toets geel 6 begrippen Flashcards

1
Q

bodem

A

de bovenste losse laag van de aardkorst waarin de plantenwortels groeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

doorlaatbaarheid

A

een maat voor de snelheid waarmee water door een gesteente dringt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

gesteente

A

het natuurlijk materiaal waar de aardkorst is uit opgebouwd en dat mee het reliëf bepaalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

los gesteente

A

een gesteente dat bestaat uit afzonderlijke losse deeltjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vast gesteente

A

een gesteente waarvan de deeltjees aan elkaar vasthangen. Je kan er stukken uit loshakkenondergrond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ondergrond

A

de gesteentenlagen onder de bodem. er groeien geen plantenwortels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

oppervlaktegesteente

A

het gesteente dat aan de oppervlakte ligt, het bovenste gesteente in de aardkorst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

permafrost

A

altijd bevroren ondergrond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

asthenosfeer

A

het deel van de aardmantel dat zich onder de lithosfeer bevindt en bestaat uit plastisch materiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bouw van de aarde

A

de aarde bestaat uit een kern die voornamelijk uit ijzer en nikkel bestaat. Daarrond ligt de mantel en de buitenste laag is de korst. De dichtheid en temperatuur neemt af van de kern naar de korst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

convergerende aardplaten

A

aardplaten die naar elkaar toe bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

diepzeerug

A

een verhoging van de aardkorst in oceanen waar tektonische platen van elkaar weg schuiven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

diepzeetrog

A

een trog is een smalle diepe kloof in de zeebodem die ontstaat omdat een aardplaat onder een andere duikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

divergerende aardplaten

A

aardplaten die uit elkaar bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

isostatisch evenwicht

A

het evenwicht tussen de lithosfeer en de asthenosfeer. de lithosfeer drijft op de plastisch vervormbare asthenosfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

lithosfeer

A

delithosfeer bestaat uit de aardkorst en het bovenste gedeelte van de aardmantel. de lithosfeer verschilt van de onderliggende astenosfeer doordat het gesteente kouder, sterker en stijver is.

17
Q

metamorfe gesteenten

A

gesteenten die onder invloed van druk en temperatuur van vorm en structuur veranderen.

18
Q

platentektoniek

A

detheorie die er van uit gaat deat de lithosfeer verdeeld is in tektonische platen die onafhankelijk van elkaar over het aardoppervlak bewegen. Die bewegingen worden aangedreven door stromingen in de onderliggende asthenosfeer

19
Q

plooiing

A

buiging van gesteentenlagen

20
Q

regressie

A

het terugtrekken van de zee. dit kan een gevolg zijn van het dalen van de zeespiegel of het stijgen van het land

21
Q

sedimentsgesteenten

A

afzettingsgesteenten

22
Q

stollingsgesteenten

A

gesteenten die ontstaan zijn uit de afkoeling van magma

23
Q

transgressie

A

het landinwaarts verschuiven van de kustlijn. Dit kan een gevolg zijn van de stijging van de zeespiegel en/of het dalen van het land