traject 4 plus tien woorden Flashcards
1
Q
cool
A
cool
2
Q
zenuwachtig
A
nerveux, nerveuse
3
Q
stom
A
nul(e)
4
Q
belachelijk
A
redicule
5
Q
op de zenuwen werken
A
irriter
6
Q
liever hebben, verkiezen
A
préférer
7
Q
sociaal
A
sociable
8
Q
haten
A
détester
9
Q
gestresseerd
A
stressé(e)
10
Q
vrolijk
A
joyeux, joyeuse