Trajet 2 (5e jaar) Flashcards
1
Q
de hulp
A
l’aide
2
Q
de vereniging
A
l’association
3
Q
het budget
A
le budget
4
Q
het doel
A
le but
5
Q
de ontwikkeling
A
le développement
6
Q
de solidariteit
A
la solidarité
6
Q
de doelstelling
A
l’objectif
7
Q
arm
A
pauvre
8
Q
solidair
A
solidaire
9
Q
vrijwillig
A
volontaire
10
Q
samenwerken
A
collaborer
11
Q
rekenen op
A
compter sur
12
Q
financieren
A
financer
13
Q
organiseren
A
organiser
14
Q
zich richten tot
A
s’addreser à
15
Q
de inzet
A
l’enjeu
16
Q
kinderarmoede
A
la pauvreté infantile
17
Q
een beroep doen op
A
faire appel à
18
Q
een uitdaging aangaan
A
relever un défi
19
Q
in nood
A
en détresse
20
Q
het welzijn
A
le bien-être
21
Q
de armoede
A
la pauvreté
22
Q
de vluchteling
A
le réfugié