Vakjargon/begrippen Eigen Aan De Luchtvaart Flashcards
Advanced Purchase
Verplichte vooruitboekings- en uitgifte voorwaarde om een ticket te kunnen kopen
Airline code
2-digit code voor de luchtvaartmaatschappij door de IATA toegekend
Aisle seat
Zitplaats langs het gangpad in een vliegtuig, tegen aisle staat een window seat of een zetel aan het raam
Airport code
3-digit code voor de luchthavens
Airport tax
Tax die bij het vertrek moet betaald worden. Meestal inbegrepen in de ticket prijs, maar soms dient men in bepaalde lande airporttax in harde valuta betalen. (Vooral landen waar men graag vreemde valuta heeft)
Air terminal
Plaats in de stad let verbinding naar de luchthaven, bv. De trein tussen PAR en BRU
APEX - Advanced Purchased Excursion Fare
Een relatief goedkoop retourticket dat minstens 14 dagen vooraf wordt gereserveerd en betaald. In principe zijn geen wijzigingen mogelijk. Een beperkt aantal stop-overs is mogelijk
Arrival
Aankomst
Availability
Beschikbaarheid: term die gebruikt wordt om het resterende aantal beschikbare seats weer te geven
Bagage allowance
De toegestane hoeveelheid bagage die een passagier gratis kan vervoeren vanwege de luchtvaartmaatschappij. Dat geldt zowel voor de ruimbagage (hold) als de handbagage (cabin)
Bagage claim erea
Plaats op de luchthaven waar de passagiers hun ingecheckte bagage kunnen komen ophalen
Bagage doorchecken
(Bij connecting flights) de passagier vliegt met LH van BRU via FRA naar BKK. De bagage hoeft niet in FRA te worden afgehaald en terug ingecheckt. Opgepast met USA/ de bagage moet steeds in het eerste aankomstpunt in de USA door de douane.
Bagage tag
Label waarop de contactgegevens van de passagier vermeld staan. Het wordt aan de bagage vastgemaakt en dient als identificatie. Men moet er steeds voor zorgen dat de gegevens zichtbaar zijn voor derden.
De eigenlijke bagage identification tag is het label dat wordt geprint en vastgemaakt aan de bagage op het moment dat de bagage wordt ingecheckt op de luchthaven en waarop zowel het vluchtnummer als de bestemming (IATA-code) en die van eventuele doorvluhten worden vermeld. Dat label dient eveneens als identificatie en wordt gebruikt en meermaals gescand om de bagage op het juiste vliegtuig te krijgen en ze snel te kunnen opsporen in geval van verlies.
Boardingpass
Instapkaart
Meestal wordt de Engelstalige bestemming gebruikt. Dit is het document dat door de luchtvaartmaatschappij wordt uitgegeven en dat een passagier toegang heeft tot het vliegtuig met het recht op gebruik van een stoel tijdens de vlucht. De passagier ontvangt deze boardingpass nadat hij/zij is ingecheckt op de luchthaven of online. Op dit document staat naast de naam van de passagier, de bestemming, het vluchtnummer en ook het stoelnummer vermeld.
Broker
Agent die tickets in grote hoeveelheden aankoopt en deze doorverkoopt aan de reisagent
Business class
Sommige maatschappijen gebruiken een C als afkorting en sommen een J/D/Z/I.
In business class beschikken passagiers over meer beenruimte en bredere stoelen en ze krijgen meer service dan de passagiers in economy class
Cabin
Deel in het vliegtuig waar de passagiers plaatsnemen
Cancellation fee
Bedrag dat de passagier moet betalen aan de luchtvaartmaatschappij wanneer ze een bevestigde reservatie annuleert
Carrier
Luchtvaartmaatschappij (passagiers- of vrachtvliegtuig)
Charter
Gehuurd vliegtuigtoestel
Checked bagage
Bagage dat afgegeven wordt aan de check in en waarvan een bagage tag wordt gehangen en meereist in het ruim van het vliegtuig.
Check-in
Inschepen, het al of niet overhandigen van de bagage en het ontvangen van een instapkaart of boardig pass
Check-in time
Uiterlijk tijdstip van aanmelding voor een vlucht
Child
Een kind is een passagier tussen 2 en 12 jaar –> dus tot en met 11 jaar
Code –> CDH