 5 systemische afwijkingen waarbij je vasocontrictor moet verminderen
1 slechte hartfunctie 2 hoge bloeddruk 3 ziektes aan luchtwegen 4 slecht ingestelde diabetes 5 te hardwerkende schildklier
Noem 4 punten waarbij je op moet letten als een vrouw zwanger is.
1 Articaïne in de eerste mnd van de zwangerschap omdat deze met eiwitten bindt
2 prilocaïne kan een slechte invloed op de vrucht hebben
3 felypressine lijkt op het hormoon dat ook de baarmoeder laat samentrekken
4 epinefrine heeft ook een samentrekkend effect op de baarmoeder, liever niet in de laatste mnd.
Welke twee complicaties kunnen er optreden?
1 lokale
2 systemische
Noem 7 lokale complicaties
1 naaldbreuk 2 pijn 3 onvoldoende werking 4 ongewenste uitbreiding 5 verwonding 6 langdurige werking 7 plaatselijk bleekheid
Noem 3 systemische complicaties
1 Vasovagale collaps/ flauwvallen
2 hyperventilatie
3 allergische reacties (soms anafylactische shock)
Wat moet je doen na een prikaccident? (4)
1 laat de wond goed doorbloeden
2 spoel de wond met water en/of fysiologisch zout
3 desinfecteer de wond met alcohol 70%
4 bij contact met slijmvliezen/ogen spelen met water of fysiologisch zout
Wat kan er overgedragen worden bij een prikaccident?
2
1 virussen zoals Hepatitis en HIV
2 bacteriën
Hoe om te gaan met naalden? (6)
1 niet recappen
2 rustig werken
3 direct na gebruik verwijderen
4 container stabiel plaatsen en binnen handbereik
5 container vullen tot de lijn, nooit iets er uit halen
6 afspraken maken en melden bij prikaccidenten
Wat zijn de voordelen van intraligamentaire anesthesie? (5)
1 weinig vloeistof nodig 2 el apart verdoven 3 goede aanvulling op de andere verdoving 4 niet door het slijmvlies heen prikken 5 korte naald, minder 'bedreigend'
Wat zijn de nadelen van intraligamentaire anesthesie? (6)
1 heel langzaam inspuiten 2 niet pijnloos 3 niet altijd diep genoeg 4 parodontium kan ontstoken raken 5 napijn door weefselbeschadiging 6 vieze smaak
Noem de plakken die geschikt zijn voor het inbrengen van de naald bij intraligamentaire anesthesie
de overgangen van de approximale vlakken naar vestibulair en pal/ling en net naast de wortelsplitsingen.