Vak Didaktiek 1 Flashcards
Communicatieve benadering van het vreemdetalen onderwijs. (3)
- vanaf 1968
- examen =5 vaardigheden (lezen, luisteren, spreken, gesprekken voeren, schrijven)
- Kerndoelen = communicatie met gebruikers belangrijkste doelstelling = gebruik taal
Grammatica/Vocabulaire??
Toepassing (comm. benadering)
stimuleren van een brede ontwikkeling bij leerlingen
Vaardigheid (comm. benadering)
een actieve, zelfstandige rol van leerlingen
Samenhang (comm. benadering)
het recht doen aan verschillen tussen leerlingen
Kerndoelen (2)
- beschrijvingen van de vakinhoud.
- geen precies eindniveau aangegeven => na te streven doelen voor de onderbouw VO.
Volgorde aanleren vaardigheden (2)
- volgorde aangepast aan beheersingsgraad (hoger = eerder) =
lezen - luisteren - spreken - gesprekken voeren -schrijven
strategieën
Technieken die leerlingen kunnen inzetten op het moment dat hun kennis te kort schiet.
Bijv. synoniemen gebruiken, woordenboek raadplegen, omschrijven, beredeneren uit context, verklaren vanuit een andere taal.
technieken
Het daadwerkelijk gebruik van een hulpmiddel. Bijv. weten hoe een woordenboek werkt.
verschil communicatieve taken en leertaken
Bij communicatieve taken ligt het accent op het gebruik van de taal om van daaruit de taal te leren kennen.
Leertaken zijn oefeningen gericht op het toepassen van de aanwezige kennis en inzichten. Bijv. grammatica oefening, zinnen in een andere tijd zetten, zinnen ontleden.
Oefeningen typologie Neuner (3 + fasen)
- 4 fasen
- ontwikkeld tbv spreekvaardigheid
- receptief naar productief
- gesloten naar open
A: begrijpen/herkennen gesproken/geschreven tekst
B: reproductief: Oefenen met chunks of met tekstbegrip C: productief - gestuurd: half open, beperkte inbreng - communicatief
D: productief: open, echte communicatie
B: oefeningen
reproductief, sterk gestuurd, gesloten = bouwstenen
Bijv. volgorde paragrafen bepalen, zinnetjes maken als voorbeeld, woorden vertalen EN-NE, kruiswoordpuzzel invullen (woorden gegeven), werkwoord/naamwoord oefening, vocab in een zin gebruiken (gatentekst)
C: oefeningen
productief, half open, beperkte inbreng
- communicatief = geleerde uit B-fase zelf (vrij) toepassen
Bijv. Ballonnetjes in stripverhaal invullen, email naar vreemde schrijven ahv aanwijzingen, rollenspel met instructie = gestuurd.
D: oefeningen
productief: open, echte communicatie
Bijv. schrijf verhaaltje, rollenspel niet gestuurd (alleen situatie gegeven), open vragen in vreemde taal beantwoorden in eigen woorden.
geïntegreerde aanpak van vaardigheden =
Oefenen ahv 4-fasen van Neuner waarin van receptief naar productief ontwikkeld wordt en van gesloten vragen naar open.
Wanneer oefenen met spreekvaardigheid blijft hierin punt van discussie.
A: oefeningen
Gericht op het begrijpen van geschreven en gesproken tekst= geen productief taalgebruik leerling.
Bijv. paragrafen in volgorde zetten, uitspraken aan personen koppelen
Oefeningen gericht op het begrijpen van een tekst =
A-fase (Neuner), introductiefase = begripsoefening
Taalmiddelen die nodig zijn voor communicatie worden aangeboden en geoefend =
B-fase (Neuner), reproductief, sterk gestuurd, gesloten = presentatiefase = inslijpoefening
Oefening met beperkte eigen inbreng =
C-fase (Neuner), productief, half-open = oefenfase = oefenen met nieuwe taalmiddelen
Productieve activiteit met gebruik van opgedane kennis =
D-fase (Neuner), productief, open = echte communicatie (spreken of schrijven) = overdrachtsfase (transfer)
grammatica-vertaalmethode (GV) (6)
- begin 19e eeuw
- invloed van klassieke talen
- nadruk geschreven teksten
- veel aandacht voor grammatica (deductief)
- nadruk op vertalen
- veel vertalen vanuit de moedertaal
audio-linguale methode (AL) (7)
- vanuit behaviourisme = belonen en negeren- overeenkomsten directe methode
- 4 vaardigheden
- doel = gesproken taal
- veel gebruik illustraties, foto’s en audiomateriaal
- pattern drills = Chunks uit het hoofd leren
- geen aandacht voor vocabulaire werving
communicatieve methode (CM) (4)
- vanaf jaren ‘70
- taal is communicatiemiddel (doeltaal = geen taal)
- doel: sociale interactie => fouten maken mag
- alle vaardigheden ondergeschikt aan communicatie
Programma leerplan
Gebaseerd op 3 globale componenten:
- blootstelling aan veel en gevarieerde input
- Veel gelegenheid voor het produceren van output
- herhaling en consolidatie
communicatief talenonderwijs (4)
Onderwijs georganiseerd rondom 4 vaardigheden.
- receptief vaardigheden: lees- + luistervaardigheid
- productieve vaardigheden: spreek- + schrijfvaardigheid
- aanleren strategieën
- geen specifieke aandacht voor grammatica + vocabulaire
Programma leerplan (3)
Gebaseerd op 3 globale componenten:
- blootstelling aan veel en gevarieerde input
- Veel gelegenheid voor het produceren van output
- herhaling en consolidatie
leerpiramide van Bales (7)
- luisteren
- lezen
- horen
- nadoen
- discuseren
- zelf ervaren
- anderen uitleggen
mammoetwet
1968 = herinrichting (lbo-mavo-havo-vwo)
taalportfolio (3)
- talenpaspoort
- taalbiografie
- taaldossier
talenpaspoort
algemene gegevens van de leerling + overzicht van het niveau
taalbiografie (2)
- ervaringen vd leerlingen binnen en buiten school. - leerling geeft inschatting eigen niveau aan.
taaldossier
Voorbeelden van eigen werk waarmee niveau wordt aangetoond = vitrinekastje/visitekaartje leerling
taalportfolio vereist taakgerichte benadering, waarom? (2)
- ondersteunende taaltaken = stimulans voor leerlingen om zich in de taal te bekwamen
- taken moeten levensecht, leerzaam zijn en voldoende prikkels bieden om uitgevoerd te worden.
pushed output
= output hypothese (Canadees onderzoek)Leerlingen ontdekken (grammaticale) gaten in hun kennis indien ze verplicht worden in de doeltaal te produceren (pushed out). Hierdoor zullen ze meer aandacht besteden aan vormgerichte input. (= grammatica oefeningen e.d.)
Meerwaarde taalportfolio (3)
- zelfstandig leren; na instructie autonoom werken
- samenwerking; groepsopdrachten (heldere instructies, stappenplan en taakverdeling, duidelijke leerdoelen, beoordelingscriteria)
- eigen verantwoordelijkheid; lln keuzes laten maken + medeverantwoordelijk voor eigen leerproces
Inzet taalportfolio tav toetsing
- mbo/hbo = bewijsstuk ivm competenties = integraal onderdeel leertraject
- examen VMBO= vertrekpunt gespreksvaardigheid (bijv. spreektoets van hoofdstuk uit portfolio)
- pas toetsen indien het portfolio aangeeft dat de leerling de vaardigheid beheerst.
- toetsen dmv presentatie/schrijfopdracht obv onderdelen portfolio
Andere doelstelling Europees taalportfolio
Het is een afspiegeling van de praktische doelstellingen voor MVT die door de lidstaten zijn overeengekomen. Hiermee kunnen taalkwalificaties met elkaar vergeleken worden.
savoir
= declaratieve kennis
Kennis die gebaseerd is op theorie, ervaring en algemene kennis van de wereld, socioculturele kennis.(opdreunen van woordjes)
savoir-faire
= praktische bekwaamheden en sociale vaardigheden
Vermogen om bepaalde routine handelingen uit te voeren (autorijden, gebruik woordenboek, juiste manier oudere persoon aanspreken)
savoir-etre
= existentiele component
Individuele eigenschappen van de lln die bepalen of hij risico’s durft te nemen in gesprekken met native speakers (faalangst, zelfverzekerdheid e.d.)
savoir-apprendre
= leervermogen
Vermogen van een lln om nieuwe ervaringen op te doen, nieuwe kennis van te maken, om zoveel mogelijk zelf verantwoordelijkheid te nemen voor het leerproces (zelfstandig leren)
schema ERK
basis gebruiker
= A1/A2 niveau= beperkte kennis doeltaal= klas 1 & 2 havo-vwo / 1234 vmbo
onafhankelijke gebruiker
= B1/B2= gevarieerde kennis doeltaal= 4vmbot/45havo- vwo
vaardige gebruiker
= c1/c2= vergevorderd: goede kennis doeltaal (C1)= bekwaam: uitstekende kennis doeltaal (C2) 6 vwo
Wat is een ‘can-do’ statement?
Zinnen die aangeven in hoeverre een lln iets ‘kan doen’ in of met taal.
Beschrijvingen referentieniveaus
- concretiseren Referentiekader
- Hulpmiddel voor docenten om onderscheid tussen taalniveaus te maken.
- vertrekpunt voor docenten bij de ontwikkeling van onderwijsprogramma’s en taaltoetsen.
stuurvraag
Helpen de lln toegang tot een tekst te krijgen.
controle vraag
Vraag waarbij de lln gecheckt wordt of deze het voorgaande begrepen heeft.
Doelen ERK
- Afstemmen van de pedagogische methodes op de doelen die een lln moet weten.
- Gereedschap dat een lln in staat stelt zijn niveau te bepalen.
Belang receptieve vaardigheden
- lees- en luisterervaringen belangrijkste basis voor productie
- zeer geschikt voor verwerven van kennis + inzicht en begrip van doeltaal cultuur
- algemene doelstelling leesvaardigheid op hoger niveau te krijgen
- hogere beheersingsgraad mogelijk
- grote receptieve kennis nodig voor interactie met native speakers
kerndoelen leesvaardigheid
- strategieën gebruiken om woordenschat uit te breiden
- strategieën gebruiken bij het verwerven van informatie
- informatie zoeken, ordenen en beoordelen op waarde
- rol van de taal in verschillende soorten international contacten
criteria leesteksten
- Authentiek materiaal
- Eenvoudig qua opbouw en woordgebruik, informatie moet duidelijk te vinden zijn
- Aansluiten bij de belevingswereld van lln
Wat voor leesteksten zijn geschikt? (6)
- Aanwijzingen,
- waarschuwingen,
- verkeersborden,
- formulieren,
- teksten informatief en
- fictieve teksten
product gerichte lees oefening
tekst met vragen om te controleren of de leerlinge het begrepen heeft
proces gerichte oefening
de leerling leert iets voor het uitvoeren van een volgende (lees)taak = aanleren van strategieënbijv: linking words, opbouw tekstsoort (essay, persoonlijke brief)
leesstrategieën
3 hoofdgroepen:
* voorspellen en verifiëren (waar de tekst over zal gaan)
* Structureren (opbouw bekijken => informatie over de tekst)
* Raadvaardigheid/gebruik maken van redundantie (herkennen van informatie, checken op redundantie = herhaling)
Voorspellen en verifiëren
- Kennis van de wereld activeren
- Tekstsoorten herkennen
- Gericht selectief informatie zoeken
- Gebruik maken van titel, kopjes, illustraties
- Voorspeltekst
- ELZA (Lees de Eerste en/of Laatste Zin(nen) van elke Alinea)
Structureren
- kniptekst
- schema invullen
- kopjes maken bij alinea’s
- delen vd tekst in een zin samenvatten
- Niet-wezenlijke informatie schrappen
Raadvaardigheid
- Gatentekst
* Woordraadstrategieën (Engels/NL, voor- en achtervoegsels, context)
Volgorde leesstrategieën
Voorspellen en structureren gaan vooraf aan raadvaardigheid.=> concentrisch lezen (van buiten naar binnen lezen; eerst scannen dan zorgvuldig lezen)
10 gulden leesregels
- Begin bij wat ze al weten (voorkennis)
- Stuurvragen vooraf
- Check plaatjes, koppen, (onder)titels
- Tekst snel doorkijken ivm oriëntatie; waar vind je bepaalde informatie.
- Kies opdrachten die passen bij het leesdoel
- Docent is geen woordenboek
- lln in paren werken + controle vragen over dat proces
- Doorlezen bij onbekende woorden
- Train lezen in meerdere rondes (concentrisch)
- leeskilometers maken
verklaring voor grote aandacht leesvaardigheid in MVT curriculum (2)
- Zware weging op centraal eindexamen
* sterkere maatschappelijke behoefte aan hoger leesniveau
Wat zijn leesstrategieën
Leestechnieken die leerlingen helpen zo goed mogelijk en zo efficiënt mogelijk een tekst te begrijpen.