triviale namen Flashcards
1
Q
C6H12O6
A
glucose
2
Q
C2H6O
A
ethanol
3
Q
HCOOH (2)
A
methaanzuur ; mierenzuur
4
Q
CH3COOH (2)
A
ethaanzuur ; azijnzuur
5
Q
KNO3 (2)
A
kaliumnitraat ; salpeter
6
Q
CO2 (2)
A
koolstofdioxide ; koolzuurgas
7
Q
N2O (2)
A
distikstofoxide ; lachgas
8
Q
Fe2O3 (2)
A
diijzertrioxide ; roest
9
Q
SO2
A
zwaveldioxide
10
Q
CO
A
koolstofmonoxide
11
Q
CaO (2)
A
calciumoxide ; ongebluste kalk
12
Q
NaOH (2)
A
natriumhydroxide ; bijtende soda
13
Q
Ca(OH)2 (2)
A
calciumhydroxide ; gebluste kalk
14
Q
NH4OH (2)
A
ammoniumhydroxide ; ammonia
15
Q
NH3
A
ammoniak