Vaktaal hoofdstuk 2 Flashcards

1
Q

Affectief

A

Met betrekking tot het functioneren van de gevoelens (synoniem; emotioneel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

cognitief

A

Wat het functioneren van het verstand betreft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

fijne motoriek

A

Functioneren van de beweging van de handen en vingers, in tegenstelling tot grove motoriek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

fysiek

A

met betrekking tot het lichaam, lichamelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

grove motoriek

A

functioneren van de beweging van grote delen van het lichaam (ledematen, romp), in tegenstelling tot fijne motoriek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

moreel

A

wat te maken heeft met ideeën over goed en slecht (synoniem ethisch)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Nature

A

Aangeboren, erfelijke eigenschappen die het individu al van in de baarmoeder meekrijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

nurture

A

Eigenschappen die het individu meekrijgt via de omgeving: opvoeding, onderwijs & cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ontwikkeling

A

Verandering, evolutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

sensomotoriek

A

samen functioneren van zintuigen en bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

sensoriek

A

werking van zintuigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Sociaal

A

met betrekking tot de omgang met andere mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Temperament

A

aangeboren deel van onze persoonlijkheid dat bepaalt hoe we reageren op onze omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly