tweede tentamen Flashcards
declarative memories/ explicit memomy
Opzettelijk iets onthouden, feitelijk geheugen, gebeurtenissen
temporale kwab
non declarative memories/ implicit memories
priming, skill learning en conditioning
- neocortex
- basal ganglia
- motor cortex
- cerebellum
hippocampus belangrijk
- belangrijk voor het krijgen van declarative memories
- belangrijk voor het aanmaken van geheugen
- maakt ruimtelijk geheugen
hippocampus niet belangrijk
- niet belangrijk voor motor of spiergeheugen
- niet betrokken bij immediate memory
- is niet betrokken bij het opslaan van geheugen of het lange termijn geheugen
immediate memory
seconden
prefrontale cortex
acquisition
short-term memory
minuten
prefrontale cortex
acquisition
intermediate memory
uren
hippocampus
encoding
long term memory
dagen
hippocampus
consolidation
remote memory
jaren
long term storage
classificatie van memory
acquisition
encoding
consolidation
retrieval
long term storage of forgetting
encoding
eiwitmodificatie
consolidation
versterken
eiwit synthese en slaap
acquistion
verwerven
retrieval
acquistion, encoding en consolidation opnieuw
long term storage
slaap
na retrieval
forgetting
geen retrieval
hippocampus kan je..
trainen
taxi chauffeurs hebben een hippocampus met een groter volume, door beter ruimtelijk geheugen
memory engram
bij elke herinnering wordt er een specifieke combinatie gemaakt van neuronen, bij het terugdenken worden diezelfde neuronen geactiveerd.
lange termijn potentatie
grondslag van geheugen
wat zorgt ervoor dat een geheugen blijft hangen?
emotie
aandacht
associatie
herhaling
lange termijn geheugen is afhankelijk van
eiwitsynthese
waarom weten we weinig over de insula?
insula ligt verborgen achter het schors
limbisch systeem betrokken bij
hersenstructuren die iets doen met emoties
- motivatie
- emotioneel geheugen
James Lange theory
er is een emotionele stimulus die gestuurd wordt naar de sensory cortex en daarna naar de motor cortex wat zorgt voor een lichamelijke beweging die wordt vervolgens weer gestuurd naar de sensory cortex en dan heb je een feeling
Canon-Bard theory
er is een emotionele stimulus die naar de thalamus wordt gestuurd deze stuurt het signaal door naar de hypothalamus en het cerebrale cortex. De hypothalamus zorgt voor een lichamelijke beweging en stuurt het signaal ook door naar de cerebrale cortex. In de cerebrale cortex wordt vervolgens feeling gevormd
definitie limbisch systeem
een ringvormig geheel van nauw met elkaar verbonden kernen en
gebieden mediaal gelegen op de overgang van telencephalon en diencephalon
betrokken structuren limbisch systeem
- gyrus cinguli
- prefrontale schors
- hypothalamus
- thalamus
- basale ganglia
- insula
- amygdala
(globaal) sensorische input limbisch systeem
-direct vanuit ruggenmerg en hersenstam, deels zonder
tussenkomst thalamus of schors. autonoom, viscerale input
-indirect na processing in de schors (complexe informatie)
(globaal) motorische output limbisch systeem
-direct via hypothalamus en (autonome) centra in ruggenmerg
en hersenstam: misselijk en overgeven bvb
-indirect via beïnvloeding van (sub) corticale systemen, bvb huilen
zes basis gevoelens
boos
verdrietig
blij
angst
verbaasd
walging
indeling insula
- sensorimotor: algemene staat van het lichaam
- centraal olfactogustatory regio: walging
- socioemotional regio: activeert bij emotie
- cognitieve anterior-dorsal regio: integratie van je bepaalde staat met externe input
Wat is stress
niet specifieke reactie van het lichaam op veranderingen in je omgeving
Wat gebeurt er in ons lichaam tijdens stresss?
- perceptie van een stressor
- activatie van het autonoom zenuwstelsel (snelle respons) (SAM)
- activatie van de HPA-as (langdurig effect)
Sympathetic-Adrenal-Medullar (SAM) axis
- uitscheiding van adrenaline & noradrenaline uit het bijniermerg
- Snel effect voor kort termijn
- fight or flight respons
fight or flight respons voorbeelden
- cardiovasculaire effecten
- metabole effecten
- pupil verwijding
- effecten in het brein
Hypothalamic- pituitary-adrenals (HPA) axis
- hormonaal regelsysteem: hypothalamus geeft CHR en hypofyse geeft ACTH en bijnierschors geeft Cortisol
- langdurig effecten
Cortisollevels gedurende dag
Hoog begin van de dag
neemt af gedurende de dag
Receptoren voor cortisol in het brein
Mineralocorticoid receptor
Glucocorticoid receptor
Mineralocorticoid receptor
Hoge expressie in hippocampus
bijna altijd actief
bindt cortisol dat vrij komt volgens dag-nacht ritme
Glucocorticoid receptor
Hoge expressie door veel gebieden in het brein
actief na stress
niet actief voor cortisol
Receptoren voor cortisol
steroid hormoon
cortisol + receptor
Steroid hormoon
diffusie door het membraan
receptoren in cytoplasma en celmembraan
cortisol + receptor
transcriptiefactor: reguleert eiwitaanmaak
langdurig effect
Sailence network
- stimulus response: automatisch gedrag
- aandacht minder specifiek
- verhoogde activiteit bij stress
- limbische systemen betrokken
Executive control network
- cognitieve functies, zoals plannen
- verlaagde activiteit tijdens stress
- meer instinctieve reacties
effecten van stress op gedrag en geheugen
- meer automatische hersensystemen actief
- vermindering van oproepen van herinneringen na stress
- emotionele gebeurtenissen worden goed onthouden, maar minder accuraat
- nieuwe herinneringen worden beter opgeslagen tijdens stress
Accuraatheid van emotionele herinneringen
Emotionele herinneringen zijn sterker, maar tijdens verhoogde stress is de accuraatheid van de herinnering verminderd
chronische stress
slechter slapen
weinig energie
onderdrukking immuunsysteem
slechte zin
geheugen problemen
moeite met focussen
veranderingen in honger gevoel
Wat gebeurt er als je langdurig stress hebt
- afname van de grote van de hippocampus
- slechter geheugen
- verandering in complexiteit van hersencellen: meer in amygdala en minder in hippocampus en prefrontale cortex
Basis principe van leren
- hersencellen worden actief
- contacten tussen hersencellen die zijn actief zijn versterken: LTP
korte termijn effecten van stress op de synapse
- meer synaptische activiteit
- omkeerbaar
- kortdurende effecten via MR-receptor
- verhoogde extracellulaire glutamaat levels
lange termijn effecten van stress op de synapse
sterkere synaptische response
langdurig effect
meer AMPA receptoren naar de synapsen
Gr receptor afhankelijk
stress op jonge leeftijd
- kleinere hippocampus
- minder activiteit in de prefrontale cortex
- meer activiteit in de amygdala
nociceptie
neurofysiologische reactie op weefselschade
pijn
ervaren van pijn
detectie van pijn door sensorische zenuwen
a delta fiber: stekende lokale pijn
C fibers: zeurende pijn
Transient Receptor Potential (TRP)
detecteren de pijn
Detectie van pijn
- sensorische zenuwen maken een synaps op neuronen in de dorsale hoorn van het ruggenmerg
- vanuit het ruggemerg wordt het signaal naar de volgende synpase in de thalamus gestuurd
- vanuit de thalamus wordt het signaal naar de volgende synpase in de hersenschors gestuurd
ascending pathway
van letsel naar het brein
decending pathway
Inhiberen van de pijn prikkel
gaat omlaag
inhibirende neuronen worden geactiveerd.
remmen de signalen en maken pijnstillers aan (opioide)
twee soorten sensitisatie van pijn
hyperalgesia en allodonie
Allodonie
Pijn reactie op een prikkel die normaal geen pijn doet
Hyperalgesie
Sterkere pijn reactie op een prikkel die normaal gesproken ook een pijn reactie oproept
Proces van hyperalgesie
- Activiteit neemt toe, veel afgifte glutamaat door nociceptieve vezels
- NMDA receptoren blokkeren
- Calcium levels in de cel gaan omhoog
- Verhoogde prikkelbaarheid van de cel
normale situatie
- lage activiteit, weinig glutamaat afgifte door nociceptieve vezels
- NMDA receptoren geblokkeerd door Mg
Sensitisatie van pijn
Pijn wanneer je een beschadigde plek aanraakt, zodat de plek met rust wordt gelaten
- vorm van plasticiteit (LTP)
Stofjes die een rol spelen bij sensitisatie
glutamaat
neuropeptiden
groeifactoren
hersengebieden betrokken bij emotionele reactie bij pijn
prefrontal cortex
insula
amygdala
bilaterale laesie amygdala
een patiënt herkent geen angst
Laesie insula
geen schrikreflex bij een intense stimulus
Placebo effect
patiënt voelt zich beter door een behandeling die niet op het probleem aangrijpt
- medicijn zonder werkzame bestanddelen
- behandeling zonder biomedische onderligging
activatie placebo effect frontaal kwab
meer activiteit in prefrontale cortex en PAG
minder activatie hersengebieden die betrokken zijn bij emotie bij pijn en localisatie
Hoe werkt placebo in de hersenen?
Prefrontatle cortex wordt geactiveerd en hierdoor ook PAG en hierdoor de inhiberende descending pathway
Nocebo
negatieve verwachting -> minder groot/geen effect van het medicijn
Belang van placebo-controlled medicijn studies?
- mogelijk groter verschil tussen behandelings- en controle group zonder biologische onderlegging
- medicijn niet zo effectief als gedacht
Neuropathische pijn
pijn die wordt veroorzaakt door schade of ziekte van het somatosensorische zenuwstelsel
schade in vezels kan resulteren in
perifere neuropathische pijn
- veranderingen in expressie van ion kanalen
- veranderingen in synaps locaties
- veranderingen in receptoren in de synaps
sensorische zenuwen zijn in een hyperexcitabele staat:
perifere neuropathische pijn
- TRP kanalen komen meer tot expessie na zenuwschade
- Expressie van Na kanalen gaan omhoog na zenuwschade
- Veranderingen in functie Na kanalen
- Expressie van K kanalen omlaag
Centrale neuropathische pijn
problemen met pijn verwerking in ruggenmerg, of hersenen
- hersenbloeding
- herseninfarct
- infecties
- ms
- Schade aan het ruggenmerg
Neurologie
aandoeningen van het centrale zenuwstelsel en perifere zenuwstelsel
- somatische stoornissen: rughernia of hersenbloeding bv
- makkelijker te lokaliseren in het brein
- fysieke gezondheid
Psychiatrie
- mentale gezondheid
- niet of moeilijker te lokaliseren in het brein
- depressie of autisme bv
Waarom neuropsychiatrie?
Het onderscheid tussen neurologie en psychiatrie is erg gedwongen en leidt tot problemen bij de diagnose en behandeling van neurologische en psychiatrische patiënten.
Centrale assumptie van neuropsychiatrie
het brein vormt de basis voor al ons gedrag
Oedipus
- Lot kan je niet ontsnappen
- Mensen zitten vast in het mechanisme van de wereld
- determinisme: alles van de toekomst zit vast in het verleden
Voorwaarden vrije wil
- er is keuze of er is sprake van alternatieve mogelijkheden
- is er wel een alternatieve keuze als de uitkomst hetzelfde is - de toekomst ligt nog niet vast
- mijn keuzes zijn van mij
- causaal determinisme
toekomstige gebeurtenissen zijn bepaalde door voorgaande gebeurtenissen + natuurwetten, er is geen sprake van vrije wil want de toekomst staat vast
- dualisme
geest staat los van materie
Res cogitans
immaterie
Res extensa
materie
Descartes
- dieren zijn materie
- mensen zijn immaterie
- pijnappelklier/epifyse huis voor de geest
David Hume
- Attack on causality
Attack on causality
- Bestaat causaliteit wel?
- kan je op basis van eigen zintuigen wel causaliteit waarnemen?
- tegenover causaal determinisme
- kritiek: niet pragmatisch
2 soorten causaties
- event causation: gebeurtenis zorgt voor volgende gebeurtenis
- agent causation: persoon is beginpunt
kritiek op agent causation
- nurture vs nature debat
infinite regress
wat is dan het alles beginnende punt waaruit alles is ontstaan?
panty experiment
achteraf redenen creëren waarom je iets hebt gedaan ondanks dat er eigenlijk geen keuze was
4 grote stromen binnen de vrije wil
hard determinisme
hard indeterminisme
Compatibilisme
libertarianisme
hard determinisme
realiteit staat vast, er is geen vrije wil
- D’Holbach: alles is het resultaat van alles wat daarvoor is geweest.
- Incompatibilisme: determinisme kan niet samen gaan met vrije wil
hard indeterminisme
Realiteit staat niet vast, maar geen vrije wil
- We kunnen niet voorspellen wat er gaat gebeuren, maar betekend niet dat we vrije wil hebben, want het is allemaal random.
compatibilisme
realiteit staat vast, maar wel vrije wil
- Denett: vrije wil kan samengaan met een vaste wereld
- we moeten niet willen dat er aangetoond wordt of er sprake is van vrije wil, anders gaat het fout.
Libertarianisme
Realiteit staat niet vast en wel vrije wil
- wereld ligt niet ast en we hebben daarin vrije wil
- IK
- je hebt de mogelijkheid om op bepaalde momenten zelf keuzes te maken, bv studiekeuzes
Libert experiment
- filmpje tijdens de les
- hersenactiviteit wordt gemeten, voor je de keuze maakt om de knop in te drukken
kritiek Libet experiment
- vrije wil is nu opeens maar 1 vingerbeweging
- je bent aan het nadenken om de knop in te drukken
- vrije wil is het vermogen om..
relevantie vrije wil debat binnen de rechtstaat
- alleen straffen om samenlevinf veilig te houden (hard determinisme)
- Basic desert: je verdient iets, onafhankelijk of het goed of slecht is
- Pereboom: crimineel beschouwen als besmet met virusL niet verantwoordelijk maar wel scheiden van de bevolking
Relevantie vrije wil vanuit psychologie
- afwezigheid van vrije wil neemt het initiatief van de mens weg
- niet veel invloed op de samenleving
Phinease Cage
Bilaterale laesie frontaalkwab door staf
- werd grof, beledigend gedrag, onvoorspelbaar, geen verantwoordelijkheidgevoel
Techniek van Monitz
frontale lobotomie
- met een staafje de verbinding tussen de frontaal kwab en de rest van de hersenen bijna geheel verbreken.
- agressief en uitbundig gedrag te elimineren
Gevolgen frontale lobotomie
- niet stilstaan bij de gevolgen of andermans gevoelens
- dull or euphoric
impliciete informatie verwerking
- snel en onbewust (autonoom)
- snel beslissingen te maken door snel een beeld te vormen van de situatie
- subcorticale gebieden zoals amygdala en insula
Expliciete informatie verwerking
- corticale gebieden
- Langzaam
- snel beeld kan overruled worden door hogere niveaus
Medial en orbito prefrontal cortex
limbische input
internal state en motivatie
Dorso-lateral prefrontal cortex
integreren sensorische informatie, planning gedrag en uitvoering beweging
Prefrontale cortex
- noodzakelijk voor sociale interactie
- noodzakelijk gedrag en mogelijk toegestaan gedrag
- continu bezig of gedrag gunstig blijft
structured event complex
gebeurtenis (vb verjaardag) wordt gevangen, vervolgens wordt er een structuur opgebouwd, daarna reenactment, je weet wat er van je verwacht wordt
Split brain
doorgesneden corpus collosum, hersenhelften kunnen niet met elkaar overleggen
- nog wel twee andere verbindingen
- diencephalon, hersenstam, cerebellum en chiasma gewoon intact
double consciousness
elke hemisfeer heeft eigen zaken te regelen, twee mensen in je brein
- linkse hemisfeer is dominant
- bewustzijn ligt lokaal
Waarom split brain?
werd toegepast bij ernstige epilepsie. Voorkomen verspreiding epilepsie van de ene helft naar de andere.
- wordt nu amper gebruikt door goede medicatie
Henry Gustav Molaison (HM)
- fietsongeluk 9 jarige leeftijd door epilepsie
- hippocampus weggehaald
- geen nieuwe herinneringen kunnen maken
Normale veroudering in het brein
- 10-15% gewichtsafnamen van het brein
- cognitieve achteruitgang
- lichte verandering in geheugen, oriëntatie, taal, plannen, organiseren, overzicht houden, persoonlijkheid en emotie
Wat is dementie?
- parapluterm of verzamelnaam
- hersenziekten die verschrompeling van de hersenen en daardoor problemen met het denken veroorzaken
- progressief beeld (achteruitgang)
- geheugen, oriëntatie, taal, plannen, organiseren, overzicht houden, persoonlijkheid en emotie
De ziekte van Alzheimer symptomen
- meest voorkomende vorm van dementie
- begint met geheugenproblemen
- ruimtelijke orientatieproblemen
- moeite met tijdsordening
- taalproblemen
- moeite met planning en overzicht
- moeite met uitvoeren handelingen
aard van de ziekte van Alzheimer
- in de neuronen vormen zich tangles bestaande uit Tau-eiwit
- buiten de neuronen worden plaques gevormd bestaande uit het amyloid beta eiwit, dode neuronen en andere eiwitten
- ziekte begint in de hippocampus, en wordt dus beschadigd
Frontotemporale dementie (Ziekte van Pick)
- tweede meest voorkomende vorm van dementie
- begint met verandering in persoonlijkheid en gedrag (ontremming of juist apathie)
- ook taal is vaak aangedaan
- vaak onder leeftijd 65
Wat gebeurt er in de hersenen bij frontotemporale dementie?
hersencellen in de frontaalkwab sterven af
Vasculaire dementie
- tweede vorm van dementie op oudere leeftijd
- hersenen worden niet goed voorzien van bloed en zuurstof en hersencellen sterven dus af
- verschijnselen verschillen per beschadigd gebied
- vaak: traagheid, taalproblemen, motorische problemen
diagnose proces dementie
- voorlichting patient en mantelzorgers
- hulpverlening patient en mantelzorgers
- einde aan lang proces van zoeken
- eventuele symptomatische medicatie
diagnose dementie
- consult neuroloog of geriater
- neuropsychologisch onderzoek
- hersenscan
- bloedonderzoek
twee soorten hersenscantechnieken
MRI scan en PET scan
verloopt ziekte van alzheimer in diagnostiek
- genetische afwijking
- afwijking in hersenvocht
- afwijkende neuroimaging (dan meestal klachten van patient)
Is de diagnose 100% zeker?
nee
dit kan pas door hersenweefselonderzoek na het overlijden
Aandacht
je selecteert iets sensorisch of een proces om geconcentreerd over na te denken
- parietaal kwab
vormen van attentie
- bewust vs onbewust
- pre attentive vs attentive
pre attentive
alles tegelijk, eigenschappen van de omgeving, komt van buiten, geheel beeld
attentive
- zoekend
gerichte oogbewegingen
Hemineglect
‘halve’ schade na bloeding
- geen aandacht meer kunnen richten op de linkerhelft van de omgeving
- beroerte zorgt voor schade in de parietaal kwab aan de rechterkant
Williams Beuren Syndroom
- cluster aan symptomen
- Chromosoom 7 is een stukje beschadigd waardoor omliggende genen voor deze symptomen zorgen
- ELN gen zorgt voor de meeste problemen
- geen ruimtelijk inzicht
- verhoogd gevoel voor sociale interacties
Neuro economie
manier om hersenen te onderzoeken
naald naar bepaalde plekken in de hersenen
Wat doet LIP in het parietaal kwab
- motor commando area
- sensory association area
- memory area
- area of attention
- encodes voorzieningen
Wanneer heb je epilepsie?
- patient heeft 2 of meer epileptische aanvallen gehad
- patient heeft 1 epileptische aanval gehad en er zijn afwijkingen zichtbaar in de hersenen
- diagnose van een epilepsiesyndroom
epileptische aanval
plotselinge verstoring van activiteit in de hersenen
tijdelijke verandering van de fysiologische staat door abnormale synchronisatie van de neuronale activiteit in de hersenen
epilepsie
neurologische aandoening waarbij iemand herhaaldelijk epileptische aanvallen heeft
epileptogenese
processen in het breinweefsel die ten grondslag liggen aan de ontwikkeling en progressie van epilepsie
classificatie van epileptische aanvallen
focal onset
generalized onset
unknown onset
focal onset
start in een klein netwerk
kan verspreiden naar een groter gebied
enkele electrodes abnormaal
generalized onset
verspreid zich snel vanuit het centrum
verspreidt door beide hemisferen
corticale en subcorticale structuren, hoeft niet de hele cortex te zijn
alle electrodes abnormaal
tonic clonic aanval
focaal of gegeneraliseerd
- hallucinaties
- verstijving: tonic phase
- spasmen: clonic phase
absense seizure
gegeneraliseerde oorsprong
plotseling stoppen van alle activiteit
blanco moment
duurt vaak maar kort; 10 sec
status epilepticus
aanval duurt langer dan vijf minuten
meer dan 1 aanval binnen 5 minuten zonder bij bewustzijn te komen
tonic clonic of absence seizure kunnen beide gebeuren
medisch noodgeval, hoe langer het duurt hoe meer schade aan het brein
Sudden unexpected death in epilepsy (SUDEP)
Overlijden ten gevolge van een epileptische aanval zonder andere schade
- verstoorde regulatie van ademhaling
- verstoring van het hartritme
oorzaken epilepsie
focal: kan een laesie zijn of gewoon een spontante verandering in hersenactiviteit
generalized: genetisch
ElectroEncephaloGram (EEG)
techniek om elektrische activiteit in het brein te meten
4 fases EEG signaal epileptische activiteit
- seizure onset: lagere amplitude EEG signal
- gedesynchroniseerde/onregelmatige activiteit
- geschynchroniseerde/regelmatige activiteit (burst)
- postictale depressie: lage amplitude
ictal phase
tijdens de aanval
interictal
tussen twee aanvallen in
wat zijn de belangrijkste spelers in het behouden van de balans tussen excitatie en inhibitie
exictatoire neuronen
inhibitoire neuronen
non neuronale cellen
brein milieu
rol van ion kanalen in epilepsie
veranderingen in de expressie of kinetiek van ionkanalen kan epilepsie veroorzaken
SCN2A gen > NaV1.2
Komt met name voor in excitatoire neuronen
gain of function mutaties kan leiden tot epilepsie
SCN1A-gen > NaV1.1
komt met name voor in inhibitoire neuronen
loss of function mutaties kan leiden tot epilepsie
Anti epileptische medicatie
kanaal blokkers
Morfologie en epilepsie
Veranderingen in de morfologie van neuronen kunnen bijdragen aan epileptogenese
- mutaties in de mTOR pathway
- groter soma, meer axonen en meer vertakkingen van dendrieten hierdoor
non neuronale cellen en epilepsie
- astrocyten vermeerderen worden reactief bij epilepsie
- astrocyten kunnen zorgen voor een verhoogde exciteerbaarheid van neuronen
- glutamaat levels verhoogd voorafgaand, tijdens en na een epileptische aanval
Belangrijkste kenmerken van verslaving
- compulsief zoeken en innemen van drugs
- verlies van controle over het limiteren van inname drugs
- verkrijgen van negatieve emoties, wanneer er geen toegang is tot drugs
invloed drugs op beloningssysteem
bij drugs gebruik is het beloningssysteem beter dan verwacht: maximale motivatie
Welke factoren spelen een rol bij het vatbaar zijn voor het ontwikkelen van verslavingen?
- genetische kwetsbaarheid
- gender
- chronische stress
- psychiatrische aandoening
- blootstelling aan drugs tijdens vroege adolescentie/kindertijd
breingedeelte voor compulsie en impulsiviteit
prefrontale cortex en thalamus
breingedeelte voor het creëren van gewoonte
striatum
breingedeelte euphoria, positive reinforcement
hippocampus en amygdala
breingedeelte voor stress
amygdala en hypothalamus
hoe raak je verslaafd aan drugs?
- initieel vrijwillig drugsgebruik
- verlies over controlegedrag
- gewoontegedrag-> dwangmatig gedrag
substance abuse tegenover non dependent substance use
- meer euphoria
- meer gewoonte
- meer negatieve emotionele staat
substance dependence tegenover non dependent substance use
geen euphoria
meer compulsivity
meer negatieve emotionele staat
non dependent substance use
beetje euphoria
wat zijn stamcellen
stamcellen zijn lichaamscellen die onbeperkt kunnen delen en zorgen voor de aanmaak van gespecialiseerde cellen
Waarom stamcelonderzoek?
verschillende organen zoals het hart en de hersenen zijn moeilijk te onderzoeken. Met stamcelonderzoek kunnen we gespecialiseerde cellen aken die we in het lab kunnen onderzoeken
stamcellen kunne twee kanten op
- zelfvernieuwing, stamcel blijft een stamcel
- differentiatie/specialisatie: stamcel wordt bv zenuwcel
voordelen iPSC onderzoek
geen humane embryo’s nodig
minder proefdieren nodig
humaan-specifiek biologie onderzoeken
IPSC
geinduceerde pluripotente stamcellen
zijn stamcellen die rechtstreeks uit lichaamscellen worden gemaakt
computational neuroscience
picture or a model of how a neuron looks in 2D
Het reproduceren van computable versions van stimulatie in de neurobiologie
psychose
stoornis gekenmerkt door waanbeelden, hallucinaties en gedesorganiseerd denken.
Waan
hardnekkige niet-realistische denkbeelden, overtuigingen zonder harder werkelijkheid. ze zeggen dingen die anderen niet kunnen volgen
Waarom kijken naar neural population dynamics?
- kleine df
- Geeft een beter beeld op populatie level
- heterogeniteit in singel neuron profielen
bayes rule
P(LC)= P(CL) x P(L) : P(C)
P(CL)= de kans op een defecte lens binnen een bepaald merk
P(L)= de kans dat je een lens hebt van dat merk
P(C)= de kans van alle merken dat je een defecte lens hebt
bereken van P(C)
bv
het marktaandeel van de productielens1 x kans op defecte lens + het marktaandeel van de productielens2 x kans op defecte lens + etc..
Waarom is CAMK2 een geheugen molecuul?
het kan een transient calcium signaal omzetten in een langdurig effect, doordat hij zichzelf fosforyleert
welk hersendeel is betrokken bij de verwerking van informatie komende
uit het lichaam zelf
Insula
working memory
immediate memory
short term memory