toetsweek 2 Flashcards
Aardrijkskunde hoofdstuk 5 Nigeria
arbeidsmigrant
iemand die ergens anders gaat werken vanwege gebrek aan werk en geld in zijn eigen gebied. Heet ook economische migrant
autonomie
vrijheid van een land of gebied om eigen wetten en regels te bepalen. Heet ook zelfbestuur.
basisbehoefte
iets wat iedereen echt nodig heeft om redelijk te kunnen leven: voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg.
beroepsbevolking
mensen die betaald werk (willen) doen
bevolkingsdichtheid
het gemiddelde aantal inwoners per vierkante kilometer (inw/km2)
bevolkingsspreiding
de verdeling van mensen over een land of gebied
bnp per inwoner
het gemiddelde inkomen per inwoner per jaar. Je berekent door het bnp te delen door het aantal inwoners van een gebied
braindrain
het vertrek van goedopgeleide mensen naar het buitenland.
bruto nationaal product (bnp)
het geld dat alle inwoners van een land per jaar samen verdienen
deelstaat
gebied binnen een land dat voor een deel zelfbestuur (autonomie) heeft. Er is een hoofdstad, er zijn ministeries en er zijn eigen wetten en regels.
dienstensector
alle bedrijven die zich bezighouden met het leveren van diensten. Heet ook tertiaire sector.
etnische groep
deel van een volk dat in een ander land (bij elkaar) woont
export
uitvoer van goederen en diensten naar een ander land
import
invoer van goederen en diensten uit een ander land
industrie
het produceren van goederen met behulp van machines in een fabriek