Brainscape's Knowledge GenomeTM

Browse over 1 million classes created by top students, professors, publishers, and experts.


See full index

Gezondheidspsychologie OU > Gezondheidspsych begrippen > Flashcards

Gezondheidspsych begrippen Flashcards

1
Q

Transcutane electrische zenuwstimulatie is gebaseerd op

A

Poorttheorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Lossen vitamine A&D vetten op?

A

Nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De correlatie met ziekte en SRRS is 0,30

A

Goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Over probleemdrinkers, hoe je het best het probleem aan kunt pakken.

A

inzichtgevende psychotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat geeft een ontsteking op de wond, zitten van nature in weefsels en activeren het immuunsysteem?

A

Algogene substanties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke term hoort niet bij de theory of planned behavior? Attitude, Intentie, Sociale druk of verwachte gedragscontrole

A

Sociale druk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

In de twaalfvingerige darm/duodenum wordt vet door werking van bepaalde enzymen opgesplitst in twee andere stoffen. Waar komt dat enzym vandaan?

A

Pancreas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voedingsvezels zorgen voor

A

Een vlotte doorgang door het spijstverteringskanaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Afleiding werkt het beste bij:

A

Milde en matige pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Zaadcellen en eicellen bestaan als enige uit … chromosomen

A

23

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Pijn als gevolg van een verwonding staat bekend als:

A

Organische pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De meest complexe organisatie in onnze gezondheidszorg is

A

ziekenhuizen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Jan ervaart stress als hij opmoet voor zijn tentamen. Omdat hij ACHTERAF vindt dat hij niet goed geleerd heeft. Dit is een vorm van…

A

Secundaire appraisal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Moos: iemand die het medisch advies leert en dit uit leert voeren heeft te maken met een…

A

Aanpassingstaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Contra-irritatie is gebaseerd op

A

De poorttheorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Pepsine breekt …. af

A

eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

… laat beide genetische eigenschappen in het fenotype zien.

A

ABO-type

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Bij het ouder worden gaat de …. omhoog

A

systolische druk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is het belangrijkste verschil tussen de SRRS en de Hassels scale?

A

De Hassels scale bevat veel dagelijkse zaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Noem 3 soorten pijn waarbij geen directe fysieke prikkel aanwezig is

A

Neuralgie, Fantoompijn en Causalgie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

De beste strategie op pijn aan te kunnen is …

A

herdefiniëring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Way is redelijk effectief bij het stoppen met alcohol?

A

Inzichttherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Belangrijkste voedingsstof voor bloeddruk is …

A

Natrium (sodium)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Een revalidatiecentra is …

A

Een categoriaal ziekenhuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Een algemeen psychiatrisch ziekenhuis behoort tot:

A

Intramuraal, tweede echelon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Neurotic triade komt uit de …

A

MMPI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Rode bloedlichamen zorgen voor …

A

een hogere bloeddruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Fysiologische oorzaken kunnen ziekte veroorzaken. Hoort bij het … model

A

Biomedisch model

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Het endocrien systeem wordt aangestuurd door de …

A

Hypothalamus en hypofyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Theory of Planned behavior

A

Attitude, subjectieve norm, waargenomen gedragscontrole

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Stages of change model

A

pre-contemplation, contemplation, preparation, action, maintenance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Abstinence-violation effect

A

Door schuldgevoelens na een kleine terugval (lapse) zien mensen dit soms als persoonlijk falen, waardoor de kans op gehele terugval (relapse) groter wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

De Protectie-motivatie theorie (PMT)

A
  1. Het inschatten van de dreiging.
  2. Het inschatten van de middelen om met de dreiging om te gaan (inschatting van de eigen coping strategieën).
34
Q

Maladaptieve respons (PMT)

A

Gedrag dat niet goed is voor de gezondheid

35
Q

Theory of planned behavior en ASE model werken beide met ….

A

Waarde verwachtingsmodel

36
Q

ASE model

A

Attitude, sociale invloed, eigen effectiviteitsverwachting

37
Q

Health belief model

A

Waargenomen dreiging, waargenomen vatbaarheid en cues tot actie

38
Q

Social cognitive theory van Bandura:

A

Uitkomst verwachtingen, modelling en eigen effectiviteitsverwachtingen
–> intentie –> gedrag

(Basis voor gezondheidspsychologie interventies)

39
Q

Niet durven voorstellen om condoom te gebruiken aan partner:

A

Eigen effectiviteit

40
Q

Voorbeeld van indirecte coping

A

Gedrag

41
Q

Een zieke werknemer in een fabriek is ziek. Vervolgens worden er steeds meer werknemers vaker ziek

A

Mass psychogenic illness

42
Q

niet-medici die informatie en interpretaties geven over iemands symptomen.

A

Lay-referral network.

43
Q

Ziektes/ klachten als resultaat van medische behandeling

A

Iatrogenic conditions/Iatrogenisch

44
Q

Wat gebeurt er als je je aandacht richt op pijn?

A

Het wordt erger

45
Q

Pepsin wordt gemaakt in de …

A

Maag

46
Q

3 fasen van stressfactoren volgens Lazarus:

A

Harm-loss, Threath en Challenge

47
Q

Kubler-Ross: fasen in stervensproces. “je kunt in meerdere fasen tegelijk zijn”

A

Goed

48
Q

Wat gebeurt er met je hartfrequentie en het slagvolume bij regelmatig intensieve lichaamsbeweging?

A

Omlaag gaan van de hartfrequentie en omhoog gaan van het slagvolume.

49
Q

Neuralgie/neuralgia

A

Stekende pijnscheuten langs een zenuwbaan

50
Q

Patiënt die in hulpeloze toestand verkeert wordt door artsen en verpleging gezien als:

A

Goede patiënt

51
Q

Kritiek vanuit transactionele stresstheorie op de SRRS

A

Gaat niet in op de impact van het life-event

52
Q

Welk enzym maakt de lever aan

A

Catalase

53
Q

Hardiness:

A

Gevoel van betrokkenheid, beheersbaarheid en uitdaging

54
Q

Gezondheidsgedrag, ziekte gedrag en ziekterolgedrag zijn vormen van …

A

Preventie

55
Q

Stress reduceren voor een operatie door…

A

Gedragscontrole, informatieve controle en cognitieve controle

56
Q

Door het hardlopen maakt het lichaam … aan

A

Endorfine

57
Q

Bij de niet-specifieke afweer van het menselijk lichaam spelen zogenaamde …. een belangrijke rol

A

fagocyten

58
Q

Als je ‘appraisal’wilt meten kun je dat het beste doen door een standaardstressor in een gedragslaboratorium toe te passen en dan

A

De instructie aan de proefpersoon veranderen

59
Q

Progressieve relaxatie wordt meestal gecombineerd met ….

A

modeling

60
Q

Om stress te voorkomen kan men het beste … controle toepassen

A

Cognitieve controle

61
Q

Om NA de operatie goed/snel te herstellen kun je het beste voor de operatie een houding aannemen van

A

matig bezorgd zijn

62
Q

Waar of niet waar: versterking van de marktpositie is een onderdeel van het kwaliteitsbeleid voor ziekenhuizen

A

Waar

63
Q

Dimensie van pijn is een interactie tussen …

A

psychisch en fysiek

64
Q

Wat is belangrijk voor stress reactie: Emotionele steun, type-A gedrag en …

A

leeftijd

65
Q

Wat is de functie van Hemoglobine

A

Zuurstoftransport

66
Q

Wat voor soort appraisal heb je als je ‘je vrienden om raad vraagt’

A

Secundaire appraisal

67
Q

Operatieve handeling om gewrichten minder pijnlijk te maken

A

Ectomie

68
Q

Welk orgaan scheidt pepsine uit

A

Maag

69
Q

Naloxone

A

Wordt gebruikt om de werking van heroïne/morfine als pijnstillers te neutraliseren

70
Q

HIV-geïnfecteerd en besluiten tot een bepaalde therapie. Wat voor soort gedrag is dit?

A

Ziekte-rol gedrag

71
Q

Waarop is TENS gebaseerd

A

counter-irritation

72
Q

Waar of niet waar: Verminderde elasticiteit van aderen verlaagd systolische druk

A

Niet waar. Het Verhoogd systolische druk

73
Q

Volgens de …. zijn de gunstige effecten van sociale steun pas merkbaar als je aan stressoren blootstaat.

A

Bufferhypothese

74
Q

De waargenomen discrepantie, omgevingseisen en eigencapaciteiten zijn onderdeel van ….

A

Zijn de definitie van coping

75
Q

Een voedingspatroon dat bestaat ui het eten van veel vetten, weinig vezels en weinig vis is met name geassocieerd met kanker van ….

A

de darm

76
Q

Endogene opiods werken vergelijkbaar met …

A

pijnstillers

77
Q

Common-sensemodel of illness perception hebben de volgende componenten:

  • Oorzaken en onderliggende pathologie
  • Ziekte-identiteit

en ……

A

Tijdslijn of prognose-ideeën

78
Q

Een discrepantie tussen eigen ingeschatte kwaliteiten en waargenomen eisen van de omgeving

A

De transactionele stresstheorie

79
Q

Waar of niet waar: Er is nog debat over de vraag of fysiologische stressreacties algemeen of specifiek zijn.

A

Waar

80
Q

De terugvalpreventiemethode (relapse-prevention method) bestaat uit de volgende stappen:
* Het aanleren van vaardigheden en copingsstrategieën
* Het oefenen met copingsstrategieën in hoog-risico situaties

en …..

A

Het leren identificeren van hoog-risico situaties

81
Q

Vitamine B en C zijn in water oplosbare vitamine

A

waar

82
Q
A

Gezondheidspsychologie OU (2 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2024 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions