Verba Met Een Vaste Prepositie (+ Een Paar Naamwoorden Met Preposities) Flashcards
to pay attention to
aandacht besteden aan
to adapt (oneself) to ; to accommodate oneself to
zich aanpassen aan
to depend on (two options)
- afhangen van
- afhankelijk zijn van
to agree to
akkoord gaan met
to be afraid of ; to be scared of
bang zijn voor
to start with (2 options)
- beginnen aan = gaan werken aan
- beginnen met = het eerste deel vormen van iets, het eerste deel van een activiteit ter hand nemen
to need to
behoefte hebben aan
to belong to
behoren tot
to have an interest in (4 options)
- belangstelling hebben voor
- interesse hebben in
- zich interesseren voor
- geïnteresseerd zijn in
to interfere with
zich bemoeien met
to consist (of)
bestaan uit
to be aware of
zich bewust zijn van
(op de hoogte zijn van)
to be busy with
bezig zijn met
to be concerned about
bezorgd zijn over
to be happy with ; be pleased with (2 options)
- blij zijn met
- gelukkig zijn met
to be angry at
boos zijn op
to participate in ; to take part in
deelnemen aan
to think about/of
denken aan/over
to be fond of
dol zijn op
to agree with
het eens zijn met
to be annoyed by
zich ergeren aan
to have experience with/in
ervaring hebben met
to congratulate with
feliciteren met
to lack ; to be short of
gebrek hebben aan
to make use of ; to use ; to utilize
gebruik maken van
to be crazy about
gek zijn op
to believe in
geloven in
to enjoy
genieten van
to be accompanied by
gepaard gaan met
to be used to
gewend zijn aan
to be suitable for
geschikt zijn voor
to be good at
goed zijn in
to hate
een hekel hebben aan
to be aware of
op de hoogte zijn van
(zich bewust zijn van)
to hope for
hopen op
to love
houden van
to adhere to ; to abide by ; to cling to
zich houden aan
to inquire about
informeren naar
to have an influence on ; to affect
invloed hebben op
to look at ; to watch ; to give a look
kijken naar
to criticize
kritiek hebben op
to be angry at
kwaad zijn op
to laugh at
lachen om
to look like ; to resemble
lijken op
to listen to
luisteren naar
to participate in ; to join
meedoen met
to be worried about
ongerust zijn over
to stop ; to quit ; to leave off
ophouden met
to stand up for ; to defend (oneself) ; to stick up for
opkomen voor
to look up to ; to dread
opzien tegen
to convince of ; to persuade of
overtuigen van
to look after ; to take care of ; to watch out for
passen op
to match ; to suit ; to go with
passen bij
to enjoy ; to take pleasure in ; to get pleasure from
plezier hebben in / van