Unidad 9: ¿Sabes conducir? Flashcards
1
Q
Kun jij autorijden?
A
¿Sabes conducir?
2
Q
Laura’s studio
A
el estudio de Laura
3
Q
de basgitaar
A
el bajo
4
Q
twee flatgenoten voor Raquel
A
dos compañeros de piso para Raquel
5
Q
doorgaan
A
continuar
6
Q
de flatgenoot
A
compañero/a de piso
7
Q
besluiteloos
A
confuso/a
8
Q
komen
A
venir
9
Q
verschillend
A
distinto/a
10
Q
kiezen
A
elegir
11
Q
de poëzie
A
la poesía
12
Q
Amsterdam
A
Ámsterdam
13
Q
New York
A
Nueva York
14
Q
verliezen
A
perder
15
Q
de sleutel
A
la llave
16
Q
de geoloog
A
geólogo/a
17
Q
Boston
A
Boston
18
Q
Parijs
A
París
19
Q
de waarheid
A
la verdad
20
Q
praktisch
A
práctico/a
21
Q
de onkosten
A
los gastos
22
Q
wat denk je?
A
¿qué opinas?
23
Q
de kus
A
el beso
24
Q
attent
A
detallista
25
het cadeau
el regalo
26
een nieuw leven
una nueva vida
27
iemand die van de stad naar het platteland trekt
neorrural
28
verlaten
abandonado/a
29
een beslissing nemen
tomar una decisión
30
bestaan uit
consistir
31
het comfort
la comodidad
32
de stress
el estrés
33
opnieuw (iets doen)
volver a (hacer algo)
34
belangstelling hebben voor
interesarse por
35
verdwenen
extinguido/a
36
de herder/herderin
pastor/a
37
planten
plantar
38
de moestuin
el huerto
39
kweken
criar
40
de levensstijl
el estilo de vida
41
sinds
desde hace
42
opzetten
montar
43
het landelijk vakantiehuis
la casa rural
44
verlaten
dejar
45
organiseren
organizar
46
de cursus
la jornada
47
de meditatie
la meditación
48
aangetrokken
atraído/a
49
spectaculair
espectacular
50
het landschap
el paisaje
51
zorgen voor
atender
52
ontspannen
relajado/a
53
missen
echar de menos
54
ongeveer
cerca de
55
herbevolken
repoblar
56
het initiatief
la iniciativa
57
de ecowijk
la ecoaldea
58
het educatieve programma
el programa educativo
59
te koop
en venta
60
kosten
valer
61
cualidades y defectos
goede en slechte eigenschappen
62
onaardig
antipático/a
63
verantwoordelijk
responsable
64
egoïstisch
egoísta
65
vrijgevig
generoso/a
66
niet stipt
impuntual
67
ongeduldig
impaciente
68
ambitieus
ambicioso/a
69
ondernemend
emprendedor/a
70
verstrooid
despistado/a
71
geduldig
paciente
72
onverantwoordelijk
irresponsable
73
creatief
creativo/a
74
stipt
puntual
75
slordig
desorganizado/a
76
de goede eigenschap
la cualidad
77
de slechte eigenschap
el defecto
78
de leerkracht
maestro/a
79
de kapper/kapster
peluquero/a
80
de receptiemedewerker
recepcionista
81
de verkoper
vendedor/a
82
Ben jij verstrooid?
¿Eres una persona despistada?
83
doe je kleren binnenstebuiten
ponerse la ropa del revés
84
merken
darse cuenta
85
vergeten
olvidar
86
het document
el documento
87
aanbranden
quemar
88
de paraplu
el paraguas
89
iets vergeten
dejarse algo
90
zich vergissen van
confundir
91
de afspraak
la cita
92
zich vergissen
equivocarse
93
voorbij lopen
pasar de largo
94
groeten
saludar
95
proberen
intentar
96
tegelijkertijd
a la vez
97
de lijst
la lista
98
definiëren
definir
99
noteren
apuntar
100
oplettend
atento/a
101
geconcentreerd
concentrado/a
102
Waarom kun je niet?
¿No sabes o no puedes?
103
de piano
el piano
104
het componeren
la composición
105
tekenen
dibujar
106
zwemmen
nadar
107
het schaakspel
el ajedrez
108
naaien
coser
109
skiën
esquiar
110
heel slecht
fatal
111
speelt geen drums of trompet
no toca la batería ni la trompeta
112
het bestand
el archivo
113
de categorie
la categoría
114
het [flat]genootje (inform.)
compi
115
de drums
la batería
116
de trompet
la trompeta
117
repareren
reparar
118
de persoonlijkheid
la personalidad
119
de ervaring
la experiencia
120
de vaardigheid
la habilidad
121
de bagage
el equipaje
122
liften
hacer autoestop
123
zenuwachtig
nervioso/a
124
asociaal
insociable
125
de fotograaf
fotógrafo/a
126
de landbouwer
agricultor/a
127
trouwen
casarse
128
zwemmen
bañarse
129
geluksvogel!
¡qué suerte!
130
Japan
Japón
131
Zoek iemand die...
busca a alguien que...
132
op tv komen
salir en la tele
133
op slag verliefd worden (1)
enamorarse a
134
een prijs winnen
ganar un premio
135
liegen
mentir
136
waardevol
de valor
137
yo: mis experiencias y mis habilidades
ik: mijn ervaringen en vaardigheden
138
rijden op
montar en
139
de roman
la novela
140
schaatsen
patinar
141
de wedstrijd
la competición
142
de stof
la tela
143
een ander leven
cambio de vida
144
Sarabarri
Sarabarri
145
Navarra
Navarra
146
het project
el proyecto
147
nodig hebben
necesitar
148
de handelaar
comerciante
149
de verkoper/verkoopster
vendedor/a
150
van elders
de fuera
151
het medisch onderzoek
la revisión médica
152
de zieke
enfermo/a
153
de tussenpersoon
intermediario/a
154
de hotelhouder
hostelero/a
155
de studies
los estudios
156
lesgeven
dar clases
157
de volwassene
adulto/a
158
videosollicitatie
un videocurrículum
159
de verpleegkunde
la enfermería
160
de vrijwilliger
voluntario/a
161
veelzijdig
polifacético/-a
162
dynamisch
dinámico/a
163
lief
cariñoso/a
164
efficiënt
eficiente
165
spraakzaam
comunicativo/a
