Vakjargon/begrippen Eigen Aan De Luchtvaart Flashcards

1
Q

Advanced Purchase

A

Verplichte vooruitboekings- en uitgifte voorwaarde om een ticket te kunnen kopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Airline code

A

2-digit code voor de luchtvaartmaatschappij door de IATA toegekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Aisle seat

A

Zitplaats langs het gangpad in een vliegtuig, tegen aisle staat een window seat of een zetel aan het raam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Airport code

A

3-digit code voor de luchthavens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Airport tax

A

Tax die bij het vertrek moet betaald worden. Meestal inbegrepen in de ticket prijs, maar soms dient men in bepaalde lande airporttax in harde valuta betalen. (Vooral landen waar men graag vreemde valuta heeft)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Air terminal

A

Plaats in de stad let verbinding naar de luchthaven, bv. De trein tussen PAR en BRU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

APEX - Advanced Purchased Excursion Fare

A

Een relatief goedkoop retourticket dat minstens 14 dagen vooraf wordt gereserveerd en betaald. In principe zijn geen wijzigingen mogelijk. Een beperkt aantal stop-overs is mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Arrival

A

Aankomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Availability

A

Beschikbaarheid: term die gebruikt wordt om het resterende aantal beschikbare seats weer te geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bagage allowance

A

De toegestane hoeveelheid bagage die een passagier gratis kan vervoeren vanwege de luchtvaartmaatschappij. Dat geldt zowel voor de ruimbagage (hold) als de handbagage (cabin)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bagage claim erea

A

Plaats op de luchthaven waar de passagiers hun ingecheckte bagage kunnen komen ophalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bagage doorchecken

A

(Bij connecting flights) de passagier vliegt met LH van BRU via FRA naar BKK. De bagage hoeft niet in FRA te worden afgehaald en terug ingecheckt. Opgepast met USA/ de bagage moet steeds in het eerste aankomstpunt in de USA door de douane.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bagage tag

A

Label waarop de contactgegevens van de passagier vermeld staan. Het wordt aan de bagage vastgemaakt en dient als identificatie. Men moet er steeds voor zorgen dat de gegevens zichtbaar zijn voor derden.

De eigenlijke bagage identification tag is het label dat wordt geprint en vastgemaakt aan de bagage op het moment dat de bagage wordt ingecheckt op de luchthaven en waarop zowel het vluchtnummer als de bestemming (IATA-code) en die van eventuele doorvluhten worden vermeld. Dat label dient eveneens als identificatie en wordt gebruikt en meermaals gescand om de bagage op het juiste vliegtuig te krijgen en ze snel te kunnen opsporen in geval van verlies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Boardingpass

A

Instapkaart
Meestal wordt de Engelstalige bestemming gebruikt. Dit is het document dat door de luchtvaartmaatschappij wordt uitgegeven en dat een passagier toegang heeft tot het vliegtuig met het recht op gebruik van een stoel tijdens de vlucht. De passagier ontvangt deze boardingpass nadat hij/zij is ingecheckt op de luchthaven of online. Op dit document staat naast de naam van de passagier, de bestemming, het vluchtnummer en ook het stoelnummer vermeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Broker

A

Agent die tickets in grote hoeveelheden aankoopt en deze doorverkoopt aan de reisagent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Business class

A

Sommige maatschappijen gebruiken een C als afkorting en sommen een J/D/Z/I.
In business class beschikken passagiers over meer beenruimte en bredere stoelen en ze krijgen meer service dan de passagiers in economy class

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Cabin

A

Deel in het vliegtuig waar de passagiers plaatsnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Cancellation fee

A

Bedrag dat de passagier moet betalen aan de luchtvaartmaatschappij wanneer ze een bevestigde reservatie annuleert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Carrier

A

Luchtvaartmaatschappij (passagiers- of vrachtvliegtuig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Charter

A

Gehuurd vliegtuigtoestel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Checked bagage

A

Bagage dat afgegeven wordt aan de check in en waarvan een bagage tag wordt gehangen en meereist in het ruim van het vliegtuig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Check-in

A

Inschepen, het al of niet overhandigen van de bagage en het ontvangen van een instapkaart of boardig pass

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Check-in time

A

Uiterlijk tijdstip van aanmelding voor een vlucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Child

A

Een kind is een passagier tussen 2 en 12 jaar –> dus tot en met 11 jaar
Code –> CDH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Code Share

A

Het gebruik van een 2-letterige code van een luchtvaartmaatschappij op een vlucht die wordt uitgevoerd door een andere luchtvaartmaatschappij. Als luchtvaartmaatschappijen aan code sharing doen, verkopen ze samen stoelen op één vlucht. Zo zal een luchtvaartmaatschappij onder haar eigen vluchtnummer, maar op de vlucht van een andere maatschappij stoelen verkopen. Hierdoor verhoogt de frequentie en/of het aanbod van een luchtvaartmaatschappij. Bij code sharing is er een onderscheid tussen de marketingcarrier (de maatschappij plaatst haar code op een vlucht maar voer die niet uit) en de operating carrier (deze maatschappij voert de vluchten uit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Connecting flights

A

Aansluitende vluchten, overstapmogelijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Connecting time

A

Overstaptijd tussen 2 vluchten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Conventie van Warschau

A

Bijeenkomst tijdens welke de vervoersvoorwaarden voor de burgerluchtvaart zijn vastgelegd (1929). Hier werden onder andere de voorwaarden ter bescherming van de vliegtuigpassagiers vastgesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

CRS

A

Computer Reservation System
bv. Amadeus, Galileo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Delay

A

Vertraging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Departure

A

Vertrektijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Destination

A

Bestemming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Direct flight

A

Een vlucht met een eigen vluchtnummer wordt beschouwd als een ‘directe’ vlucht, ook al maakt deze vlucht een tussenstop om evt. te tanken of passagiers op te pikken. Een direct flight kan dus een non-stopvlucht zijn maar evenzeer een vlucht met stops.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Domestic Flight

A

Binnenlandse vlucht (binnen grenzen van een land)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

ETA

A

Estimated Time of Arrival

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

ETD

A

Estimated Time of Departure

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Economy

A

Laagste comfortklasse in een vliegtuig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Electronisch ticket (e-ticket)

A

Ticket dat wordt bewaard in de database van de luchtvaartmaatschappij en op een digitale manier wordt afgeleverd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Empty leg

A

val bij charters: eerste vlucht terug en laatste vlucht heen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Endorsable

A

Overdraagbaar –> Men jan het ticket indien nodig met een andere luchtvaartmaatschappij laten uitvoeren dan diegenen waarbij het gereserveerd is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Excess baggage

A

Bagage met overgewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Fare

A

Prijs op het ticket

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Feeder

A

Traject waarbij passagiers van leestak secundaire kleinere luchthavens naar grotere hoofdluchthavens gebracht worden. Op deze luchthavens kunnen de passagiers dan verbindingen nemen op langeafstandsvluchten.
Deze Feeder-functie wordt in de moderne luchtvaart ook regelmatig uitgevoerd in samenwerking met de spoorwegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

FFP

A

Frequent Flyer Program
getrouwheidsprogramma waarmee men reizigers via voordelen bindt aan een bepaalde luchtvaartmaatschappij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

First

A

Hogere comfortklasse in een vliegtuig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Flight coupon

A

Segment van een e-ticket dat de passagier het recht geeft om te vliegen tussen de plaatsen zoals aangegeven op de coupon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Flight only

A

Ticket dat door TO’s of brokers worden aangeboden op chartervluchten zonder dat hieraan een logiesformule is verbonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Free bagage allowance

A

Passagiers op vliegtuigen mogen doorgaans een beperkte hoeveelheid bagage vrij meenemen. Deze is verbonden aan piece & weight concept.

49
Q

Gate

A

Dit is de poort waar je moet inschepen. In iedere luchthaven werkt men met letters en cijfers. De letter staat voor de terminal, het cijfer voor de poort in de terminal.

50
Q

Gateway

A

Eerste aankomstluchthaven in een land

51
Q

General sales agent

A

Een agent die door één of meerdere luchtvaartmaatschappijen wordt aangesteld om deze op een bepaalde markt te gaan vertegenwoordigen.
bv. Air Agencies

52
Q

Handling agent

A

Afhandelaar –> Bedrijf op de luchthaven dat instaat voor begeleiding van passagiers, behandeling van de bagage en bevoorrading van het vliegtuig.
Bv. Aviapartnet & Alyzia

53
Q

Handbagage

A

De bagage die men mee aan boord mag nemen. Zowel in gewicht als in afmeting is dit beperkt. Als algemene regel geldt dat het in het ‘overheadcompartiment’ moet kunnen.

54
Q

Haul

A

Haul duidt op afstand. We hebben long haul, medium haul en short haul

55
Q

Hold

A

Het deel van het vliegtuig waar de bagage wordt gestapeld.

56
Q

Hub and spoke

A

Een hub is een centrale luchthaven die als knooppunt zal dienen voor een heel netwerk van verbindingen, zoals de naaf (hub) van een wiel het middelput vormt waar de spaken (spoken) samenkomen. Passagiers hebben in de hub een onmiddellijke aansluiting op een groot aantal vluchten. Daardoor kan een groter aantal bestemmingen worden bediend et een grotere frequentie en/of met grotere vliegtuigen dan bij point-to-point bestemmingen.

57
Q

IATA

A

Inernational Air Transport Association

58
Q

Infant

A

Kind jonger dan 2j, dat gratis of aan 90% prijsvermindering reist. Kind moet op de schoot zitten en je mag geen extra reiskoffer of gewicht extra meenemen. Voor het kind wordt enkel een plooibare buggy als handbagage aanvaard.

59
Q

International flight

A

Vlucht die de landgrens overvliegt

60
Q

In-flight service

A

De maaltijden, dranken en overige vormen van ontspanning tijdens een vlucht.

61
Q

ICA

A

Intercontinental vlucht
Vlucht van het ene continent naar het andere.

62
Q

Involuntary retouring

A

onvrijwillige aanpassing van de reisweg zonde prijsverhoging omdat de oorspronkelijke route niet kan uitgevoerd worden.

63
Q

Itinerary

A

Reisweg

64
Q

Lijnvlucht

A

Vliegt van punt A naar punt B volgens een dienstregeling op vaste tijdstippen.

65
Q

Local time

A

Plaatselijke tijd

66
Q

LCC

A

Low Cost maatschappijen
Lagekostenluchtvaartmaatschappijen

67
Q

Lost and Found

A

Balie waar je terecht kan om verloren of beschadigde bagage aan te geven

68
Q

Lost property

A

Verloren reisgoed

69
Q

Lounge

A

Speciale ruimte in de luchthaven met toegang voor passagiers in het bezit van een businessclass ticket, of (enkel voor Brussels Airport) klant van Pegase of VIP Selection. Daar kunnen de passagiers in alle rust wachten tot hun vlucht ‘ready for boarding ‘is. Zij kunnen er genieten van gratis drank, versnaperingen, internet en doucheruimtes.

70
Q

Luchthaventask

A

Vergoeding die de luchtvaartmaatschappij (en passagier) moeten betalen voor de faciliteiten van de luchthaven.

71
Q

MCT

A

Minimum Connecting Time
Dit is de minimum tijd die nodig is om in één luchthaven of in dezelfde stad tussen de verschillende luchthavens van toestel te veranderen.

72
Q

Misconnecting

A

Gemiste verbinding als gevolg van een vertraging bij de eerste vlucht. Vaak volgt hierop een involuntary retourring zodat je alsnog op de bestemming geraakt, eventueel via een omweg.

73
Q

No show

A

Term die gebruikt wordt voor een passagier die niet opdaagt voor een geboekte vlucht en zich ook niet heeft afgemeld.

74
Q

Non stop flight

A

Rechtstreekse vlucht van punt A naar punt B zonder stop. De vlucht maakt geen enkele stop tussen de luchthaven van vertrek en de luchthaven van aankomst.

75
Q

LSF

A

Local selling fare

76
Q

ROE

A

Rate of exchange
Terugbetaling, kan geheel of gedeeltelijk zijn, naargelang de LSF. Kan meerdere malen per jaar gewijzigd worden.

77
Q

NUC

A

Neutral Unit of Currency
Wereldwijde gebruik van fictieve munteenheid, die eigenlijk de verhouding van de locale munt tot de USD geeft via de ROE wordt deze omgezet in LSF.

78
Q

One World

A

Alliantie van verschillende luchtvaartmaatschappijen o.a. British Airways, Cathay Pacific, …

79
Q

Open jaw

A

Vlucht waarbij het aankomstpunt van de heenreis verschilt met het vertrekpunt van de terugreis.

80
Q

Open return

A

Als je bij de reservering van de heenreis nog geen zekerheid hebt over de datum of het uur van de terugreis dan vraag je een ticket met ‘open return’. Je kan nadien deze datum of uur opgeven.

81
Q

One way

A

Vliegen van punt A naar punt B

82
Q

OSI

A

Other Supplementary Information
Gebruik in het CRS/GDS systeem, de reisagent geeft details ivm de passagier.

83
Q

Overbooking

A

In deze situatie heeft de luchtvaartmaatschappij meer plaatsen bevestigd/gereserveerd dan er in werkelijkheid beschikbaar zijn. Omdat er regelmatig no-shows zijn op een vlucht gaan luchtvaartmaatschappijen over tot deze actie. Passagiers die niet kunne nvertrekken ten gevolge van een overboeking, zijn beschermd en hebben recht op compensatie.

84
Q

GDS

A

Global Distribution System
Is het belangrijkste instrument voor de reisagent.
De eerste technologische stap binnen het luchtvaart-distributiesysteem kwam er met de intrede van het Computer

85
Q

PNR

A

Passenger Name Record
Uniek boekingsnummer van de reservatie.

86
Q

PAX

A

benaming voor personen
Bv. 3 pax =3 personen

87
Q

PIR

A

Property Irregularity Report
Formulier dat je moet invullen als je bagage beschadigd of verloren is.

88
Q

DBR

A

Damaged Baggage Report
Formulier dat je moet invullen als je bagage beschadigd is.

89
Q

Queue

A

Systeem in het CRS/GDS systeem dat toelaat om communicatie te voeren en berichten te plaatsen tussen de reisagenten en de luchtvaartmaatschappijen, reisagenten en brokers, onderling tussen de reisagenten-collega’s van zelfde kantoren.

90
Q

Refund

A

Terugbetaling, kan geheel of gedeeltelijk zijn, naargelang de voorwaarden van het ticket. Indien er non refund staat betekent dit dat er geen terugbetaling mogelijk is.

91
Q

Rerouting

A

Kan onvrijwillig of vrijwillig zijn.

92
Q

Round trip

A

Reis van punt A naar punt B en van punt B naar punt A, waar het tarief aangerekend voor de heenreis en het tarief aangerekend voor de terugreis gelijk is.

93
Q

Round the World ticket

A

Ticket waarmee je in één richting rond de wereld kan vliegen.

94
Q

Routing

A

De routebeschrijving die op het ticket vermeld wordt en die ook de overstapplaatsen en prijsberekeningen aangeeft.

95
Q

Rule

A

Bepaalt de reisvoorwaarden van het tarief.

96
Q

Schengenlanden

A

Landen binnen de Europese Unie die een verdrag hebben gesloten met ‘open grenzen’ als gevolg.

97
Q

Seat

A

Zitplaats op het vliegtuig

98
Q

Seat allocation

A

Toekennen van een zitplaats in het vliegtuig.

99
Q

Seat pitch

A

De afstand tussen 2 vliegtuigstoelen

100
Q

Segment

A

Een geboekte lijn in het CRS/GDS systeem. Met het boeken van segmenten betaalt het agentschap het GDS systeem.

101
Q

Skyteam

A

Alliantie van verschillende luchtvaartmaatschappijen o.a. Delta Airlines, Air France, …

102
Q

Slot

A

Tijdspanne op een luchthaven waarbinnen een vliegtuig mag opstijgen en/of landen. Op drukke luchthavens is het verkrijgen van interessante slots voor een luchtvaartmaatschappij een belangrijk onderhandelingspunt.

103
Q

Special Meal

A

Op verzoek worden speciale maaltijden geserveerd.

104
Q

Stand by

A

Stand by vliegen betekent dat je bereid bent je vliegreis uit te stellen tot dat er een plaats vrij is op een vlucht naar de door jou gewenste bestemming, de term wordt meestal gebruikt als je bv. geconfronteerd wordt met overboeking of vertraging en je wordt opgeschreven voor de volgende vlucht.

105
Q

Star Alliance

A

Alliantie van verschillende luchtvaartmaatschappijen o.a. Brussels Airlines, Thai Airways, …

106
Q

Stop over

A

één of meerdaagse onderbreking van meer dan 24u tijdens heen- en/of terugreis.

107
Q

Sunday Rule

A

Term dat aanduidt om van het goedkope tarief te kunnen genieten een overnachting van zaterdag op zondag op je bestemming moet zijn inbegrepen.

108
Q

Terminal

A

Luchthavengebouw waar alle faciliteiten zich bevinden zoals: vertrekhal, aankomsthal, winkels, drank- en eetgelegenheden en wisselkantoren.

109
Q

Transit

A

Zone waarbij de passagier de luchthaven niet verlaat om op een ander toestel te stappen en zo zijn reisweg te vervolgen.

110
Q

Transatlantic flight

A

Vluchten over de Atlantische Oceaan

111
Q

Turnaround

A

Tijd op de luchthaven tussen de landing en de start van een vliegtuig. In die tijd moet het vliegtuig, naargelang het type, uitgeladen en ingeladen, schoongemaakt, volgetankt en bevoorraad worden.

112
Q

UMNR

A

Unaccompanied Minor
Minder jarigen die alleen reizen zonder gezelschap van een volwassene.

113
Q

Upgrading

A

Reizen in een hogere klasse of genieten van meer comfort of faciliteiten dan deze waarvoor je betaald hebt.

114
Q

Vluchtdagen

A

Vluchtdagen worden meestal aangeduid door middel van een cijfer.
1 = maandag, 2 = Dinsdag, …

115
Q

Vluchtnummer

A

Bestaat uit 2 delen: letters en cijfers. De letters staan voor de luchtvaartmaatschappij en de cijfers voor het uiteindelijke vluchtnummer. Heen en terug hebben steeds een ander cijfer!

116
Q

Waitinglist

A

Als een vlucht volgeboekt is, wordt je ingeschreven op een wachtlijst en kan je alleen maar hopen dat een eerder gemaakte reservering wordt geannuleerd of een aangemelde passagier niet komt opdagen zodat je zijn plaats kan innemen.

117
Q

Windowseat

A

Plaats aan het raam

118
Q

Yieldmanagement

A

Methode om het vinden van de juiste balans tussen het vullen van de beschikbare capaciteit en het krijgen van de hoogste prijs.

119
Q

A4E

A

Sectorverenigin Airlines for Europe