Unit 1 Flashcards
1
Q
ontdekken
A
to explore
2
Q
inbeelden
A
to imagine
3
Q
aanvallen
A
to attack
4
Q
een eeuw
A
a century
5
Q
een wedstrijd
A
a competition
6
Q
een ziekte
A
a disease or an illness
7
Q
een ontdekkingsreis
A
a journey
8
Q
overblijfselen
A
remnants
9
Q
een plaats of een website
A
a site
10
Q
een scheepswrack
A
a shipwreck
11
Q
heel erg oud
A
ancient
12
Q
gevaarlijk
A
dangerous
13
Q
bevroren
A
frozen
14
Q
geslacht
A
sex
15
Q
mannelijk
A
male