Vakantieactiviteiten Flashcards
1
Q
(To) be
A
Heimwee
2
Q
(To) go backpacking
A
Gaan rondtrekken
3
Q
(To) go comping
A
Gaan kamperen
4
Q
(To) hike
A
Wandelen
5
Q
(To) hit the beach
A
Naar het strand gaan
6
Q
(To) rent a bike
A
Een fiets huren
7
Q
(To) sing up for
A
Inschrijven voor
8
Q
(To) stay at
A
Logeren bij
9
Q
(To) sunbathe
A
Zonnebaden
10
Q
(To) take a picture
A
een foto maken