Vente Voc Flashcards
Noemen, heten
Llamar(se)
Iemand roepen
Llamar a algn
Familienaam
Apellido (m)
X jaar oud zijn
Tener x años
Oorsprong —> afkomst, herkomst
Origen (m)
Oorspronkelijk
Original
Originaliteit
Originalidad (f)
Uit … komen
Ser de …
Geboorte
Nacimiento (m)
Geboren worden
Nacer
Geboortedatum
Fecha de nacimiento (f)
Geboorteplaats
Lugar de nacimiento (m)
Pasgeboren
Recién nacido, -a
Dood
Muerte (f)
Sterven
Morir(se)
Doden
Matar
Nationaliteit
Nacionalidad (f)
Natiestaat, land
Nación (f)
Werken (als)
Trabajar (como/de)
Taal
Lengua (f)
Taal
Idioma (m)
Taalgebruik
Lenguaje (m)
Omgangstaal, informeel taalgebruik
Lenguaje coloquial (m)
Correo electrónico (m)
De post
Correos (mpl)
Apenstaartje @
Arroba (f)
Punt
Punto (m)
Streepje
Guion (m)
Liggend streepje
Guion bajo (m)
Spellen
Deletrear
Letter
Letra (f)
Alfabet
Abecedario (m)
Alfabet
Alfabeto (m)
Scheikunde, chemie
Química (f)
Aardrijkskunde
Geografía (f)
Biologie
Biología (f)
Geschiedenis
Historia (f)
Filosofie
Filosofía (f)
Recht
Derecho (m)
Economie
Economía (f)
Psychologie
Psicología (f)
Sociologie
Sociología (f)
Wiskunde
Matemáticas (fpl)
België
Belgica
Belg
belga
Luxemburg
Luxemburgo
Luxemburger
luxemburgués, -esa
Zweden
Suecia
Zweed
sueco, -a
Noorwegen
Noruega
Noor
noruego, -a
Frankrijk
Francia
Fransman
francés, -esa
Nederland
Los Países Bajos
Nederlander
holandés, -esa
Duitsland
Alemania
Duitser
alemán, -ana
Finland
Finlandia
Fin
finlandés, -esa
Denemarken
Dinamarca
Deen
Danés, -esa
Oostenrijk
Austria
Oostenrijker
austríaco, -a
Groot-Brittannië
Gran Bretaña
Brit
británico, -ica
Engeland
Inglaterra
Engelsman
inglés, -esa
Italië
Italia
Italiaan
italiano, -a
Tsjechië
La República Checa
Tsjech
checo, -a
Polen
Polonia
Pool
polaco, -a
Ierland
Irlanda
Ier
irlandés, -esa
Portugal
Portugal