traject 2 p78-82 Flashcards
1
Q
het gebouw
A
le bâtiment
2
Q
het kruispunt
A
le carrefour
3
Q
het commercieel centrum
A
le centre commercial
4
Q
in het stadscentrum
A
en plein centre-ville
5
Q
het stadscentrum
A
centre-ville
6
Q
de hoek
A
le coin
7
Q
de plaats
A
l’endroit
8
Q
de omgeving
A
les environs
9
Q
de openingstijden
A
les horaires d’ouverture
10
Q
de reisweg
A
l’itinéraire
11
Q
de voetganger
A
le piéton
12
Q
de brug
A
le pont
13
Q
de rotonde
A
le rond-point
14
Q
het eenrichtingsverkeer
A
le sens unique
15
Q
het verkeer
A
le trafic