Unit 4: Fabulicious food Flashcards
1
Q
suikergoed en gebak
A
confectionery
2
Q
wat de keuken of kookkunst betreft/culinair
A
culinary
3
Q
een kookstijl
A
a cuisine
4
Q
zuivel
A
dairy
5
Q
een melkerij
A
a dairy
6
Q
voedsel
A
diet
7
Q
gezonde eetgewoonten
A
a healthy diet
8
Q
een gerecht/schotel
A
a dish
9
Q
een gerecht bereiden
A
to cook a dish
10
Q
een (voedings)vezel
A
a fibre
11
Q
(een) smaak
A
(a) flavour
12
Q
kruiden en specerijen
A
herbs and spices
13
Q
een ingrediënt
A
an ingredient
14
Q
voedzaam
A
nutritional
15
Q
een lunchpakket
A
a packed lunch
16
Q
deeg/gebak (ontelbaar)
A
pastry
17
Q
een gebak (telbaar)
A
a pastry
18
Q
een taart
A
a pie
19
Q
een recept
A
a recipe
20
Q
zeevruchten
A
seafood
21
Q
smaakmaken (bv. peper & zout)
A
seasoning
22
Q
een portie
A
a serving/a portion
23
Q
opdienen/serveren
A
to serve
24
Q
dit is een recept voor 4 personen
A
this recipe serves four people
25
smakelijk/lekker
tasty/flavourful
26
lekker
yummy
27
heerlijk
delicious
28
verrukkelijk
delightful/scrumptious
29
om van te watertanden
mouth-watering
30
flauw (smaak)
bland
31
samengesteld (van smaak)
complex
32
walgelijk
disgusting
33
onaangename (smaak)
disagreeable
34
eigenaardig
peculiar
35
weerzinwekkend
revolting
36
papperig
mushy
37
zoet
sweet
38
gekruid
spicy
39
zuur
sour
40
zout
salty
41
bitter
bitter
42
hartig
savoury
43
niet gaar
undercooked
44
overgebakken/te gaar gekookt
overdone
45
verbrand
burnt
46
vertrijk/zwaar
rich
47
genotzuchtig
decadent
48
vegetarisch
vegetarian
49
veganistisch
vegan
50
glutenvrij
gluten-free
51
koosjer
kosher
52
krokant
crispy
53
gezond
healthy
54
vers
fresh
55
een pan
a frying pan/skillet
56
een knijptang
tongs
57
een pasta lepel
a pasta spoon
58
en pollepel
a ladle
59
een klopper
a whisk
60
een rasper
a grater/zester
61
een timer
a timer
62
een vergiet
a skimmer
63
een keukenschaar
kitchen shears
64
een pizzaroller
a pizza cutter
65
een vork
a fork
66
een mes
a knife
67
een tafellepel
a tablespoon
68
een theelepel
a teaspoon
69
en klokkenhuis verwijderaar
a peeler
70
een keukenborsteltje (olie)
a brush
71
een spatel
a spatula
72
een houten spatel met strepen
a slotted wooden spoon
73
een houten lepen
a wooden spoon
74
een broodmes
a bread knife
75
een deegroller
a rolling pin
76
en chefs mes
a chef's knife
77
eensnijplank
a cutting board/chopping board
78
een bord
a plate
79
een flesopener
a bottle opener
80
een tas
a cup
81
een kom
a bowl
82
koken
to boil
83
frituren
to deep-fry
84
bakken
to fry
85
grillen
to grill
86
een pan verhitten
to heat a pan
87
pocheren
to poach
88
roosteren
to roast
89
sudderen
to simmer
90
stomen
to steam
91
wokken
to stir-fry
92
(gevogelte) voorsnijden
to carve (poultry)
93
(een slaatje) overgieten met een saus
to dress (a salad)
94
garneren
to garnish
95
marineren
to marinade
96
schillen
to peel
97
gieten
to pour
98
klaarmaken (van voedsel)
to prep(are)
99
kruiden (van voedsel)
to season
100
in plakjes snijden
to slice
101
opvullen
to stuff
102
mengelen
to toss
103
een houder (bokaal/fles/doosje)
a container
104
milieu/leefomgeving
environment
105
eerlijke handel
faire trade
106
voedselrestjes
food scraps
107
scharrel(eieren)
free-range (eggs)
108
onverpakt/los/in het groot
(in) bulk
109
een stortterein
a landfill
110
etensrestjes
leftovers
111
plaatselijk/van dichtbij
local
112
biologisch
organic
113
een voorraadkast
a pantry
114
opbrengst
produce
115
recycleerbaar
recyclable
116
herbruikbaar
reusable
117
seizoensgebonden
seasonal
118
eenmalig te gebruiken
single use
119
een bevoorradingsketen
a supply chain
120
duurzaam
sustainable
121
duurzaam geoogst/geproduceerd
sustainably sourced
122
geen afval
zero waste
123
gretig/enthousiast
eager
124
opgewonden
excited
125
obesitas
obesity
126
verdacht
suspicious
127
