tweede tentamen Flashcards
declarative memories/ explicit memomy
Opzettelijk iets onthouden, feitelijk geheugen, gebeurtenissen
temporale kwab
non declarative memories/ implicit memories
priming, skill learning en conditioning
- neocortex
- basal ganglia
- motor cortex
- cerebellum
hippocampus belangrijk
- belangrijk voor het krijgen van declarative memories
- belangrijk voor het aanmaken van geheugen
- maakt ruimtelijk geheugen
hippocampus niet belangrijk
- niet belangrijk voor motor of spiergeheugen
- niet betrokken bij immediate memory
- is niet betrokken bij het opslaan van geheugen of het lange termijn geheugen
immediate memory
seconden
prefrontale cortex
acquisition
short-term memory
minuten
prefrontale cortex
acquisition
intermediate memory
uren
hippocampus
encoding
long term memory
dagen
hippocampus
consolidation
remote memory
jaren
long term storage
classificatie van memory
acquisition
encoding
consolidation
retrieval
long term storage of forgetting
encoding
eiwitmodificatie
consolidation
versterken
eiwit synthese en slaap
acquistion
verwerven
retrieval
acquistion, encoding en consolidation opnieuw
long term storage
slaap
na retrieval
forgetting
geen retrieval
hippocampus kan je..
trainen
taxi chauffeurs hebben een hippocampus met een groter volume, door beter ruimtelijk geheugen
memory engram
bij elke herinnering wordt er een specifieke combinatie gemaakt van neuronen, bij het terugdenken worden diezelfde neuronen geactiveerd.
lange termijn potentatie
grondslag van geheugen
wat zorgt ervoor dat een geheugen blijft hangen?
emotie
aandacht
associatie
herhaling
lange termijn geheugen is afhankelijk van
eiwitsynthese
waarom weten we weinig over de insula?
insula ligt verborgen achter het schors
limbisch systeem betrokken bij
hersenstructuren die iets doen met emoties
- motivatie
- emotioneel geheugen
James Lange theory
er is een emotionele stimulus die gestuurd wordt naar de sensory cortex en daarna naar de motor cortex wat zorgt voor een lichamelijke beweging die wordt vervolgens weer gestuurd naar de sensory cortex en dan heb je een feeling
Canon-Bard theory
er is een emotionele stimulus die naar de thalamus wordt gestuurd deze stuurt het signaal door naar de hypothalamus en het cerebrale cortex. De hypothalamus zorgt voor een lichamelijke beweging en stuurt het signaal ook door naar de cerebrale cortex. In de cerebrale cortex wordt vervolgens feeling gevormd
definitie limbisch systeem
een ringvormig geheel van nauw met elkaar verbonden kernen en
gebieden mediaal gelegen op de overgang van telencephalon en diencephalon
betrokken structuren limbisch systeem
- gyrus cinguli
- prefrontale schors
- hypothalamus
- thalamus
- basale ganglia
- insula
- amygdala
(globaal) sensorische input limbisch systeem
-direct vanuit ruggenmerg en hersenstam, deels zonder
tussenkomst thalamus of schors. autonoom, viscerale input
-indirect na processing in de schors (complexe informatie)
(globaal) motorische output limbisch systeem
-direct via hypothalamus en (autonome) centra in ruggenmerg
en hersenstam: misselijk en overgeven bvb
-indirect via beïnvloeding van (sub) corticale systemen, bvb huilen
zes basis gevoelens
boos
verdrietig
blij
angst
verbaasd
walging
indeling insula
- sensorimotor: algemene staat van het lichaam
- centraal olfactogustatory regio: walging
- socioemotional regio: activeert bij emotie
- cognitieve anterior-dorsal regio: integratie van je bepaalde staat met externe input
Wat is stress
niet specifieke reactie van het lichaam op veranderingen in je omgeving
Wat gebeurt er in ons lichaam tijdens stresss?
- perceptie van een stressor
- activatie van het autonoom zenuwstelsel (snelle respons) (SAM)
- activatie van de HPA-as (langdurig effect)
Sympathetic-Adrenal-Medullar (SAM) axis
- uitscheiding van adrenaline & noradrenaline uit het bijniermerg
- Snel effect voor kort termijn
- fight or flight respons
fight or flight respons voorbeelden
- cardiovasculaire effecten
- metabole effecten
- pupil verwijding
- effecten in het brein
Hypothalamic- pituitary-adrenals (HPA) axis
- hormonaal regelsysteem: hypothalamus geeft CHR en hypofyse geeft ACTH en bijnierschors geeft Cortisol
- langdurig effecten
Cortisollevels gedurende dag
Hoog begin van de dag
neemt af gedurende de dag
Receptoren voor cortisol in het brein
Mineralocorticoid receptor
Glucocorticoid receptor
Mineralocorticoid receptor
Hoge expressie in hippocampus
bijna altijd actief
bindt cortisol dat vrij komt volgens dag-nacht ritme
Glucocorticoid receptor
Hoge expressie door veel gebieden in het brein
actief na stress
niet actief voor cortisol
Receptoren voor cortisol
steroid hormoon
cortisol + receptor
Steroid hormoon
diffusie door het membraan
receptoren in cytoplasma en celmembraan
cortisol + receptor
transcriptiefactor: reguleert eiwitaanmaak
langdurig effect
Sailence network
- stimulus response: automatisch gedrag
- aandacht minder specifiek
- verhoogde activiteit bij stress
- limbische systemen betrokken
Executive control network
- cognitieve functies, zoals plannen
- verlaagde activiteit tijdens stress
- meer instinctieve reacties
effecten van stress op gedrag en geheugen
- meer automatische hersensystemen actief
- vermindering van oproepen van herinneringen na stress
- emotionele gebeurtenissen worden goed onthouden, maar minder accuraat
- nieuwe herinneringen worden beter opgeslagen tijdens stress
Accuraatheid van emotionele herinneringen
Emotionele herinneringen zijn sterker, maar tijdens verhoogde stress is de accuraatheid van de herinnering verminderd
chronische stress
slechter slapen
weinig energie
onderdrukking immuunsysteem
slechte zin
geheugen problemen
moeite met focussen
veranderingen in honger gevoel
Wat gebeurt er als je langdurig stress hebt
- afname van de grote van de hippocampus
- slechter geheugen
- verandering in complexiteit van hersencellen: meer in amygdala en minder in hippocampus en prefrontale cortex
Basis principe van leren
- hersencellen worden actief
- contacten tussen hersencellen die zijn actief zijn versterken: LTP
korte termijn effecten van stress op de synapse
- meer synaptische activiteit
- omkeerbaar
- kortdurende effecten via MR-receptor
- verhoogde extracellulaire glutamaat levels
lange termijn effecten van stress op de synapse
sterkere synaptische response
langdurig effect
meer AMPA receptoren naar de synapsen
Gr receptor afhankelijk
stress op jonge leeftijd
- kleinere hippocampus
- minder activiteit in de prefrontale cortex
- meer activiteit in de amygdala
nociceptie
neurofysiologische reactie op weefselschade
pijn
ervaren van pijn
detectie van pijn door sensorische zenuwen
a delta fiber: stekende lokale pijn
C fibers: zeurende pijn
Transient Receptor Potential (TRP)
detecteren de pijn
Detectie van pijn
- sensorische zenuwen maken een synaps op neuronen in de dorsale hoorn van het ruggenmerg
- vanuit het ruggemerg wordt het signaal naar de volgende synpase in de thalamus gestuurd
- vanuit de thalamus wordt het signaal naar de volgende synpase in de hersenschors gestuurd
ascending pathway
van letsel naar het brein
decending pathway
Inhiberen van de pijn prikkel
gaat omlaag
inhibirende neuronen worden geactiveerd.
remmen de signalen en maken pijnstillers aan (opioide)
twee soorten sensitisatie van pijn
hyperalgesia en allodonie
Allodonie
Pijn reactie op een prikkel die normaal geen pijn doet
Hyperalgesie
Sterkere pijn reactie op een prikkel die normaal gesproken ook een pijn reactie oproept
Proces van hyperalgesie
- Activiteit neemt toe, veel afgifte glutamaat door nociceptieve vezels
- NMDA receptoren blokkeren
- Calcium levels in de cel gaan omhoog
- Verhoogde prikkelbaarheid van de cel
normale situatie
- lage activiteit, weinig glutamaat afgifte door nociceptieve vezels
- NMDA receptoren geblokkeerd door Mg
Sensitisatie van pijn
Pijn wanneer je een beschadigde plek aanraakt, zodat de plek met rust wordt gelaten
- vorm van plasticiteit (LTP)
Stofjes die een rol spelen bij sensitisatie
glutamaat
neuropeptiden
groeifactoren
hersengebieden betrokken bij emotionele reactie bij pijn
prefrontal cortex
insula
amygdala
bilaterale laesie amygdala
een patiënt herkent geen angst
Laesie insula
geen schrikreflex bij een intense stimulus
Placebo effect
patiënt voelt zich beter door een behandeling die niet op het probleem aangrijpt
- medicijn zonder werkzame bestanddelen
- behandeling zonder biomedische onderligging
activatie placebo effect frontaal kwab
meer activiteit in prefrontale cortex en PAG
minder activatie hersengebieden die betrokken zijn bij emotie bij pijn en localisatie
Hoe werkt placebo in de hersenen?
Prefrontatle cortex wordt geactiveerd en hierdoor ook PAG en hierdoor de inhiberende descending pathway
Nocebo
negatieve verwachting -> minder groot/geen effect van het medicijn