Toepassingen van oxiden en hydroxiden. Flashcards

1
Q

Geef de formule en eigenschappen van koolstofdioxide.

A

CO₂
- in uitgeademde lucht
- in frisdranken, bier
- bij volledige verbranding benzine
- brandblusmiddel
- opgenomen bij fotosysnthese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef de formule, eigenschappen en andere naam van koolstofoxide.

A

CO = koolstofmonoxide
- bij onvolledige verbranding van kachels/motoren
- ZEER GIFTIG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef de formule en eigenschappen van diijzertrioxide.

A

Fe₂O₃
= roest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef de formule en eigenschappen van zwaveldioxide.

A

SO₂
- conserveringsmiddel voor gedroogde vruchten
- bleekmiddel voor wol, zijde en stro
- in uitlaatgassen auto’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef de formule en eigenschappen van calciumoxide.

A

CaO
= ongebluste kalk
- gebruikt in bouwnijverheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef de formule en eigenschappen van distikstofoxide.

A

N₂O
= lachgas
- gebruikt bij verdoving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef de formule en eigenschappen van calciumdihydroxide.

A

Ca(OH)₂
= gebluste kalk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef de formule en eigenschappen van natriumhydroxide.

A

NaOH
= bijtende soda
- ontstopper voor afvoerleidingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef de formule en eigenschappen van ammoniumhydroxide.

A

NH₄OH
= ammoniakgas in water
- om dingen te ontvetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly