hoofdstuk 5 Flashcards

1
Q

wat is de hoofdstad van Nigeria?

A

Abuja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar ligt abuja

A

midden van nigeria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de grootste stad van nigeria

A

lagos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waar ligt lagos

A

zuid-west helemaal onderaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

feitjes over nigeria

A
  • Nigeria heeft verschillende landschappen.
  • > geschikt en minder geschikt voor landbouw.
  • in het zuiden zijn er veel mangroven en tropisch regenwoud.
  • > veel gekapt voor plantages.
  • > tropische gewassen als cacao en tabak.
  • in het midden is er klimaat met een droge periode.
  • > savanne - > graangewassen.
  • in het noorden is er een droog klimaat.
  • > steppe - > alleen wat veeteelt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welk land heeft de grootste bevolking van Afrika?

A

Nigeria
(ongelijke bevolkingsspreiding en verdeling welvaart)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

noem 3 kenmerken van het Zuiden van Nigeria

A

1: hoogste bevolkingsdichtheid
2: rijkste deel van het land
3: veel werk in de industrie en dienstensector

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

noem 3 kenmerken van het Noorden van Nigeria

A

1: bevolkingsdichtheid is veel lager
2: het BNP (bruto nationaal product) per inwoner
3: minder werk plaatsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke 3 beroepssectoren zijn er

A
  • Landbouw (primaire sector)
  • Industrie (secundaire sector)
  • Diensten (tertaire sector)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoeveel verschillende bevolkingsgroepen zijn er?

A

ongeveer 250

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe zie je de cultuur verschillen tussen de bevolkinggroepen

A

Via de taal (ongeveer 500 verschillende) of via de godsdienst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

uit welke beroeps sector komt meer dan de helft van het BNP

A

diensten sector

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke sector is niet commercieel

A

Quataire sector

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke sector is wel commercieel

A

Tertaire sector

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

noem voorbeelden van een Quataire sector

A

gezondheidszorg, onderwijs, defentie, brandweer, rechtzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

noem voorbeelden van een Tertaire sector

A

handel, banken, transport, winkels, horeca

17
Q

noem 4 natuurlijke hulpbronnen

A

1: aardolie
2: aardgas
3: steenkool
4: ijzererts

18
Q

vrijewereldhandel

A

handelsysteem waarbij alle landen in de wereld met elkaar handel kunnen drijven, zonder dat ze elkaar belemmeren.

19
Q
A