Une surprise pour Cato Flashcards
vocabulaire
1
Q
een verassing
A
une surprise
2
Q
een puppy
A
un chiot
3
Q
een poot
A
une patte
4
Q
een schildpad
A
une tortue
5
Q
een bewoner
A
un habitant
6
Q
de/ het beste
A
le/ la/ les meileure(e)(s)
7
Q
een namiddag
A
un(e) après-midi
8
Q
opstaan
A
se laver
9
Q
om op te eten zijn/ schattig zijn
A
être à croquer
10
Q
bezin zijn met…
A
être à train de…
11
Q
kennismaking met
A
faire la cannaince de
12
Q
bewonderen
A
admirer
13
Q
het middagmaal eten
A
déjeneur
14
Q
over 2 weken
A
dans quize jours
15
Q
gelukkige verjaardag
A
bon anniversaire