Toets 3.0 Flashcards

1
Q

wanneer wordt een achterwandplastiek toegepast?

A

bij een patiënt waarbij sprake is van een rectocele en/of entrocele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wanneer wordt gekozen voor een conisatie ipv. een Letz?

A

bij een recidiverende maligne na eerdere behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

een 30 jarige vrouw krijgt de uitslag CIN3. welke behandeling moeten zij ondergaan?

A

Lis excisie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de reden dat de sacro-uterine lig. na een uterisextirpatie op de vaginatop worden vastgehecht?

A

om de bekken bodem te herstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wanneer kiest men voor een abdominale uterusextirpatie ipv een vaginale?

A
  • bij maligniteit
  • bij veel adhesies
  • bij een grote uterus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welk type myoom kan hysteroscopisch verwijderd worden?

A

submuceus type 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bij welke ingrepen kan een pfannenstiel incisie worden gebruikt?

A
  • sectio caesaria
  • cervixcarcinoom
  • supra vaginale uterusextirpatie
  • totale uterus extirpatie
  • abdominale uterus extirpatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waar in het lichaam wordt oestrogeen geproduceerd?

A

in de rijpende follikel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

uit welk soort epitheel bestaat de buitenbekleding van de portio vaginalis?

A

plaveiselepitheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe ligt de uterus

A

retroperitoneaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welk type curettage wordt verricht bij een mola-zwangerschap

A

zuig curretage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

tijdens de zwangerschap wordt de bloeddruk hoger dan voorafgaand aan de zwangerschap en is er eiwitverlies via de urine. over welke afwijking spreekt men dan?

A

pre-eclampsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is een indicatie voor een secundaire sectio?

A

foetale nood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

om welke reden wordt na een curretage evenveel syntocinon 5 IE/mL gegeven?

A

om de uterus te laten samentrekken om bloedverlies tegen te gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is het verschil tussen een graad 2 en een graad 3 perineumruptuur?

A

bij een 3de graads perineumruptuur is altijd de externe anale sfincter betrokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is een mogelijk oorzaak van een groot deficit?

A

hoge bloeddruk, bloeding en perforatie

17
Q

vanaf welke temperatuur van het lichaam spreken we van hypothermie?

A

< 35 graden

18
Q

wat doe je als het zicht troebel is bij de myosure?

A

outflow open zetten

19
Q

welke 2 posities heeft de voorkeur bij een sectie?

A
  • left lateral tilt position
  • rugligging
20
Q

plaats de stappen van een achterwand plastiek in de juiste volgorde:

A
  1. incisie achterwand
  2. opsporen defect rectovaginale fascie
  3. rectocele los prepareren van de vagina-achterwand
  4. evt. plastiek musculus bulbocavernosus
  5. overtollig vafinaweefsel afknippen
  6. vagina-wand en perineum sluiten
21
Q

wanneer neem je als omloop bij een sectio navelstrengbloed af?

A

wanneer de moeder rhesus negatief is

22
Q

bij een hysteroscopie treed zogenaamd fluid loss op. dit betekend dat niet alle gebruikte distentiemiddel het lichaam verlaat door onder andere intravasatie. wat is intravasatie?

A

door de gebruikte druk wordt het distentiemiddel in de openstaande veneuze vaten van de uterus geperst

23
Q

zet onderstaande indicaties voor sectio in volgorde van urgentie. de meest urgente eerst:

A
  • solutio placentae
  • foetale nood
  • mislukte vacuüm extractie
  • niet vorderende ontsluiting
24
Q

zet je juiste stappen bij een (diagnostische) hysteroscopie in de juiste volgorden:

A
  1. inbrengen speculum
  2. kogeltangen op portio plaatsen
  3. oprekken portio
  4. bevestigen van aan- en afvoerslangen op de hysteroscoophacht
  5. inbrengen endoscoop
  6. controle cavum uteri
25
Q

welke hechtmethode wordt toegepast bij een totaalruptuur?

A

matrashechting

26
Q

wat is een contra-indicatie voor een vaginale uterus-extirpatie>

A

een nauwe introïtus