Unit 2 lesson 2 Flashcards
affectionate
liefhebbend
altruism
bellangeloosheid
angle
hoek
canine
honden-
cast-iron
gegarandeerd
cue
signaal
daring
durf
draw form
trekken uit
encounter
ontmoeting
grief
verdriet
incongruity
tegenstrijdigheid
incongruous
onlogisch
indulge in
(zich) uitleven in
lark about
flauwekullen
modify
wijzigen
muck about
flauwekullen
prank
grap, streek
range of
scala aan
rigid
star
tilted
scheef
uncanny
griezelig
wacky
maf
aanbidden
adore
aangaan
engage in
bedriegen
cheat
begrijpen
grasp
beperkt tot
restricted to
betreffen
concern
boeiend
fascinating
de vraag oproepen
beg the question
elegant
graceful
ellende
misery
giechelen
giggle
goocheltruc
magic trick
hijgen
pant
inspanning
effort
kaak
jaw
kastanje
chestnut
kennis
acquaintance
liefdevol
affectionate
mate
degree
nachtegaal
nightingale
nauwkeurig
accurate
onderzoeken
investigate
onthullen
reveal
pesten
bully
soort
species
stoeien
play-fight
tegenstander
opponent
ten behoeve van
for benefit
tot stand komen
come about
verheugd
delighted
verschijnen
emerge
vleermuis
bat
wetenschappelijk
scientific
woordspeling
pun
worstelen
wrestle