Techniek filosofie week 1,2,3 Flashcards

1
Q

wat is transhumanisme

A

beweging streeft om technologie in te zetten om menselijke beperkingen te overwinnen –) ons beter te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn de 3 nieuwe dilemmas

A

1) Culturele angst: technologie leiden tot menselijke identiteit: opkomst AI
2) Massa cultuur: gestandaliseerde samenleving
3) Nieuwe risicos: onveilig maken/risicos–) moeilijk te beheersen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is een luddiet

A

mensen die pessimist zijn over technologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de rol van techniekfilosofie

A

die onderzoek doet naar de aard en betekenis van techniek–) verhouding tussen techniek, mens en samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de 3 bijdrages van techniekfilosofie

A

1 relevantie:
2 reflectie: belang om te evalueren
3bijsturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat was het centraal idee vna martin heidgger

A

gefocsut op ontologie, niet in op de concrete technologieen maar de essentie van technologie beschrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

centraal begrip 1: ontologische benadering

A

op zoek naar wezen van techniek
–) de specifieke manier waarop techniek is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

centraal begrip 2: de techniek als wijze van ontbergen

A

-specifieke wijze van werkelijkheidontsluiting–) hoe je de werkleijkheid zichtbaar maakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

centraal begrip 3 fundamenteel verschil tussen traditioneel en moderne technologie

A

door techniek wordt de wereld op een specifieke manier tevoorschijn gehaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de twee soorten van ontbergen

A

-traditioneel ontbergen:tevoorscijn brengen
-opvorderende ontbergen: tevoorschijn dwingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat was het idee van jacques ellul

A

hij ziet de techniek als de alles bepalende factor van houding tijd–) niks in de cultuur blijft intact waar techniek doordringt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn de 7 verschillende manieren waarop tehcniek gezien wordt volgens ellul

A

1 techniek als autonome kracht
2 techniek als systeem
3 technoische systeem breidt zichzeld voortdurend uit
4 mens staat tevenover macht die hij niet meer kan beheersen
5 mens en wereld voegen zich naar technische eisen
6 niet tegen technieche vernieuwing maat tegen technisisme
7 geloven in hogere vijheid die nooit techniek opgeslokt kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat was ellul tegen

A

hij was tegen als onze middelen ons doel worden
-effectiviteit is van belang
-mens moet subjectief worden inplaats van objectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn kenmerken van de empirsiche wending

A

technolosiche praktijk kijken hoe de technologie de praktijk beïnvloed
-niet alleen essentie maar ook onderzoek doen
-pessimistisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat was het idee achter ihde

A

hij zegt dat technologie centraal onderdeel van de filo is
-technologie maakt ons de wereld op een nieuwe manier ervaren
-door technologie kunnen we zintuigen uitbreiden–) verbinding tussen mensen en wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn de 4 bemiddelingsrelaties van ihde

A

1) inlijvingsrelatie: uitbreiding: zintuigen door object, bv bril
-bril middlepunt je kijkt door de bril–) maar je kijkt naar de wereld
2) Hermeneutische relatie: interpreatie leren/ bepaald aspect–) wij moeten die interpreteren
-bv klokken/termometers
3) Alteriteitsrelatie: technologie als ander, techniek trekt alle aandacgt context minder zichtbaar
4) Achtergrondrelatie: ervaren we technologie nauwelijks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is de idee van wiebe rijker

A

techniek is niet alleen een dingetje dat een bestaand probleem oplost
-techniek en wetenschap veranderen de samenleving
-technologie en samenleving hebben invloed op elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn de 4 centrale begrippen van Wiebe

A

1) Technologische cultuur: geen cultuur meer mogelijk waarin technologie niet op allerlei manieren een rol speelt, onze cultuur is doordrongen met technologie
2) Verwevenheid technologie en maatschappij: co productie in plaats van determinisme–) je kunt nooit technogishce ontwikkelingen begrijpen zonder te kijken naar sociale verhoudingen/samenleving
3) Theoretische roots verboden met empirische wending
4) Scot: sociaal construction of technolie: reactive of technogische determnisme
-technologie word gezien als sociale constructive

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn de 4 scot kernbegrippen

A

1) Interpretatieve flexibiliteit (veiligheid vs snelheid)
2) Relevante sociale groepen (vrouwen waaghalzen)
3) Opnene van black box ( figuurlijk), technologie nooit neutraal is
4) Stabiliatie en closure ( bepalen sociale groepen niet inginieurs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

waarom is het moeilijk om technologie in te bedden

A

er ontstaat eerst een hype rond iets, er wordt veel aandacht aan gegeven we verwachten hier veel van–) maar na die eerste hype is de aandacht weer weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

waarom zijn verwachtingen vaak geformaliseerd

A

-verwachting duidelijk en consistent te maken
-toekomstplanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat zijn de doelen van formele toekomstverkenningen

A

1prioriteiten te stellen: kijken wat belangrijk is
2netwerken opbouwen:
3gedeelde visie ontwikkelen:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

informele verwachting

A

-je verwacht te veel
-verwachting worden gehaald uit onze collectieve verbeelding
-verwachting leidt to een specifiek dynamic

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

welke verschillende soorten varianten aijn er

A

1 toekomstverkenning
2 scenarios
3 roadmaps
4 white papers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

hoe beinvloed verwachting de beslissingen van bedrijven op verschillende niveaus

A

belangrijk in het mobiliseren van middelen op verschillende niveaus
Micro: onderzoeksgroepen/individuele onderzoekers
Meso: sector/innovatienetwerken
Macro: nationaal beleid/regulering/financiering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

wat zijn de 3 kenmerken van verwachting

A

1) performativiteit
2) temporele variabiliteit
3 socio spatiaal variabiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

wat is performativiteit als kenmerk

A

-dat je de realiteti meer vorm geeft en niet slechts beschrijven
-definieren van rollen
—) in iets geloven geeft een bepaald resultaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

wat is temporele variabiliteit als kenmerk

A

-verwacthing van nieuwe technologie meestal gekenmerkt door specifiek patroon
-hype nodig om aandacht te trekken
-vaak zijn we teleurgesteld omdat we teveel verwachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

wat is socio spatiaal variabiliteit als kenmerk

A

-belijders die ver daarvan zijn vaak geen oog hebben voor de onzekerheden die gepaard gaan met technologie, ziet de problemen minder snel
–direct betrokken onderzoekers meet bewust van onzekerheden

27
Q

wat zijn de 3 stappen van hoe verwachting werkt

A

1) Legitimering: verwachting legitimeren bepaalde investeringen
2) Sturing: je kunt nooit in alles investeren, dus je krijgt bepaalde aandachtsgebieden
3) Coördinatie: rolverdeling tussen actoren –) ontwikkelingen coördineren

28
Q

waarom zijn ondanks soms rationele karakter verwchtingen niet neutraal

A

bevatten expliciete en impliciete waarde oordelen en rolverdeling

29
Q

wat was het idee van de wilde

A

hij had een taalkundig perspecteif op technologie
-retorische analyse van het literaire genre van technologische toekomstvoorspeling
-hij onderzoekt welke argumenten er gbruikt worden

30
Q

wat is technologische voorspelling als literaire genre—)3 twijfelachtige redeneerpatronen

A

3 twijfelachtige redeneerpatronen
-het idee van een totale revolutie –) technologie zal onze levens radicaal veranderen
-het idee van sociale continuiteit–) nieuwe technologie zal oude problemen oplossen
-het idee van een technologische fix–) technologie als panacee voor sociale en politieke problemen
-Fix als oplossing
-Fix als vaststaand

31
Q

wat is technologische voorspelling als culurele genres–) de 2 soorten toekomsten

A

The wenkende toekomst
-toekomst als nieuwe start
-altijd positeit ua toon
-belofte van meer autonomie
-sterkte tegenstelling tussen heden en toekomst

The aanstomende toekomst
-toekomst nadert snel tempo
-retoriek van haast
-bereid je voor of word overbodig

32
Q

wat is technologische voorspelling als literaire genre 3 –) 4 verschillende soorten paradoxen

A

-kennisparadox: hoe slimmer, hoe minder we ervaren begrijpen–) hoe slimmer de technologie
-gemaksparadox; belofte van minder werkt, terwijl werkeisen toenemen–) bv stofschuiver, stanadaarden worden hoger
-interactieparadox: hoe intelligente het apparaat, hoe onverschilliger we worden en hoe minder we ermee interactern
-expansieparadox: het onverwinnen van natuurlijke beperkinen terwijl het belang van grenzen worden vergeten

33
Q

wat was het idee van sheila jasanoff

A

-oorsprong idee van co productie, wetenschap en technologie zijn altijd in interactie met onze normen en overtuigingen
-onze overtuigingen beinvloeden hoe technologie zich ontwikkelt

34
Q

wat zijn de 4 punten van socio technical imaginaries

A

1) Gedeeld: niet product van een indicu maar collectief
2) Duurzaam: niet slecht kortre trends–) meer dan een hype/gedeelde verhalen
3) Openbaar: zichtbaar
4) Wenselijk: die bijdragen een toekomst dat we naar toe willen gaan

35
Q

hoe helpt dit concept relevantie een beter begrip van verwacthing en beloftes random nieuwe technologie

A

-inzicht
-verschillen tussen landen en groepen
-veranderigne door de tijd heen
-verspredign van ideen en praktijken

36
Q

wat doen imaginaries precies

A

-framen en representeren: gekoppeld aan toekomst scenarios
-linken verleden aan toekomst:
-naturaliseren bepaalde manieren van denken: bv routines in organisaties

37
Q

wat is morele filosofie

A

een tak die vragen stelt over juiste gedrag en betekenis van goed en slecht

38
Q

wat zijn de vier verschillende takken binnen de ethiek

A

1) Meta ethiek: onderzoekt waar ze vandaan komen–) ethiek over ethiek
Bv: wat wordt bedoeld met goed of slecht
2) Normatieve ethiek: praktische tak–) hoe mensen zouden moeten handelen
Bv is het fout om iemand te doden
3) Beschrijvende ethiek: onderzoekt de opvattingen van mensen van over wat de samenleving goed of slecht vinden–) empirische vorm van ethiek
Bv hoeveel van jullie denken dat het fout is om iemand te doden
4) Toegepast ethiek: onderzoek controversiële kwesties
Bv is euthanasie ethisch

39
Q

waarom lijken technologie en ethiek op gespannen voet te staan

A

-het kan leiden tot etische dilemmas
-het destabilisseert moraal
-cultureel oogpunt
-literatuur oogpunt: verbeelding van culurele angsten

40
Q

verschillende soorten archetype

A

1° monsterlijke technologie
2°Hubris
3° technolioge out of control

41
Q

wat is monsterlijke technologie

A

het zijn categorieen die niet samen mogen gaan–) bv genetsiche voedsel
-sterke gevoelens van afkeer

42
Q

wat is hubris

A

-te weinig oog voor risico’s en ethische bezwaren
-verblind door technologische beloften en vooruitgansdenken

43
Q

wat is etische reflex

A

bewaken natuurlijke grens

44
Q

wat is etische implicatie

A

voorzichtigheid

45
Q

wat is technologie out of control

A

technologie die zo snel evolueert dat we er geen controle over hebben
-etische implicatie afremmen

46
Q

wat zijn de 3 klasieke ethische stromingen

A

1 deugdethiek
2 consequentialisme
3 deontoligische ethiek

47
Q

welke filosoof hoort bij deugethiek en wat was zijn idee

A

arsitotles het doel van mensen is dat ze floreren en gelukkig zijn, dit kunnen ze doen door een bepaald karakter re ontwikkelen

48
Q

1 wat is deugdethiek

A

-deugd wordt gezien als het vinden van het juiste midden
-je plaats je eigenlijk in de persoon en vraag je af welke persoon wil ik zijn

49
Q

2 wat is consquentialisme

A

legt nadruk op de consequenties van handelingen in ethsiche beoordeling

50
Q

wat is utilitarisme

A

-nastreven van grootste mate van geluk voor gemeenschap
-greatest happiness principles

51
Q

3wat is deontlogische ethiek

A

kant: -universele plicht die los staat van de gevolgen die daar mee komen
Bv liegen altijd slecht
-regel gerichte ethische theorie: richt zich op ethische plichten die iemand moet vervullen om een goed persoon te zijn
-niet gericht op wat we doen maar wat we moeten doen
-ethische plichten/morels regels die iedereen zou moeten volgen

52
Q

wat geberut er als technologie ontbreekt in klassieke ethische theorieën

A

-ethische beoordeling technologie louter als afgeleide
-geen aandacht voor wat technologie doet
Technologische bemiddeling
Sociale betekenis

53
Q

wat zijn 4 kenmerken van instrumentele benadering

A

1 als instrument
2 Is Neutraal
3 is rationeel
4 is universeel

54
Q

wat is problematisch met technologie en ehtiek gescheiden zijn uit theoretisch oogpunt

A

miskent nauwe verwevenheid technologie en samenleving

55
Q

wat is problematisch met technologie en ehtiek gescheiden zijn uit praktisch oogpunt

A

geeft weinig mogelijkheden tot bijsturing ontwikkeling technologie

56
Q

wat is beweging 1

A

normative benadereingen van technologie
-dichter naar ethiek gebracht

57
Q

wat zijn kenmerken van beweging 1

A

Technologie blijkt veel nauwer verbonden met normen/moraliteit/ethiek dan vanuit instrumentele benadering werd gedacht (technologie - ethiek; technologie zit vol ethiek/moraliteit)
-ethie en moraliteit zijn niet extern aan technologie, maar technolie ingebouwd

58
Q

wat was het idee achter winner

A

do artifacts have politics:
-objecten zijn niet neutraal
bv brug gemaakt maar bussen niet door kunnen

59
Q

wat was het idee achter Latour

A

technologische script
bv snelheid bumps, veiligheid hogere waarde dan snelheid

60
Q

wat was het idee van anamarie mol

A

-kritiek op instrumentele benadering technologiekunstmatige onderscheid technologie en gebruik
-onderscheid goede en slechte technologie vooral in termen van doeltreffendheid
-bredere normatieve vragen niet alleen stellin bij gebruik maar ook bij ontwikkeling
-breder publieke discussie ook bij technologe ontwikkeling nodig

61
Q

wat is beweging 2

A

ethiek en moraliteit–) voorwaarden voor moreel actorschap
-iemand moet moreel veratnwoordeleijk zijn voor een handeling

62
Q

wat zijn de vanuit klassieke ethische en juridische theorie twee voorwaarden voor moreel factorschap

A

-intentionaliteit: de boedling om op een bepaalde manier te handelen
-vrijheid: een zekere mate van vrijheid om die bedoeling te realiseren

63
Q

wat was het idee van bouwen op het werk van peter Paul

A

kritiek op het idee dat moreel achterschap alleen aan mensen is voorbehouden in begrippen, hij trekt de conclusie dat voor zowel de voorwaarden alvan intentio,ale, als de voorwardn van vrijheid het absolute ondetsch tussen men en object of mens en technolig minder vanzelfsprekend is dan ze op het eerste gezciht lijkt

64
Q

wat is voorwaarde 1:van menselijke naar hybride intentionaliteit

A

-richting geven
-gaat over richtende of sturende invloed op handelingen en ervaringen van mensen
-handelllignen en beslisingen zijn nooit alleen ui mensen maar door technologie

65
Q

wat is voorwaarde 2 het herdefinieren van vrijheid

A

klassieke opvatting vrijheid: afwezigheid van beperking en invloeden
-menselijke vrijheid is echter nooit absoluut–) altijd verbonden aan situaties waar keuzes gemaakt moeten worden
-vrijheid gaat tot het menselijke vermogen om zich te verhouden tot datgene wat iamnd beïnvloed
-ook vrijheid krijgt gestalte in wisselwerking tussen mensen en technologie

66
Q

war laten de twee beweginen zien

A

dat technologie en ethiek niet gescheiden zijn
omdat beweging 1 laat zien hoe technologie zich richting ethiek beweegt
en beweging 2 laat zien hoe ethioek zich richting technologie beweegt

67
Q

wat is internalistische techniekethiek

A

-Rol ethiek met betrekking tot technologie zeer groot
-Ethiek als techniekbegeleider
◦ Rol in design en vormgeving techniek
◦ Mede zorgdragen voor goede inbedding van nieuwe technologie in samenleving
-Vraagt om nauwe samenwerking ethic er techniekontwikkelaar

68
Q
A