Unit 4 - Word List Flashcards
1
Q
Versnellen
A
To accelerate
2
Q
In grote hoeveelheid kopen of als losse koopwaar
A
Bulk buying
3
Q
CO2-voetafdruk
A
Carbon footprint
4
Q
Klimaatvluchteling
A
Climate refugee
5
Q
Composteren
A
To compost
6
Q
Verwoesting
A
Devastation
7
Q
Ramp
A
Disaster
8
Q
Weggooien
A
To dispose
9
Q
Uitstoten
A
To emit
10
Q
De natuur aanmoedigen
A
To encourage nature
11
Q
Impact op de natuur
A
Environmental impact
12
Q
Uitsterven
A
To extinct
13
Q
Fossiele brandstoffen
A
Fossil fuels
14
Q
Geografische verspreiding
A
Geographic range
15
Q
Ongelijkheid
A
Injustice