Toepassingen van oxiden en hydroxiden. Flashcards
Geef de formule en eigenschappen van koolstofdioxide.
CO₂
- in uitgeademde lucht
- in frisdranken, bier
- bij volledige verbranding benzine
- brandblusmiddel
- opgenomen bij fotosysnthese
Geef de formule, eigenschappen en andere naam van koolstofoxide.
CO = koolstofmonoxide
- bij onvolledige verbranding van kachels/motoren
- ZEER GIFTIG
Geef de formule en eigenschappen van diijzertrioxide.
Fe₂O₃
= roest
Geef de formule en eigenschappen van zwaveldioxide.
SO₂
- conserveringsmiddel voor gedroogde vruchten
- bleekmiddel voor wol, zijde en stro
- in uitlaatgassen auto’s
Geef de formule en eigenschappen van calciumoxide.
CaO
= ongebluste kalk
- gebruikt in bouwnijverheid
Geef de formule en eigenschappen van distikstofoxide.
N₂O
= lachgas
- gebruikt bij verdoving
Geef de formule en eigenschappen van calciumdihydroxide.
Ca(OH)₂
= gebluste kalk
Geef de formule en eigenschappen van natriumhydroxide.
NaOH
= bijtende soda
- ontstopper voor afvoerleidingen
Geef de formule en eigenschappen van ammoniumhydroxide.
NH₄OH
= ammoniakgas in water
- om dingen te ontvetten