Unidad 0 Flashcards
1
Q
4-uurtje
A
merendar
2
Q
gissen
A
adivinar
3
Q
studeren
A
hacer la tarea
4
Q
een oefening maken
A
hacer un ejercicio
5
Q
sporten
A
hacer ejercicio
6
Q
sneeuw
A
la nevada
7
Q
buitenlander
A
extranjero
8
Q
achternaam
A
el apellido
9
Q
identiteitskaart
A
documento de intedidad
10
Q
woonplaats
A
el domicilio
11
Q
de taal
A
el idioma
12
Q
geboorteplaats
A
el lugar de nacimiento
13
Q
de naam
A
el nombre
14
Q
telefoonnummer
A
el número de teléfono
15
Q
het land
A
el país
16
Q
het paspoort
A
el pasaporte
17
Q
het geslacht
A
el sexo
18
Q
weduwnaar/weduwe
A
el viudo/la vidua
19
Q
de straat
A
la calle
20
Q
plaats van afkomst
A
la ciudad de origen
21
Q
adres
A
la dirección
22
Q
de leeftijd
A
la edad
23
Q
woonplaats
A
la residencia
24
Q
heten
A
llamarse
25
uit elkaar
separado,a
26
beroep
la profesión
27
zich bezighouden met
dedicarse (a)
28
de slager
el carnicero
29
de advocaat
el abogado
30
de kokin
el cocinero
31
de werknemer
el empleado
32
verpleegkundige
enfermero
33
apotheker
el farmecéutico
34
fotograaf
el fótografo
35
ambtenaar
funcionario
36
ingenieur
el ingeniero
37
tuinman
jardinero
38
de onderwijzer
el maestro
39
huisarts
el médico de cabacera
40
arts
médico
41
arbeider
el obrero
42
bakker
el panadero
43
kapper
el peluquero
44
secretaris
el secretario
45
arbedier/werknemer
trabajador
46
vertaler
el traductor
47
schoenmaker
el zapatero
48
tandarts
el dentista
49
tolk
el intérprete
50
Europees
europeo
51
Europese Unie
L' Unión Europea
52
Duitsland
Alemania
53
Duits
alemàn, alemana
54
Oostenrijk
Austria
55
oostenrijks
austríaco
56
Denemarken
Dinamarca
57
Deens
danés, danesa
58
Schotland
Escocia
59
Schots
escocés, escocesa
60
Finland
Finlandia
61
Fins
finlandés, finlandesa
62
Frankrijk
Francia
63
Frans
francés, francesa
64
Groot-Brittanië
Gran Bretaña
65
Brits
británico
66
Griekenland
Grecia
67
Grieks
griego
68
Engeland
Inglaterra
69
Engels
inglés, inglesa
70
Ierland
Irlanda
71
Iers
Irlandés, Irlandesa
72
Italië
Italia
73
Italiaans
italiano
74
Noorwegen
Noruega
75
Nederland
(los) Países Bajos
76
Nederlands
holandés
77
Polen
Polonia
78
Pools
polaco
79
Portugees
portugués
80
Zweden
Suecia
81
Zweeds
Sueco
82
Zwitserland
Suiza
83
Zwitsers
suizo, a
84
Turkije
Turquía
85
Turks
turco
86
Rusland
Rusia
87
russisch
ruso,a
88
Verenigde staten
Estados Unidos
89
iemand vanuit de VS
estadounidense
90
Noord-Amerikaans
norteamericano,a
91
Spaans-Amerika
Hispanoamérica
92
Spaans-amerikaans
hispanoamericano
93
spaanstalig
hispanohablante
94
Zuid-Amerikaans
sudamericano
95
Mexicaans
mexicano (mejicano)
96
Guatemalteeks
guatemalteco
97
Colombiaans
colombiano
98
Venezolaans
Venezolano
99
Ecuadoriaans
ecuatoriano
100
Peruaans
peruano
101
Boliviaans
boliviano
102
Paraguayaans
paraguayo
103
Argentijns
argentino
104
Chileens
Chileno
105
Uruguayaans
Uruguayo
106
Dominicaanse republiek
(la) República Dominicana
107
Dominicaans
Dominicano
108
Braziliaans
brasileño
109
Marokko
Marruecos
110
Marokkaans
marroquí
111
Arabisch
árabe
112
Aziatisch
asiático
113
Chinees
chino
114
Japan
Japón
115
Japans
japonés, japonesa
