unit 7: Call me but love Flashcards
onderdrukt lachen
a chuckle
geklets
chit-chat
hij/zij die ziet er goed uit
good looks
een jongen/man die je wel zou zien zitten als partner
boyfriend material
durf/lef
audacity
openingszinnen
chat-up lines/pick-up lines
ridderlijkheid
chivalry
etiquette
decorum
goed kunnen opschieten met iemand
to get on well (with someone)
wederzijds
mutual
een afspraakje met iemand hebben
to go on a date (with someone)
de eerste stap zetten
to make the first move
op dezelfde golflengte zitten
to be on the same wavelength
brutaal
bold
melig/clichématig
cheesy/corny
grof/bot/lomp
crude
onoprecht
insincere
sentimenteel/klef
soppy
charmeren/bekoren
to charm
een zwak hebben voor iemand
to have a soft spot for someone
iemand aantrekkelijk vinden
to fancy someone
je seksueel aangetrokken voelen tot iemand
to have the hots for someone
(smoor)verliefd zijn op iemand
to have a crush on someone
alleen oog hebben voor één iemand
to only have eyes for
voor iemand vallen
to fall for someone
halsoverkop verliefd zijn op iemand
to fall head over heels for someone
halsoverkop verliefd worden
to completely fall in love
homoseksueel
gay
een manier om je genderidentiteit en/of seksualiteit te benoemen
queer
heteroseksueel
straight
omgaan met (emoties)
to deal with (feelings)
een toneelstuk
a play
een akte/bedrijf
an act
een scène
a scene
een toneelschrijver
a playwright
een toneeltekst
a script
een toneelaanwijzing/tekst die zegt wat een acteur moet doen
a stage direction
een terzijde/een opmerking die enkel het publiek hoort
an aside
een proloog/voorwoord
a prologue
een epiloog/een nawoord
an epilogue
een opvoering/uitvoering
a performance
de première
the opening night
het publiek
the audience
een theaterbezoeker
a theatre-goer
een stoel/plaats
a seat
tickets reserveren
to book tickets
een loket/bespreekbureau
a box office/ticket office
uitverkocht
sold out
een pauze in een toneelstuk
an interval/intermission
een applaus
an applause
applaudiseren
to applaud
een staande ovatie
a standing ovation