Palabras Voc Flashcards
Kanaal
Canal (m)
Hoofdstad
Capital (f)
Stad
Ciudad (f)
Spaanstalige gemeenschap
Comunidad hispana (f)
Bergketen
Cordillera (f)
Kust
Costa (f)
Deelstaat
Estado (m)
Liggen, zich bevinden (in)
Estar (en)
Oost
Este (m)
Grens
Frontera (f)
Eiland
Isla (f)
Meer
Lago (m)
Grenzen (aan)
Limitar (con)
Zee
Mar (m)
Berg
Montaña (f)
Wereld
Mundo (m)
Noord
Norte (m)
Oceaan
Océano (m)
West
Oeste (m)
Land
País (m)
Privincie
Provincia (f)
Dorp
Pueblo (m)
Rivier
Río (m)
Zuid
Sur (m)
Dialect, accent
Acento (m)
Acteur, actrice
Actor, actriz (m/f)
Tweetalige
Bilingüe (m/f)
Castiliaans
castellano (m)
Continent
Continente (m)
Cultuur
Cultura (f)
Woordenboek
Diccionario (m)
Elkaar begrijpen, verstaan
Entenderse
Schrijver, schrijfster
Escritor, -a (m/f)
Mensen
Gente (fsing)
Grammatica
Gramática (f)
Spaanstalige
hispanohablante (m/f)
Taal
Idioma (m)
Taal
Lengua (f)
Oorspronkelijke/ inlandse taal
Lengua indígena (f)
Officiële taal
Lengua oficial (f)
Literatuur
Literatura (f)
Muziek
Música (f)
Dichter/dichteres
Poeta, poetisa (m/f)
Populair
Popula
Precolumbiaans (voorafgaand aan de komst van Comumbus naar Amerika)
precolombino, -a
Men spreekt
Se habla
Traditie
Tradición (f)
Regio, streek
Zona (f)
Duits
alemán
Leren
Aprender
Arabisch
árabe
Mandarijns Chinees
chino mandarín
VS (Verenigde Staten)
EE. UU.
Onderwijzen
Enseñar
Spaans
español
Studeren
Estudiar
Frans
francés
Vermenging
Funsión (f)
Hindi
hindi
Engels
inglés
Internationaal
Internacional
Creoolse taal
Lengua criolla (f)
Moedertaal
Lengua materna (f)
Moedertaal
Lengua nativa (f)
VN (Verenigde Naties)
ONU (f)
Oorsprong, afkomst
Origen (m)
Organisatie
Organización (f)
Portugees
portugués
Spanglish (vermenging van de Spaanse en Engelse taal)
spanglish
EU (Europese Unie)
UE (f)
Afrika
África
Duitsland
Alemania
Amerika
América
Azië
Asia
Australië
Australia
België
Bélgica
Canada
Canadá
Verenigde Staten
Estados Unidos
Europa
Europa
Frankrijk
Francia
Nederland
Holanda
Iran
Irán
Israël
Israel
Italië
Italia
Marokko
Marruecos
Mexico
México
Nationaliteit
Nacionalidad (f)
Nicaragua
Nicaragua
Westers
occidental
Het Westen
Occidente (m)
Oosters
oriental
Het Oosten
Oriente (m)
Peru
Perú
Polen
Polonia
Tsjechië
República Checa
Rusland
Rusia
Senegal
Senegal
Zuid-Amerika
Sudamérica
Turkije
Turquía
Wat voor werk doe je?
¿A qué te dedicas?
andes-, uit de Andes
andino, -a
Achternaam
Apellido (m)
Autoriteit, instantie
Autoridad (f)
Hoe heet je?
¿Cómo te llamas?
Wat is je beroep?
¿Cuál es tu profesión?
Hoe oud ben je?
¿Cuántos años tienes?
Waar kom je vandaan?
¿De dónde eres?
Waar woon je?
¿Dónde vives?
Etnisch
étnico, -a
Vervaldatum
Fecha de caducidad (f)
Afgiftedatum
Fecha de expedición (f)
Geboortedatum
Fecha de nacimiento (f)
Vrouwelijk
femenino, -a
Festival
Festival (m)
Handtekening
Firma (f)
Folklore
Folclore (m)
Gastronomie
Gastronomía (f)
Man
Hombre (m)
Geboorteplaats
Lugar de nacimiento (m)
Heten
Llamarse
Mannelijk
Masculino, -a
Vrouw
Mujer (f)
Muziek
Música (f)
Naam
Nombre (m)
Paspoortnummer
Número de pasaporte (m)
Hoe oud ben je?
¿Qué edad tienes?
Zijn
Ser
Afkomstig zijn uit
Ser de
Geslacht
Sexo (m)
Hebben
Tener
Werken in
Trabajar en
Wonen in
Vivir en
Laan
Avenida (f)
Apenstaartje
Arroba (f)
Straat
Calle (f)
Postcode
Código postal (CP) (m)
Correo electrónico (m)
Spellen
Deletrear
Rechts
Derecha (f)
Geadresseerde, ontvanger
Destinatario, -a (m/f)
Adres
Dirección (f)
E-mail (m)
Streepje
Guión (m)
Underscore (liggend streepje)
Guión bajo (m)
Links
Izquierda (f)
Mobiel
Móvil (m)
Telefoonnummer
Número de teléfono (m)
Website
Página web (f)
Verdieping, appartement
Piso (m)
Verdieping
Planta (f)
Plein
Plaza (f)
Plaats
Población (f)
Kengetal
Prefijo (m)
Deur
Puerta (f)
Punt
Punto (m)
Afzender
Remitente (m)
Website
Sitio web (m)
Jaar
Año (m)
Goed
Bien
Goed, dank je, en met jou?
Bien, gracias, ¿y tú?
Getrouwd
Casado, -a
Kletsen
Charlar
Hoe gaat het?
¿Cómo estás?
Dag
Día (m)
Doordeweeks
Entresemana
Dit is…
Este es…
Weekend
Fin de semana (m)
(Een taal) spreken
Hablar (un idioma)
Broer/zus
Hermano, -a (m/f)
Zoon/dochter
Hijo, -a (m/f)
Nederlands
holandés
Maand
Mes (m)
Jongen/meisje
Niño, -a (m/f)
Vaste vriend/vriendin
Novio, -a (m/f)
Perfect
Perfectamente
Voorstellen aan
Presentarse a
Hoe gaat het?
¿Qué tal estás?
Redelijk, zijn gangetje
Regular
Week
Semana (f)
Eeuw
Siglo (m)
Alleenstaand, ongetrouwd
Soltero, -a
Nog altijd niet
Todavía no
Een beetje
Un poco
Hij/zij komt er aan (Aan de telefoon)
Ahore se pone
Met wie spreek ik?
¿Con quién hablo?
Wanneer zien we elkaar?
¿Cuándo nos vemos?
Met wie spreek ik?
¿De parte de quién?
Zeg het eens./Hallo? (Aan de telefoon)
¿Diga? / ¿Dígame?
Het is voor jou!
¡Es para ti!
Is Teresa er?
¿Está Teresa?
Tot zaterdag
Hasta el sábado
Tot ziens
Hasta la vista
Tot straks
Hasta luego
Tot morgen
Hasta mañana
Tot snel
Hasta pronto
Belangrijk
Importante
Sorry
Lo siento
Is er niet
No está
Bericht
Noticia (f)
Bezet
Ocupado, -a
Eindelijk
¡Por fin!
Kan ik … spreken?
¿Puedo hablar con…?
Met wie spreek ik?
¿Quién es?
Wil je een bericht achterlaten?
¿Quieres dejar algún mensaje?
Wilt u een bericht achterlaten?
¿Quiere dejar algún recado?
Komende week
Semana que viene (f)
Ja?
¿Sí?
Abonnement
Abono (m)
Auto
Automóvil (m)
(Legitimatie)kaart
Carné (m)
Collegekaart
Carné de estudiante (m)
Identiteitskaart
Carné de identidad (m)
Lidmaatschappasje
Carné de socio (m)
Auto (Latijns-Amerikaans)
Carro (m)
Auto
Coche (m)
Besturen/autorijden
Conducir
Identiteitskaart (afkorting)
DNI (Documento Nacional de Identidad) (m)
Dokter
Doctor, -a (m/f)
Tentamen
Examen (m)
Vreemd, buitenlands
Extranjero, -a
Zich legitimeren
Identificarse
Paspoort
Pasaporte (m)
Toestemming, vergunning
Permiso (m)
Rijbewijs
Permiso de conducir (m)
Verblijfsvergunning
Permiso de residencia (m)
Verzekering
Seguro (m)
Ziektenkostenverzekering
Seguro médico (m)
Kaart
Tarjeta (f)
Creditcard
Tarjeta de crédito (f)
(Stromend) water
Agua (f)
Huur
Alquiler (m)
Kast
Armario
Lift
Ascensor (m)
Kapot, buiten werking
Averiado, -a
Balkon
Balcón (m)
Keuken
Cocina (f)
Open keuken
Cocina americana (f)
(Samen) delen
Compartir
Internetverbinding
Conexión a internet (f)
Badkamer
Cuarto de baño (m)
Studeerkamer
Cuarto de estudio (m)
Flat, appartement (Latijns-Amerika)
Departamento (m)
Ingedeeld
Distribuido, -a
Slaapkamer
Dormitorio (m)
Trap
Escalera (f)
Licht
Luz (f)
Tafel
Mesa (f)
Woonkamer
Salón (m)
Bank
Sofá (m)
In de buitenwijk
A las afueras
Kom binnen
Adelante
Boom
Árbol (m)
Plat dak, dakterras
Azotea (f)
Welkom
¡Bienvenido, -a!
Huis
Casa (f)
Dorpskern
Centro del pueblo (m)
Op bezoek
De visita
Aangenaam
Encantado, -a
Tuin
Jardín (m)
Washok
Lavadero (m)
Aangenaam
Mucho gusto
Plant
Planta (f)
(Iemand) voorstellen
Presentar a (algn)
Eerste verdieping
Primera planta (f)
Wat fijn!
¡Qué alegría!
Blijven
Quedarse
Dak
Tejado (m)
Raam
Ventana (f)
(Naar) beneden
Abajo
Openen
Abrir
Gezellig
Acogedor, -ora
Aan het einde van de gang
Al fondo del pasillo
Uitdoen (van iets elektronisch)
Apagar
(Naar) boven
Arriba
(Af)sluiten
Cerrar
Comfortabel
Cómodo, -a
Aandoen/aansteken
Encender
Logeerkamer
Habitación de invitados (f)
Aanbellen
Llamar al timbre
Hierheen
Por aquí
Schitterend
Precioso, -a
Beklimmen, naar boven gaan
Subir
Uitzicht
Vista (f)
Kantoor
Agencia (f)
Makelaarskantoor
Agencia inmobiliaria (f)
Per maand
Al mes
(Ver)huren
Alquilar
Gemeubiliseerd
Amueblado, -a
Huis op het platteland
Casa rural (f)
Faciliteit, gemak
Comodidad (f)
Bedrijf
Compañía (f)
Contact opnemen met
Contactar con
Chalet
Chalé (m)
Bedrijf
Empresa (f)
Euro
Euro (m)
Borgsom
Fianza (f)
Garage
Garaje (m)
Inbegrepen, inclusief
Incluido, -a
Huurder/huurster
Inquilino, -a (m/f)
Bellen naar
Llamar al
Vierkante meter
Metro cuadrado (m)
Advertentie
Oferta (f)
Strand
Playa (f)
Eigenaar
Propietario, -a (m/f)
Vakantie
Vacaciones (fpl)
Verkopen
Vender
Woning
Vivienda (f)
Bergen
Sierra (f)
Schuur, bergruimte
Trastero (m)
Woonwijk
Zona residencial (f)
Stofzuiger
Aspiradora (f)
Vegen
Barrer
Afval
Basura (f)
Koken
Cocinar
Eten
Comer
Eten (zn)
Comida (f)
Emmer
Cubo (m)
Verzorgen
Cuidar
De tuin verzorgen
Cuidar el jardín
Geven
Dar
Eten geven
Dar de comer
Veger, bezem
Escoba (f)
Poetsen
Fregar
De vloer schrobben
Fregar el suelo
Afwassen
Fregar los platos
Mop (dweil)
Fregona (f)
Maken, doen
Hacer
Eten koken
Hacer la comida
Wasmachine
Lavadora (f)
Wassen
Lavar
De was doen
Lavar la ropa
Schoonmaken
Limpiar
Opruimen
Ordenar
Stofzuigen
Pasar la aspiradora
Strijkbout
Plancha (f)
Strijken
Planchar
Bord
Plato (m)
Zetten, leggen, plaatsen
Poner
Tafeldekken
Poner la mesa
Blik
Recogedor (m)
Verzamelen
Recoger
De tafel afruimen
Recoger la mesa
Planten watergeven
Regar las plantas
Kleding
Ropa (fsing)
Uitlaten
Sacar a pasear
Vloer, grond
Suelo (m)
Taak
Tarea (f)
Ophangen
Tender
Wasrek
Tendedero
Afval weggooien
Tirar la basura
Steelpan
Cacillo (m)
Onderlade
Cajón de abajo (m)
Verwarmen, opwarmen
Calentar
Afzuigkap
Campana extractora (f)
Lucifer
Cerilla (f)
Diepvries, vriesvak
Congelador (m)
Bewaren
Conservar
Snijden
Cortar
Bestek
Cubiertos (mpl)
Vuilnisbak, afvalemmer
Cubo de la basura (m)
Lepel
Cuchara (f)
Mes
Cuchillo (m)
Gootsteen
Fregadero (m)
Koelkast
Frigorífico (m)
Kraan
Grifo (m)
Gasfornuis
Hornilla (f)
Oven
Horno (m)
Afwasmachine
Lavaplatos (m)
Afwasmachine
Lavavajillas (m)
Koelkast
Nevera (f)
Pan
Olla (f)
Braadpan
Sartén (f)
Snijplank
Tabla de cortar (f)
Vork
Tenedor (m)
Vaatdoek
Trapo (m)
Tapijt
Alfombra (f)
Kussen
Almohada (f)
Wekker
Despertador
Lade
Cajón (m)
Bed
Cama (f)
Gordijn
Cortina (f)
Schilderij
Cuadro (m)
Bed opmaken
Hacer la cama
Deken
Manta (f)
Nachtkastje
Mesilla (f)
Muur
Pared (m)
Plank
Repisa (f)
Kledingkast
Ropero (m)
Laken
Sábana (f)
Stoel
Silla (f)
Zich scheren
Afeitarse
Zich netjes opmaken, zich opknappen
Arreglarse
In bad gaan
Bañarse
Bad
Bañera (f)
Borstelen
Cepillarse
Tandenpoetsen
Cepillarse los dientes
Tandenborstel
Cepillo de dientes (m)
Haarborstel
Cepillo del pelo (m)
Shampoo
Champú (m)
Een bad nemen
Darse un baño
Tand
Diente (m)
Douche
Ducha (f)
Spiegel
Espejo (m)
Badschuim
Gel de baño (m)
Zeep
Jabón (m)
Lip
Labio (m)
Potlood
Lápiz (m)
Lippenstift
Lápiz de labios (m)
Wasbak
Lavabo (m)
Make-up
Maquillaje (m)
Zich opmaken
Maquillarse
Toiletpapier
Papel higiénico (m)
Tandpasta
Pasta de dientes (f)
Zijn haar kammen
Peinarse
Kam
Peine (m)
Toilet
Retrete (m)
Zich afdrogen
Secarse
Handdoek
Toalla (f)
Toilet
Váter (m)
Snelweg
Autovía (f)
Stadhuis
Ayuntamiento (m)
Bank
Banco (m)
Brandweerman, -vrouw
Bombero, -a (m/f)
Historische binnenstad
Casco histórico (m)
Club
Casino (m)
Elektriciteit
Electricidad (f)
Hoek
Esquina (f)
Station
Estación (f)
Treinstation
Estación de ferrocarril (f)
Fabriek
Fábrica (f)
Trein
Ferrocarril (m)
Fontein
Fuente (f)
Ziekenhuis
Hospital (m)
Kerk
Iglesia (f)
Markt
Mercado (m)
Markthal
Mercado municipal (m)
Monument
Monumento (m)
Archeologisch museum
Museo arqueológico (m)
Stierenvechtarena
Plaza de toros (f)
Hoofdplein (centraal plein in vrijwel iedere Spaanse stad)
Plaza mayor (f)
Industriegebied
Polígono industrial (m)
Faciliteit, dienst
Servicio (m)
Werkplaats
Taller (m)
Technologie
Tecnología
Parkeerplaats
Aparcamiento (m)
Tapasbar
Bar de tapas (m)
Wijk
Barrio (m)
Blok
Bloque (m)
Fietspad
Carril bici (m)
Kathedraal
Catedral (m)
Bioscoop
Cine (m)
Gebouw
Edificio (m)
Busstation
Estación de autobuses (f)
Vlooienmarkt
Mercadillo (m)
Park
Parque (m)
Voetgangers-
Peatonal
Brug
Puente (m)
Restaurant
Restaurante (m)
Theater
Teatro (m)
Toren
Torre (f)
Verkeer
Tráfico (m)
Tram
Tranvía (f)
Toeristisch
Turístico, -a
Goedkoop
Barato, -a
Kalmte, rust
Calma (f)
Duur
Caro, -a
Weg
Carretera (f)
Medisch centrum
Centro de salud (m)
Vervuiling
Contaminación (f)
Kosmopolitisch
Cosmopolita
Te veel
Demasiado
Moeilijk
Difícil
Discotheek
Discoteca (f)
Enorm
Enorme
Stress veroorzakend
Estresante
Makkelijk
Fácil
Apotheek
Farmacia (f)
Nadeel
Inconveniente (m)
Infrastructuur
Infraestructura (f)
Interessant
Interesante
Plaats
Lugar (m)
Natuur
Naturaleza (f)
Vrije tijd
Ocio (f)
Lawaai
Ruido (m)
Lawaaierig
Ruidoso, -a
Rust
Tranquilidad (f)
Rustig
Tranquilo, -a
Buurman, -vrouw
Vecino, -a (m/f)
Voordeel
Ventaja (f)
Activiteit
Actividad (f)
Openlucht
Aire libre (m)
Architectuur
Arquitectura (f)
Kunst
Arte (m)
Collectie, verzameling
Colección (f)
Cultureel
Cultural
Een blokje om gaan
Dar una vuelta
Genieten
Disfrutar
Zich vermaken
Divertirse
Siësta houden
Dormir la siesta
Sculptuur
Escultura (f)
Stijl
Estilo (m)
Op vakantie zijn
Estar de vacaciones
Tentoonstelling
Exposición (f)
Cultuurgids
Guía cultural (f)
Foto’s maken
Hacer fotos
Lezen
Leer
Interessante plaats
Lugar de interés (m)
Museum
Museo (m)
Symfonieorkest
Orquesta sinfónica (f)
Wandelen
Pasear
Krant
Periódico (m)
Schilderij
Pintura (f)
Nemen
Tomar
Koffiedrinken
Tomar un café
Zien, bekijken
Ver
Bezoeken
Visitar
Helpen
Ayudar
Dichtbij
Cerca
Les
Clase (f)