verandermanagment Flashcards

1
Q

wat is de transitie van zorg als maatschappelijke opdracht

A

1) Leveren van juiste zorg op juiste plek
-verspilling voorkomen
2) leveren van passende zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn de 4 strategische themas

A

1 zorg voor elkaar
2 zorg voor patiënt
3 zorg die ons past
4 zorg nu en straks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn de 4 voorbeelden van strategische programma’s

A

-waardegedreven zorg
-digitaal voor elkaar
-professionaliteit
-vernieuwing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is innovatie

A

het creeren en het introduceren van iets nieuws

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is incrementele innovatie

A

-meestal bestaande producten, steeds een laagje nieuwere innovatie–) beter male, product( consument gestuurd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is distruptive innovatie

A

Hele nieuwe innovaties, komen in bestaande markt of openen nieuwe markt (muziek verkopen artisten tussenpartijen werg  spotify)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is radicale innovatie

A

-Hele doorbraak, creëert nieuwe markt. Vaak heel moeilijk en gebeurt weinig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welek 6 type innovaties zijn er

A

1 product–)verbetern kwaliteit van een product
2 diensten–)diensten aanpassen of vernieuwen
3 proces–)efficientr en effectiever tot oplossing komen
4 technologie–) nieuwe technologie gebruiken
5 business model–)complete hervorming van hoe je als bedrijf zaken doet
6 sociaal–) verbteren van werkrelaties en cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarom is innoveren belangrijk

A
  • Competitief blijven & aansluiten behoeften doelgroep
  • Waardecreatie
  • Innovatie binnen de zorg is hoog nodig, want:
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de drie stappen van innovatie

A

1 ontwikklelling
2 implementatie
3 adoptatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waarom is het balangrijk te planmatig te werken

A

innovatie is zeer complex, en de proces erom heen moeten ook veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waarom verloopt het innovatieproces vaak moeizaam

A

een goeie innovati eheeft niet direct een adoptie, er moet hype ontstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat maakt innovatie moeilijk

A

-geld
-lastig met wetgeving
-tijd
-vaak conflict tussen mens, technologie, en contextuel factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

5 belangrijke punten

A

1 contextueel
- doelgroep, stakeholders, needs, context

2 value
-economish, medisch, sociaal, gedrag

3 design
-prototypes, iteratief, testen, feedback

4 operationalization
-implementation, resources, training, business model

5 summative evaluation
-bevorderende en belemmerende facotren, impact, sustainability, aanpassing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn de 7 styappen van het systeem

A

1 condition
-aandoeing die wordt aangepakt doelgroep

2 technologie
-Aandoening-technologie fit
Gebruiksvriendelijkheid
Moeilijkheid van technologie
Hoe makkelijk past tech in markt?

3 value propositon
- Waarde voor wie?
Wat voor een waarde?

4 adoptes
- Stakeholders
-Wie zijn de early adopters/majority?
-Welke skills moeten zij leren?

5 organisation
- Budget
-Cultuur
-Impact op manier van werken

6 wider system
- Beleid
-Politiek
-Subsidies

7 embedding and adaption over time
- Evaluatie & feedback
-Aanpassingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn de 6 domeinene waarin medische technologieen worden ingedeeld

A

1) Diagnostica
2) Medische apparatuur
3) Medische informatie technologie
4) Te sterilseren mediche hulpmiddelen
5) Medische verbruikgoederen
6) Implanten

17
Q

wat zijn voorbeelden van medische informatietechnologie

A

-netwerkinfrastructuur voor patientenzorg
-hardware voor patientenzorg
-software voor patientezorg

18
Q

wat wordt er bedoeld met verschuiving naar consument markt

A

dat de burger zelf kan kopen en aan de slag kan gaan

19
Q

wat is diffusion and adaption

A

-het proces waarbij een innovatie in de loop van de tijd wordt gecommuniceerd tussen de deelnemers aan een sociaal systeem
-diffusie resulteert in adoptie
-adoptie is iets nieuws/anders doen dan voorheen

20
Q

wat zijn de 4 onderdelen in diffusie

A

1) Innovataie
2) Communicatie
3) Tijd
4) Sociale system

21
Q

hoe workd DOI toegepast in onderzoek

A

verklaringsmodel/evaluatie model

22
Q

hoe word doi toegepast in de praktijk

A

verandermanagent
Bv nieuwe communcatie strategie te vinden

23
Q

wat is diffusie

A

het proces waarbij een innovatie in de loop van de tijd wordt gecommuniceerd tussen de deelnemers in een sociaal systeem

24
Q

wat zijn de 5 aspecten die diffusie kunne beïnvloeden

A

1)Relative advantage
-the mate waarin innvoatie word gezien als verbetering
-hoe groter het relatieve voordeel hoe groter de kans op addoptie

2) compatibility
-de mate waarin de innovatie aansluit bij nomrmen eerder ervaring van de potenieel gebruiker
-als het niet goed aanlsuit–) langer voordat het word geadopeerd

3)complexity
-hang af hoe makkelijk die innvotie is
-makkelijker te addopteren

4)trialability
-vooraf kunt uitprobeerd voor dat je addopteerd
-uit testen–) dna kan je zeker zijn

5)observability
-zichtbaar is , en je er met elkaar kunt over praten
-zonne panelen in de straat–) je vraagt an je boer als het echt waard enz

25
Q

Kritiek op diffusie

A

-rogers heeft geen oog voor veranderin van de innovatie
-technologie moet mee veranderen volgens mensen

26
Q

waarom is tijd belangrijk op 3 niveau

A

1 individueel niv: innovation decision proces
2 indivude tegover van elkaar: innovativens and adopter categories
3 verschilledne groepen vanuit groep van innovatie: rate of adoption, sommige groepen hebben innovatie nselle geadopeertd dan andere

27
Q

welke 2 verschillende personene zijn belangrijk bij innovatie

A

1)opinion leaders
-kunnen houding en gedrag van andere beinvloenden
-formele/informel leiders
-normne ne waarden liggen dicht tegen die van de organisatie
2)change agent
-verantwoordelijk voor de verandering
-hebben steun van opinion leaders nodig
-staan meer buiiten het sociale systeem

28
Q

welke 3 soorten beslisingen zijn mogelijk volgens rogers

A

1 optioneel: individu vrij is om eigen keuze te maken–) beinvloed door omgeving
2 collectief: gezmaelijk keuze van alle leden
3 authoriteit: kleine groep die de macht hebben

29
Q

wat is NTP–) normalization process theory

A

het is een sociale theorie over complexe interventies

30
Q

wat is normalisatie

A

process waar voordurend word in gewerkt

31
Q

welke 4 kerncosntructen zijn er

A

1 )Coherence: werk leid dat leid tot inzciht en doel
-bv hoe moet je MRI scan gebruiken en wat is het doel

2 )Cognitive participation: werk dat het doel heft bereid heid en betrokkenheid, hoe rkijgen ze eenpsitive houding dankij die interventie

3) Collective action: gezamlijk werk dag word gedaan om interventie te implementeren
-duidelijke taken en verantwoordelijkheden afspreken
-welke middelen zijn er nodig
Bv MRI, radioloog nodig voor beordeling, verpleegster voor patiënt. Planning voor tijdslot voor patiënt. Communicatie systeem voor patiënt

4 )Reflexive monitoring: gerciht op beordelen van complexe interventie
-kijken als de doelen werden behaald, heeft het opgeleverd wat het moest opleveren
-kijken welke punten je nog kan verbeteren

32
Q

voor wat wordt NPT gebruikt

A

tools voor diagnose en evaluatie

33
Q

wat is adoptie

A

het gaat over de individuele beslissing om technologie te accepteren

34
Q

wat is diffusie

A

het gaat over een groep beslissing te nemen voor adoptie

35
Q

welke 3 factoren beinvloeden intentie

A

1° de houdign
2°De norm
3°De mate warrin het gedrag beinvloedbaar is

36
Q

voor wat wordt TAM gebruikt

A

een krachtig hulpmiddel dat kan worden gebruikt om de bruikbaarheid van producten en diensten voor patiënten te verbeteren. Het is belangrijk om te onthouden dat TAM een hulpmiddel is, en geen vervanging voor klinische expertise

37
Q
A