Verdiepingsvragen GEZ Psych samenvatting Flashcards
Macrofagen in het niet-specifiek afweersysteem (2e afweerlinie)
Bevestigen zich aan weefsels
Neutrofielen in het niet specifiek afweersysteem
stromen door het bloed heen
General-adaption syndrome (GAS) Selye
Alarm reactie - weerstand (aanpassen aan de stressor - Uitputting (chronische stress)
Wat voor soort hypothese: Sociale support is voordelig voor de gezondheid, ongeacht hoeveel stress iemand ervaart - de voordelen zijn gelijkwaardig onder lage en hoge stress situaties
Direct-effects hypothese
Mensen die zich bevinden in situaties die ze niet kunnen controleren en die tot herhaald mislukken leiden. Is een belangrijke karakteristiek van depressie,
Learned helplessness
Mensen die zich in een uitzichtloze situatie bevinden maken attributies over 3 dimensies:
Intern - extern (het is mij overkomen)
Stabiel - onstabiel (langdurig of kort)
Globaal - specifiek (Ik ben nou eenmaal chaotisch)
Hardiness
Controle - betrokkenheid - uitdaging
Welke route tussen stress en ziekte: Door lichamelijke veranderingen roept het stress op
Directe route
Welke route: Door bepaald gedrag kan stress worden opgeroepen
Indirecte route
Hoe snel mensen een fysieke of psychologische aandoening krijgen is afhankelijk van het samenspel van hun predispositie en de hoeveelheid stress die ze ervaren
Diathesis-stress model
Schadelijke chemische of fysische middelen bvb x-ray, tabak, asbest die lichaamcellen kunnen beschadigen.
Carcinogenen
Hypertensie
Aanhoudend hoge bloeddruk
Er zijn 4 problemen in patronen van mensen bij het gebruik van verschillende coping methodes
Consistent - meerdere methodes - korte termijn andere methodes dan langere termijn - genetische invloed op copingstijl
Coping
Waargenomen discrepantie tussen de eisen en de eigenmogelijkheden
5 manieren om stress te verminderen
Sociale support - managen van interpersoonlijke problemen - verbeteren van pers. controle - time management - lichaamsbeweging
Proces van klassieke conditionering die aangeleerd gedrag omkeert.
desensitatie
Gebasseerd op operante conditionering
Bio-feedback
Produceren lymfokines die andere T-cellen stimuleren om te groeien. Zorgen voor vertraging van immuunreacties vooral die voor huidirritaties zorgen
Uitgestelde overgevoeligheid T-cellen
Stimuleren lymfocyten om antigenen aan te vallen
Helper t-cellen
Vertragen en stoppen immuunprocessen als infectie vermindert
Supressor T-cellen
Organen van het immuunsysteem
beenmerg, thymus, lymfeknopen en milt
systolische bovendruk
is de maximun druk wanneer het hart bloed in de slagaders pompt.
Bloedplaatjes
worden geproduceerd in beenmerg, voorkomen bloedverlies bij wondjes.
… Bestaat 55% van het bloed uit. bestaat voor ongeveer 90% uit water
Plasma
Bestaat uit een set van klieren die vaak samenwerken met het automatisch zenuwstelsel. Speelt een belangrijke rol in de HPA-As
Endocriensysteem
Zorgt voor regulatie van bloedsuiker of glucose door de productie van hormonen glucagon of glucose
Pancreas
Bevat middenbrein, pons, reticulair (netwerk van neuronen) en medulla
Hersenstam
Ligt aan achterkant van brein. Is belangrijk bij coördineren van bewegingen en aanhouden van lichaamsgewicht
Cerebellum
Operante conditionering
Straf
Klassieke conditionering
herhaalde stimulus lokt respons uit
We zijn allemaal terminaal
Ziekte-gezondheid continuüm
Axon
Verzend informatie (die balon dingen ertussen)
Dendrieten
Ontvangt informatie
Cellichaam
Bevat nucleus en celstructuren
Gliacellen
Groeien na geboorte veel. Zijn hulpcellen: regelen en behouden neuronen
Centraal zenuwstelsel
Brein en ruggenmerg
Telencephalon
Cerebum en limbisch systeem
Diencephalon
Thalamus en hypothalamus
Hypothese: Dat sociale support de gezondheid beïnvloedt door de persoon te beschermen tegen negatieve effecten van hoge dosis stress
bufferhypothese