H4: Voortplanting bij de mens Flashcards

1
Q

Dagen menstruatie

A

1-5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Lengte cyclus

A

28 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vruchtbare periode dagen

A

11–15

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ovulatie dagen

A

14

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vrouwelijke hormonen

A
  • oestrogeen
  • progesteron
  • FSH
  • LH
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Mannelijke hormonen

A
  • testosteren
  • FSH
  • LH
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hormonale klier die geslachtshormonen coördineert

A

Hypofyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Nut geslachtshormonen

A

Regelen voortplantingsorganen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Primaire geslachtskenmerken

A

Geslachtskenmerken die al voor de geboorte aanwezig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Secundaire geslachtskenmerken + oorzaak + nut

A

Toename van geslachtshormonen

Zorgen voor geslachtsrijpheid

Volwassen mannen en vrouwen vertonen ook andere lichamelijke verschillen.
Deze komen meestal pas in de puberteit tot uiting. Het zijn de secundaire geslachtskenmerken. Zij verschijnen als gevolg van verhoogde productie van geslachtshormonen (testosteronen en oestrogenen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Mannelijke primaire geslachtskenmerken

A

• Teelballen (testes)
• Bijballen
• Balzak (scrotum)
• Zaadleiders
• Zaadblaasjes
• Prostaat
• Penis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vrouwelijke primaire geslachtskenmerken

A

• Eierstokken (ovaria)
• Eileiders (tubae)
• Baarmoeder (uterus)
• Schede (vagina)
• Maagdenvlies
• Schaamlippen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Mannelijke secundaire gelachtskenmerken

A

• Lichaamsbeharing
• Skelet – skeletspieren
• Brede schouders
• Stemverlaging
• Vergroting penis + balzak
• zaadlozing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vrouwelijke secundaire geslachtskenmerken

A

• Lichaamsbeharing
• Borsten
• Brede heupen
• Ronde vormen (onderhuids vet)
• Menstruatiecyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ondanks de duidelijke verschillen in primaire geslachtskenmerken bij de geboorte, zijn de mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen embryonaal uit eenzelfde basispatroon ontstaan.

A

Indifferente periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

XY of XX

A

Na week 6
- XY -embryo (man) —> jongen

  • XX - embryo (vrouw) tegresseert —> enkel vrouwelijke voortplantingsorganen ontwikkelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Eierstokken

Naam

A

Ovaria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

in eierstokken

deze produceren vrouwelijke geslachtshormonen en eicellen:

A

geslachtsklieren of gonaden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

in eierstokken

het merg is rijk aan bloedvaten, de schors bevat follikels in verschillende stadia van rijping. In de follikel bevindt zich een eicel en follikelcellen ==>

A

voeden en beschermen van de rijpende eicel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Eileiders

A

Tubae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

een eicel wordt in een trechter (via de … ) opgevangen en naar de baarmoeder getransporteerd via …

A

franjes

trilharen, vloeistofstroming en peristaltiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Baarmoeder

A

Uterus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Baarmoeder opbouw

A
  • bestaat uit zeer sterke kring- en lengtespieren
  • de binnenzijde is bekleed met het baarmoederslijmvlies (aanvoer O2 en voedingsstoffen voor het embryo) dat tijdens de menstruele cyclus sterke veranderingen ondergaat
  • de wand is voorzien van een goed doorbloede bindweefsellaag
  • de baarmoeder versmalt naar onderen toe, de baarmoederhals. Deze hals wordt afgesloten met een slijmprop –> bescherming tegen binnendringen lichaamsvreemde stoffen of cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Functie baarmoederslijmvlies

A

aanvoer O2 en voedingsstoffen voor het embryo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Functie slijmprop
bescherming tegen binnendringen lichaamsvreemde stoffen of cellen
26
Schede
vagina
27
schede opbouw
- een gespierd en zeer rekbaar kanaal naar de buitenwereld toe. - binnenzijde is bekleed met slijmvlies - maagdenvlies
28
opbouw slijmvlies binnenzijde schede
glycogeen en glucose, melkzuurbacteriën
29
functie melkzuurbacteriën slijmvlies schede
lage pH zorgt voor bescherming tegen infecties
30
uitwendige geslachtsorganen vrouw onderdelen
- kleine en grote schaamlippen - clitoris
31
functie schaamlippen
- vetweefsel --> bescherming - slijm --> coïtus
32
vrouwen hebben follikelcel mannen hebben ...
cellen van Sertoli
33
pellucidenvlies -->
bevruchtingsmembraan
34
levensduur eicel + gevolgen
12-24 uur --> bevruchting moet in begin eileider gebeuren
35
wat gebeurt er als meer dan 1 zaadcel eicel zou bevruchten
verkeerde mix chomosomen (geen 2n)
36
eicelvorming
oögenese - vorming van een primaire follikel voor de geboorte - rijping van de primaire follikel vanaf de puberteit - ovulatie
37
vorming primaire follikel werking
in de schors vd ovaria worden door MITOSE grote aantal kiemcellen of oögoniën gevormd Al voor de geboorte starten de oögoniën met de MEIOSE Er vormt zich een primaire follikel bestaande uit een primaire oöcyt (diploïd 2n) en follikelcellen Het verdelingsproces blokkeert onmiddelijk na profase 1 van de meiose.
38
kiemcellen
oögoniën
39
mitose
vorm van celdeling
40
opbouw primaire follikel
primaire oöcyt (diploïd 2n) + follikelcellen
41
functie follikelcellen
voeding en bescherming
42
rijping van de primaire follikel vanaf de puberteit
- vanaf de puberteit - om de ca. 28 dagen groeit een follikel door toename van follikelcellen rond de primaire oöcyt - vorming van follikelholte gevuld met lucht - Als follikel tot volle rijpheid is gekomen spreken we van een Graafse Follikel (+ pellucidenvlies) - meiose wordt nu verdergezet --> ontstaan twee dochtercellen - secundaire oöcyt is veel groter dan primaire (poollichaampje) - de dochtercellen zijn haploId (n)
43
Als follikel tot volle rijpheid is gekomen spreken we van een
Graafse Follikel (+ pellucidenvlies)
44
primaire oöcyt
poollichaampje
45
werking ovulatie
- tegen einde van meiose --> wand van de Graafse follikel barst langs dunste kant open --> secundaire oöcyt wordt opgevangen door franjes en via de trechter naar de eileider gevoerd - eicel blijft tijdelijk omgeven door enkele lagen follikelcellen (corona radiata) - geen bevuchting --> eicel binnen 24 u na ovulatie afsterven --> resterende follikelcellen vormen corpus luteum (geel lichaampje) - als de secundaire oöcyt geprikkeld wordt door het binnendringen van een zaadcel, zal de meiose volledig afgewerkt worden en ontstaat er een nieuw poollichaampje en een rijpe eicel of oötide. Deze eicel bevat het haploïde chromosomenaantal van de eicel en de haploïde chromosomenaantal van de zaadcel (n + n diploïd)
46
follikelcellen die eicel omgeven
corona radiata
47
corpus luteum
geel lichaam
48
Rijpe eicel
Oötide
49
Na het binnendringen van de zaadcel in de eicel wordt het … ondoordringbaar, we noemen het nu …
Pellucidenvlies Bevruchtingsmembraan
50
Regeling van de menstruatiecyclus gebeurt door … geproduceerd in de … en getransporteerd naar de …
Hormonen Endocriene klieren Doelwitorganen
51
Hormonen-concentraties menstruele cyclus onder invloed van
Positieve of negatieve feedback
52
Fases verloop menstruatiecyclus
- folliculaire fase - luteale fase - menstruatiefase
53
Als er een bevruchting is gaat het … zelf … aanmaken zodra het ingenesteld is. Hierdoor blijven de concentraties van … hoog en blijft het … intact Later in de zwangerschap zal de … de rol van … overnemen
Embryo HCG Oestrogeen en progesteron Baarmoederslijmvlies Placenta Het geel lichaam
54
Door de hoge … ca. … dagen voor de ovulatie wordt de … die de baarmoederhals afsluit … De … van de vagina … zodat de zaadcellen een drietal dagen kunnen overleven
Oestrogeenspiegel 6 Slijmprop Vloeibaar pH Stijgt
55
Plotse verhogingen van … in het bloed geeft een … van ca. … °C Dit geeft mogelijks het gevoel van …
Oestrogeen Lichaamstemperatuurstijging 0,5 Koorts
56
Teelballen Naam
Testes
57
Teelballen functie
Produceren mannelijk geslachtshormoon testosteron en zaadcellen of spermatozoa
58
Mannelijk geslachtshormoon
Testosteron
59
Zaadcellen
Spermatozoa
60
Teelballen plaats + reden
Buiten buikholte in balzak of scrotum 37°C van buikholte = te hoog voor gezonde zaadcelproducte
61
hypothalamus plaats + werking
- boven neus - hypofyse hangt hier aan vast --> hormoon --> bloedbaan --> eierstokken --> baarmoeder
62
FSH + functie
follikelstimulerend hormoon groei + ontwikkeling follikels stimuleren
63
tertiaire geslachtskenmerken
hoe je je voelt / gedraagt
64
LH
luteïniserend hormoon (luteïne = geel --> zorgt ervoor dat het geel lichaampje 'springt' en eisprong gebeurt)
65
endocrien
hormonaal
66
endocriene klieren
- hypothalamus (hersenen - hypofyse (voorkwab hersenen) - eirerstokken
67
hypothalamus hormoon + doelwitorgaan
GRF (gonadotropine releasing factor, niet kennen) hypofyse
68
hypofyse hormoon + doelwitorgaan
gonadotrope hormoon: - FSH - LH eierstok
69
eierstok hormoon + doelwitorgaan
geslachtshormonen - oestrogeen - progesteron baarmoeder
70
opbouw mannelijke voortplantingsorgaan opgebouwd uit ... met ... in de wand van de zaadbuisjes zitten ... en ... tussen de zaadbuisjes vind je ...
binweefselkapsel teelbaltussenschotten, teelballobjes en zaadbuisjes zaadmoedercellen of spermatogoniën cellen van Sertoli cellen van Leydig
71
functie cellen van Sertoli
ondersteunen zaadcelvorming
72
functie cellen van Leydig
produceren testosteron
73
zaadcellen verplaatsen via
vloeistofstroming, trilharen en peristaltiek
74
bijballen functie
- reservoir voor zaadcellen die verder rijpen - afscheiding van zaadvloeistof
75
zaadleiders en zaadblaasjes
- 50 cm lang buisje met gespierde wand - mond uit in de urinebuis - zaadblaasjes produceren zaadvloeistof met fructose = energiebron
76
functie gespierde wand zaadleider
peristaltiek en ejaculatie
77
fructose in zaadvloeistof
energiebron
78
prostaat
- klier die een kleurloze vloeistof produceert - deze vloeistof + vocht uit bijballen + zaadblaasjes (+ zaadcellen) --> sperma
79
spermavorming
vloeistof uit prostaat + vocht bijballen + zaadblaasjes (+ zaadcellen)
80
klieren van Cowper
produceren een stof die het urinezuur in de urinebuis neutraliseert zure pH vagina = dodelijk voor zaadcellen
81
penis functie + opbouw
- copulatieorgaan - bestaat uit urinebuis, omgeven door zwellichamen - eindigt op de eikel, omgeven door de voorhuid
82
functie zwellichamen penis
erectie
83
functie voorhuid
bevat smeerstof en zorgt voor hygiëne
84
spermatogenese
zaadcelvorming
85
spermatogenese begint in de eerste weken na indifferente periode. In de wand van de zaadbuisjes bestaan er diploïde cellen : de ... Tussen die cellen zorgen de ... voor voeding en ondersteuning Vanaf de puberteit vemenigvuldigen de diploïde spermatogonia zich door mitose, één vd twee dochtercellen , de ..., deelt onmiddelijk verder door een meiose en vormt vier haploïde cellen = ... De andere blijft achter als diploïde ... De ... differentieren nog verder tot ...
spermatogonia cellen van Sertoli spermatocyt spermatiden spermatogonie spermatiden spermatozoa
86
hormonale regeling spermatogenese
positieve en negatieve feedbackmechanismen
87
negatieve feedback voorbeelden!
- cellen van Sertoli scheiden hormoon 'inhibine' af vanaf dat de drempelwaarde van FSH wordt overschreden --> inhibine remt FSH vorming in hypofyse - overmaat aan testosteron --> LH-synthese hypofyse en GRF-vorming hypothalamus remmen
88
geslachtgemeenschap
coïtus
89
coïtus biologisch gezien
geslachtsdrift = geheel van reflexen als antwoord op exo- en endogene prikkels
90
man coïtus
erectie vd penis + voorvocht (klieren van Cowper)
91
vrouw coïtus
erectie vd clitoris + vochtafscheiding (vaginaal slijm + kleurstof)
92
ritmische beweging van de penis in de vagina
zaadlozing of ejaculatie (3 ml sperma met 3.10^6 zaadcellen)
93
diep menselijke relatie
waarden, wederzijdse liefde, respect, verantwoordelijkheid
94
Gonadotroop
Wat de werking van de geslachtsklieren beïnvloedt