Toets 9 Flashcards

1
Q

Beschermstoffen

A

Voedingsstoffen met als functie het beschermen van het lichaam tegen ziekten en het zorgen voir het goed functioneren van het lichaam, bv. Vitaminen, mineralen en voedkngsvezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bouwstoffen

A

Voedingsstoffen met als functie het opbouwen en herstellen van het lichaam, bv. Eiwitten, water en mineralen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Brandstoffen

A

Voedingsstoffen met als functie het leveren van energie aan het lichaam, bv. Koolhydraten en vetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Nutriënten

A

= Voedingsstoffen = stoffen die door het lichaam opgenomen worden. (Nutriënten zitten in voedingsmiddelen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voedingsmiddelen

A

Producten die je eet en drinkt bv. Brood, appel, melk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Voedingsstoffen

A

= nutriënten = stoffen die door het lichaamopgenomen worden. (Voedingsstoffen zitten in voedingsmiddelen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly