van zygote tot neonaat Flashcards
embryogenese
embryonale fase
(week 1-8)
fases embryogenese
- migratie van het embryo van de eileider naar de baarmoeder
- innesteling
- embryonale ontwikkeling in de tweede en derde week
- embryonale ontwikkeling in de vierde tot achtste week
migratie van het embryo van de eileider naar de baarmoeder
klievingsdelingen
- morula
- daarna blastula
innesteling
(dag 7-14)
embryonale ontwikkeling in de tweede en derde week
= gastrulatie
uit embryoblast
–> tweebladige kiemschijf
–> driebladige kiemschijf
+ navelstreng en vruchtzak / vruchtvliezen
embryonale ontwikkeling in de vierde tot achtste week
Differentiatie tot weefsels en organen
- 4e week: hartje begint te kloppen
- 5e week: ledematen en gezichtje
- 7e week: zintuigen+ vingers en tenen
- 7e week: geslachtsdifferentiatie
vorming navelstreng en placenta
Gevoelige periode voor schadelijke stoffen!!!
morula
stamcellen = totipotent –> weefsel / orgaan / individu
blastula
- embryoblast = pluripotent (–> alles behalve trofoblast)
- trofoblast –> placenta
tweebladige kiemschijf
kiembladen
- endoderm
- ectoderm
embryo maakt HCG
driebladig kiemschijf
kiembladen
- endoderm
- mesoderm
- ectoderm
ectoderm (2)
huid, zintuigstelsel, zenuwstelsel
mesoderm (2)
spieren, bloedvaten, beenderen, excretie- en voortplantingsstelsel
endoderm
spijsverteringsstelsel, ademhalingsstelsel
(alles van de mond tot aan de anus)
(Eerste trimester: 0 – week 12)
2 weken eicelrijping
2 weken pre-embryonale ontwikkeling
6 weken embryonale ontwikkeling
2 weken foetale ontwikkeling
(Tweede trimester: week 13 - 26)
- Foetale ontwikkeling – organogenese
- Lichaamsverhoudingen veranderen in meer menselijke vorm
(Derde trimester: week 27 – week 38)
- Lengtegroei + massatoename
- Harde buiken
- Foetus gaat draaien
foetale periode
(vanaf week 8)
- duidelijk menselijke vorm
- embryo –> foetus
- Afwerking van weefsels en organen (selectief gebruik van DNA)
- Organen beginnen te functioneren
- Vruchtzak en vruchtwater (schokdemper – temperatuurbuffer – hydratatie …)
- Snelle groei van het lichaam
(voldragen zwangerschap)
38 weken
Geboorte: +/- 3 kg en +/- 50 cm
functies placenta
- uitwisselingsorgaan tussen foetus en moeder
- hormoonproducerend orgaan: oestrogeen en progesteron
placenta als uitwisselingsorgaan
- placenta barrière
- gassen, ademhaling
- voedingsstoffen
- afvalstoffen
- passieve immuniteit (+)
- medicijnen, alcohol, drugs (+ en -)
placenta als hormoonproducerend orgaan
oestrogeen en progesteron
- verhindert ovulatie
- versterkt baarmoederspieren
- maakt borstklieren klaar
- remt baarmoederconcentraties (progesteron)
teratogene factoren
omgevingsfactoren die het embryo zouden kunnen beschadigen
- chemische stoffen: drugs, alcohol, medicatie, roken, voedingstekorten, …
- ziekteverwekkers: rubella, toxoplasmose, cytomegalovirus
- stralingen: röntgen, radioactieve
naam omgevingsfactoren die het embryo zouden kunnen beschadigen
teratogene factoren
endogene prikkel
hormonen
exogene prikkel
seizoen (–> dieren)
licht en temperatuur
amfimixie
= ‘kernen versmelten’
oötide (n+n) onder pellucidenvlies –> zygote (2n) onder bevruchtingsmembraan
2 zaadcellen in eicel
te veel chromosomen
eicel afbreken
morula
- bestaat uit
- is soort van
stamcellen
framboos
Gastrulatie
embryonale ontwikkeling in de tweede en derde week