uo hf1 Flashcards
Organisatie
Doelgericht samenwerkingsverband
Organisatie met rechtspersoonlijkheid
Het bedrijf wordt gezien als één grote entiteit beschouwd. Hieronder vallen de NV, BV, stichting, onderlinge waarborgmaatschappij en vereniging.
Organisatie zonder rechtspersoonlijkheid
Het bedrijf heeft individuen die aparte verantwoordelijkheden hebben. Hierbij horen vennootschap onder firma, eenmanszaak en de commanditaire vennootschap.
Industriële revolutie
Ontwikkeling van technologische en economische kenmerken van fabrieken met oog op productie.
Scientific management
Kwam voort uit theorieën van Frederick Taylor. Doelgerichtheid voorop.
General management theory (Fayol, en Weber)
Organiseren, controleren, coördineren, opdrachten geven, vooruitzien.
Eenheid-van-bevelprincipe
Elke werknemer heeft één baas nodig. Samenwerking en bureaucratisch verband belangrijk. Weber is hier verantwoordelijk voor.
Human-relationsbenadering
Door vooral sociale aspecten tijdens werk te betrekken kan een bedrijf hier succes uit halen.
Revisionisme
Waren het niet eens met human-relationsbenadering. Probeerde balans te vinden tussen het sociale aspect en formele organisatie aspect.
Na de tweede wereldoorlog….
Raakten we steeds meer betrokken bij wat er om ons heen gebeurde. Organisaties werden beschouwd als open systemen door de ontwikkeling van systeemtheorie.
Kennisrevolutie
Veel theorieën van onder andere Drucker, Hammer en Mintzberg.
Input
Mensen en middelen
Output
Producten en diensten
- Beleidsvorming (managementproces)
Vaststellen, plannen en analyseren van doelstellingen
- Structurering (managementproces)
Verdelen van taken