van diagnostisch landschap tot diagnose Flashcards

1
Q

Definitie Voorkans ?

A

de kans op die bepaalde werkhypothese vooraleer er een argument in rekening wordt gebracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Definitie Wachtkamerkans?

A

de kans op deze aandoening bij een patiënt in de wachtzaal voor het verzamelen voor om het even welk argument

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Definitie Wachtkamerkans?

A

de kans op deze aandoening bij een patiënt in de wachtzaal voor het verzamelen voor om het even welk argument

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Definitie aantonende kracht argument?

A

de aanwezigheid verhoogt de kans op een bepaalde werk hypothese (aantonende kracht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Definitie uitsluitende kracht argument?

A

de aanwezigheid verlaagt de kans op een bepaalde werk hypothese (uitsluitende kracht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de kracht van een argument?

A

mate waarin bepaalde bevinding bijdraagt aan het aantonen of uitsluiten van een bepaalde werkhypothese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Berekende verhouding niet bruikbaar argument?

A

1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Berekende verhouding zwak argument?

A

2-5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Berekende verhouding goed argument?

A

6-16

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Berekende verhouding sterk argument?

A

17-57

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Berekende verhouding

zeer sterk argument?

A

58 - oneindig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoeveel stappen stijg je op schaal van zekerheid in geval van niet bruikbaar argument?

A

0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoeveel stappen stijg je op schaal van zekerheid in geval van zwak argument?

A

0,5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoeveel stappen stijg je op schaal van zekerheid in geval van goed argument?

A

1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoeveel stappen stijg je op schaal van zekerheid in geval van sterk argument?

A

1,5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoeveel stappen stijg je op schaal van zekerheid in geval van zeer sterk argument?

A

2

16
Q

Definitie odds?

A

= aantal kansen dat de ziekte aanwezig is / aantal kansen dat de ziekte afwezig is

17
Q

Definitie sensitiviteit?

A

= de mate waarin een positieve test in staat is patiënten met de bewuste ziekte (terecht-positieve) te detecteren in de groep van de zieken.

17
Q

Definitie sensitiviteit?

A

= de mate waarin een positieve test in staat is patiënten met de bewuste ziekte (terecht-positieve) te detecteren in de groep van de zieken.

18
Q

Definitie specificiteit?

A

= de maten waarmee een negatieve test in staat is patiënten zonder bewuste ziekte (terecht-negatieve) te detecteren in een groep niet-zieken.

19
Q

Verschil tussen clinicus en epidemioloog:

A
  • Epidemioloog: kijkt verticaal naar de tabel –> interesse in de kans op een positieve test bij een bepaalde bevestigde ziekte.
  • Clinicus: kijkt horizontaal naar de tabel –> interesse in de kans op ziekte in geval van een positieve test.
20
Q

Door wat wordt de aantonende kracht beïnvloedt?

A

Specificiteit

  • Hoge specificiteit = grote aantonende kracht
  • Lage specificiteit = lage aantonende kracht
21
Q

Waarvoor staat SPIN?

A

Specificiteit Rule In

22
Q

Waardoor wordt uitsluitende kracht beïnvloed?

A

Door sensitiviteit:

  • Hoge sensitiviteit = grote uitsluitende kracht
  • Lage sensitiviteit = lage uitsluitende kracht
23
Q

Waarvoor staat SNOUT

A

SeNsitivity rules OUT