Trajet 2 (4e jaar) Flashcards

1
Q

de huwelijks verjaardag

A

l’anniversaire de mariage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de fuif

A

la boum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de begrafenis

A

l’enterrement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

het verjaardagsfeestje

A

la fête d’anniversaire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

moederdag

A

la fête des Mères

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vaderdag

A

la fête des Pères

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de kermis

A

la kermesse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

het huwelijk

A

le mariage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de dood

A

la mort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de geboorte

A

la naissance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Nieuwjaar

A

le Nouvel-An

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de receptie

A

la réception

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

sinterklaas

A

la Saint-Nicolas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

oudejaarsavond

A

la Saint-Sylvestre

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

valentijnsdag

A

la Saint-Valentin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

het feest, de fuif

A

la soirée

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

de karaokeavond

A

la soirée karaoké

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

het uitje

A

la sortie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

uit eten gaan

A

aller au restaurant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

18 jaar oud zijn

A

avoir 18 ans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

vieren

A

célébrer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

dansen

A

danser

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

met zen vieren zijn

A

être quatre

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

feesten, fuiven (2)

A

faire la fête, s’amuser follement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
vieren (2)
fêter, s'éclater
26
zich als fee verkleden
se déguiser en fée
27
trouwen met
se marier avec
28
zich vervelen
s'ennuyer
29
uitgaan
sortir en boîte
30
wensen
souhaiter
31
op uw gezondheid
à votre santé
32
welkom
bienvenue
33
veel plezier
bon amusement
34
gelukkig nieuwjaar
bonne année
35
succes
bonne chance
36
gelukkige feestdag
bonne fête
37
gefeliciteerd
félicitations
38
gelukkige verjaardag
joyeux anniversaire
39
beste wensen
meilleurs voeux
40
het adres
l'adresse
41
de sfeer
l'ambiance
42
het bier
la bière
43
het drankje
la boisson
44
de kaars
la bougie
45
de discobal
la boule disco
46
het boeket bloemen
le bouquet de fleurs
47
het budget
le budget
48
het cadeau
le cadeau
49
de koffie
le café
50
de e-kaart
la carte virtuelle
51
de bestelling
la commande
52
de confetti
les confettis
53
de contactgegevens
les coordonnées
54
de dans
la danse
55
de versiering
la décoration
56
de dj
le DJ
57
de geschenkverpakking
l'emballage cadeau
58
het bruiswater
la eau pétillante
59
het plat water
la eau plate
60
het gebak
le gâteau
61
de slinger
la guirlande
62
de uitnodiging
la invitation
63
de genodigde
l'invité(e)
64
De boodschappenlijst
la liste d'achats
65
de mocktail
le mocktail
66
het papieren tafelkleed
la nappe en papier
67
de gelegenheid
la occasion
68
het vriendje, het vriendinnetje
le petit ami, la petite amie
69
de fotocabine
le photomaton
70
de dansvloer
la piste de danse
71
de afspraak
le rendez-vous
72
het feestmaal
le repas de fête
73
de feestzaal
la salle des fêtes
74
de kerstboom
le sapin de Noël
75
het servet
la serviette
76
de ster van de dag
la star du jour
77
de verrassing
la surprise
78
de ijsthee
le thé glacé
79
de wijn
le vin
80
betaalbaar
abordable
81
aangenaam, gezellig
agréable
82
leuk, plezierig
amusant
83
druk
animé
84
duur
cher
85
leuk, tof
chouette
86
verkleed
déguisé
87
vervelend, saai
ennuyeux
88
uitstekend
excellent
89
fantastisch
formidable
90
gelukkig
heureux
91
onvergetelijk
inoubliable
92
vrolijk
jouyeux
93
zenuwachtig
nerveux
94
prima, super
nickel
95
origineel
original
96
niet slecht
pas mal
97
niet zo goed
pas terrible
98
gestresseerd
stressé
99
verrassend
surprenant
100
verrast
surpris
101
aanvaarden
accepter
102
meegaan
accompagner
103
aankondigen
annoncer
104
annuleren
annuler
105
iemand opbellen
appeler quelqu'un
106
appreciëren
apprécier
107
bijwonen
assister à
108
bestellen
commander
109
beginnen met
commencer par
110
duur zijn
coûter cher
111
de tafel afruimen
débarrasser la table
112
versieren
décorer
113
uitgeven
dépenser
114
iemand een handje helpen
donner un coup de main à quelqu'un
115
inpakken
emballer
116
versturen
envoyer
117
op zoek zijn naar
être à la recherche
118
een afspraak maken
fixer un rendez-vous avec
119
uitnodigen
inviter
120
de tafel dekken
mettre la table
121
plaatsen
placer
122
ontvangen
recevoir
123
ervan dromen te
rêver de
124
zich klaarmaken
se préparer
125
bedienen
servir
126
de kaarsen uitblazen
souffler les bougies
127
ter gelegenheid van
à l'occasion de
128